ECLI:NL:GHARL:2023:5300
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid hoger beroep in een alimentatiezaak met betrekking tot kinderen na scheiding
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van het hoger beroep van de man in een alimentatiekwestie na de scheiding van hem en de vrouw. De man heeft hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de alimentatie voor de kinderen is vastgesteld op € 214,- per kind per maand. De man heeft zijn hoger beroep te laat ingesteld, aangezien de termijn voor het indienen van hoger beroep drie maanden na de betekening van de beschikking is. De rechtbank had de beschikking op 30 november 2021 betekend en op 7 december 2021 gepubliceerd in de Staatscourant. De man heeft pas op 31 mei 2022 hoger beroep ingesteld, wat betekent dat hij de termijn heeft overschreden.
Het hof overweegt dat de man niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn hoger beroep, omdat hij niet binnen de wettelijke termijn heeft gereageerd. De man heeft geprobeerd een uitzondering te maken op de strikte termijn, maar het hof oordeelt dat er geen sprake is van een uitzonderingssituatie. De man heeft ook niet voldoende onderbouwd waarom hij toch ontvankelijk zou moeten zijn. Het hof wijst het verzoek van de vrouw om de man te veroordelen in de proceskosten af, omdat er geen sprake is van misbruik van recht of onnodig procederen.
De beslissing van het hof is dat de man niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn hoger beroep en dat de kosten van het geding in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.