ECLI:NL:GHARL:2023:4993

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
14 juni 2023
Zaaknummer
Wahv 200.319.222/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. De Witt
  • mr. Van der Meulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake onnodig geluid veroorzaken met motorvoertuig door gebruik van tweestandenklep in uitlaatsysteem

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter die een sanctie had opgelegd voor het veroorzaken van onnodig geluid met een motorvoertuig. De betrokkene had een boete van € 400,- gekregen voor het veroorzaken van onnodig geluid op 29 juli 2021. De gedraging werd vastgesteld door een verbalisant die opmerkte dat het voertuig, een vrachtauto van het merk Scania, gebruik maakte van een tweestandenklep in het uitlaatsysteem. Deze klep stond in de stand zonder demping, wat leidde tot een hard en onvoldoende gedempt geluid. De gemachtigde van de betrokkene betwistte de gedraging en voerde aan dat de ambtenaar niet had aangetoond dat er onnodig geluid was veroorzaakt.

Het hof oordeelde dat de gedraging wel degelijk was vastgesteld. Het hof verwees naar eerdere rechtspraak waarin werd bepaald dat het niet alleen gaat om het overschrijden van het geluidsniveau volgens typegoedkeuring, maar ook om andere factoren zoals het gebruik van een ander type uitlaatsysteem. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De uitspraak benadrukt dat gedragsregels en voertuigeisen naast elkaar kunnen bestaan en dat het veroorzaken van onnodig geluid een overtreding kan zijn, ongeacht de technische specificaties van het voertuig.

De beslissing van het hof is genomen op 14 juni 2023 en het arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De zaak benadrukt de noodzaak voor bestuurders om zich aan de geluidsnormen te houden en de gevolgen van het gebruik van niet-goedgekeurde uitlaatsystemen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer
: Wahv 200.319.222/01
CJIB-nummer
: 243285077
Uitspraak d.d.
: 14 juni 2023
Arrestop het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank
Noord-Holland van 12 oktober 2022, betreffende

[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats] .
De gemachtigde van de betrokkene is M.J.M. Bergers, kantoorhoudende te Maastricht.

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie gedeeltelijk gegrond verklaard en de sanctie gematigd tot een bedrag van € 250,-. Het verzoek om een proceskostenvergoeding is toegewezen tot een bedrag van € 392,63.

Het verloop van de procedure

De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De gemachtigde van de betrokkene heeft het beroep schriftelijk nader toegelicht.
De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen daarop te reageren. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

De beoordeling

1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 400,- voor: “als bestuurder met een motorvoertuig of als brom- of snorfietser onnodig geluid veroorzaken”. Deze gedraging zou zijn verricht op 29 juli 2021 om 17:19 uur op de Verbindingsweg in ’t Zand met het voertuig met het kenteken [kenteken] .
2. De gemachtigde betwist namens de betrokkene de gedraging. Daartoe voert de gemachtigde aan dat uit de verklaring van de ambtenaar niet volgt dat met het voertuig van de betrokkene onnodig geluid is veroorzaakt. Uit het proces-verbaal blijkt dat sprake zou zijn van een tweestandenklep, maar dit kan eveneens betekenen dat een katalysator wordt omzeild en de uitlaat om die reden niet voldoet aan de Regeling voertuigen.
3. De gedraging betreft een overtreding van artikel 57 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Hierin is bepaald dat bestuurders van een motorvoertuig, bromfietsers en snorfietsers geen onnodig geluid mogen veroorzaken met hun voertuig.
4. De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Dit zaakoverzicht bevat de informatie die in de inleidende beschikking is vermeld en daarnaast onder meer de volgende gegevens:
“Ik, verbalisant [naam1] , zag de in dit proces-verbaal genoemde vrachtauto rijden in vrije tijd en hoorde dat deze een hard, onvoldoende gedempt geluid maakte. Ambtshalve is mij bekend dat bij een dergelijk hard en onvoldoende (het hof leest in: onvoldoende gedempt) geluid gebruik wordt gemaakt van een zogenaamde tweestandenklep. Het betrof in dit geval een vrachtauto van het merk Scania en voorzien van een zogenaamde V8-motor welke de emissienorm euro-6 had. Deze emissienorm wordt echter alleen behaald indien het uitlaatsysteem geheel gesloten is en de weg volgt die door de fabrikant is ingesteld. Ik, verbalisant [naam1] , was in vrije tijd en heb zodoende een geüniformeerde collega ter plaatse laten komen om de staandehouding te kunnen verrichten. Kort nadat deze ter plaatse was gekomen en ik hem had ingelicht zag ik dat de vrachtauto weer ging rijden. Ik hoorde dat de tweestandenklep in de stand zonder demping stond. Ik wist dat mijn collega een stukje verderop stond en ik hoorde aan het motorgeluid dat deze, nadat de bestuurder mijn collega in het zicht kreeg, middels een schakelaar in de stand demping werd gezet. Ik, verbalisant Vos, hield hierop de vrachtauto staande. Bij nadere controle zag ik dat er een 2-standenklep in de uitlaat gemonteerd was. In de ene stand volgden de uitlaatgassen het normale uitlaatsysteem met demping en in de andere stand volgden de uitlaatgassen een open buizensysteem waarbij de uitlaatgassen van de motor zonder geluidsdemping in de buitenlucht stroomden. Tijdens het rijden stond de klep in de stand zonder demping. Deze klep kon door de chauffeur vanuit de cabine middels een schakelaar bediend worden. Bij het schakelen tussen de standen hoorde ik in de ene stand het normale motorgeluid en in de andere stand een hard, onvoldoende gedempt uitlaatgeluid.”
5. Uit vaste rechtspraak volgt dat voor de vaststelling of sprake is van onnodig geluid in de zin van artikel 57 van het RVV 1990 niet bepalend is of het bij de typegoedkeuring vastgestelde geluidsniveau - in meer of mindere mate - wordt overschreden. Ook bijvoorbeeld het in een te lage versnelling en daardoor met een hoger toerental dan gebruikelijk rijden kan onnodig geluid veroorzaken, evenals een aan een goedgekeurd type uitlaat aangebrachte wijziging, die het geluid - op het gehoor - onnodig maakt. Als “onnodig” kan echter niet aangemerkt worden het geluid dat wordt veroorzaakt door het enkele rijden met een ander type uitlaatsysteem dan het volgens de typegoedkeuring van het motorvoertuig daarbij behorende systeem, althans wanneer het een -ongewijzigd - uitlaatsysteem betreft, dat ingevolge het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen tot een goedgekeurd type behoort. Immers, ook indien dergelijk geluid als hinderlijk wordt ervaren, kan het niet als onnodig worden gekenschetst, nu het door de regelgever is toegelaten.
6. Uit de verklaring van de ambtenaar blijkt dat geen sprake is van een ongewijzigd uitlaatsysteem, maar dat een zogenaamde tweestandenklep in het uitlaatsysteem was gemonteerd. Daarnaast heeft de ambtenaar verklaard dat het voertuig van de betrokkene in de ene stand een hard, onvoldoende dempend geluid maakte, en dat het voertuig zodra het middels een schakelaar in de andere stand werd gezet een normaal motorgeluid maakte. Het geluid werd dus door de ambtenaar ervaren als beduidend meer geluid dan normaal. Het hof ziet geen aanleiding te twijfelen aan de constatering van de ambtenaar. Vastgesteld kan worden dat de gedraging is verricht.
7. In het arrest van het hof van 23 juli 2018 (ECLI:NL:GHARL:2018:6729) heeft het hof bepaald dat artikel 57 van het RVV 1990 een gedragsregel is, die het verbiedt om een voertuig op zodanige wijze te gebruiken dat onnodig geluid wordt veroorzaakt en dat dit voorschrift en de uitleg daarvan door het hof, niet zijn aan te merken als een uitbreiding op de permanente voertuigeisen in de Regeling voertuigen. Rijden met een voertuig waarvan de uitlaat is veranderd, waardoor geluidsnormen worden overschreden, kan ook een overtreding van permanente voertuigeisen opleveren. Dat betekent echter niet dat een ambtenaar geen sanctie kan opleggen voor onnodig geluid veroorzaken, wanneer hij constateert dat met een dergelijk voertuig op de openbare weg buitensporig geluid wordt gemaakt. Voertuigeisen en gedragsregels kunnen naast elkaar bestaan.
8. De beroepsgrond treft geen doel. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter bevestigen. Aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding is er niet.

De beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter;
wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten af.
Dit arrest is gewezen door mr. De Witt, in tegenwoordigheid van mr. Van der Meulen als griffier, en op een openbare zitting uitgesproken.