Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- het tussenarrest van 15 maart 2022
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling van 23 mei 2022
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft [appellant], handelend onder de naam [naam1], hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, dat op 10 november 2021 is uitgesproken. [appellant] had Hoving & Sedeqe Administratie en Belastingadvies ingeschakeld voor de boekhouding en belastingaangiftes van zijn restaurants. Hij was ontevreden over de uitvoering van de werkzaamheden door Hoving & Sedeqe en heeft daarom een ander administratiekantoor ingeschakeld. Hoving & Sedeqe vorderde betaling van een factuur van € 2.505,91, terwijl [appellant] een tegeneis instelde voor schadevergoeding.
De kantonrechter heeft de vordering van Hoving & Sedeqe toegewezen en de tegeneis van [appellant] afgewezen. In hoger beroep vordert [appellant] dat het hof de vordering van Hoving & Sedeqe afwijst en zijn eigen vordering toewijst, inclusief een verklaring voor recht dat de overeenkomst is ontbonden en dat hij bevrijd is van enige betalingsverplichting.
Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en de vordering van [appellant] afgewezen. Het hof oordeelde dat Hoving & Sedeqe niet in verzuim was, omdat er geen ingebrekestelling was gedaan. [appellant] heeft onvoldoende onderbouwd dat verzuim is ingetreden. Het hof concludeert dat er geen grondslag is voor de ontbinding van de overeenkomst en dus ook niet voor de schadevergoeding. [appellant] is veroordeeld tot betaling van de proceskosten in hoger beroep.