ECLI:NL:GHARL:2023:4496

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
29 mei 2023
Zaaknummer
P23/092
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel) met zorgwekkende ontwikkelingen in behandeltraject

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 mei 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de plaatsing van een jeugdige in een inrichting voor jeugdigen, onder de PIJ-maatregel. De jeugdige, die in een jeugdinrichting verblijft, heeft te maken met zorgwekkende ontwikkelingen in zijn behandeltraject, waaronder problematisch middelengebruik en een gebrek aan bereidheid om samen te werken met de jeugdinrichting. Het hof heeft vastgesteld dat de jeugdige niet in staat of bereid is om zich open te stellen, wat de vooruitgang in zijn behandeling belemmert. De rechtbank had eerder de PIJ-maatregel met twaalf maanden verlengd, maar het hof heeft deze beslissing vernietigd en de verlenging beperkt tot zes maanden. Dit biedt de mogelijkheid om de ontwikkelingen op korte termijn te toetsen aan de hand van een recent multidisciplinair gedragskundig rapport. Het hof heeft ook aandacht gevraagd voor de mogelijke aanwezigheid van psychische stoornissen en verslavingsproblematiek in het vervolgonderzoek. De beslissing van het hof houdt in dat de PIJ-maatregel voorwaardelijk eindigt op 22 juli 2023 en onvoorwaardelijk op 22 juli 2024, tenzij er een verlenging plaatsvindt.

Uitspraak

PIJ P23/092
Beslissing van 17 mei 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[jeugdige],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
verblijvende in [jeugdinrichting] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, van 27 januari 2023. Deze beslissing houdt in de verlenging van de termijn van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) met twaalf maanden.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank, en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 6 februari 2023 waarbij de jeugdige beroep heeft ingesteld;
- de registratiekaart van 14 maart 2023;
- de aanvullende informatie van de jeugdinrichting van 26 april 2023;
- een SAVRY-verslag, waarop 26 april 2023 is vermeld als datum waarop de uitkomsten van de afname zijn geregistreerd.
Het hof heeft ter zitting van 4 mei 2023 gehoord de jeugdige, bijgestaan door zijn raadsman, mr. H.P. Eckert, advocaat te Groningen en de advocaat-generaal, mr. H.J. Lambers. Daarnaast is als deskundige gehoord: M. Grimberg, psycholoog, verbonden aan de jeugdinrichting.

Overwegingen

Het standpunt van de jeugdige
De meest recente ontwikkelingen zijn niet positief, maar in de periode daarvóór heeft de jeugdige grote stappen gezet. Er is een strijd aan het ontstaan met de jeugdinrichting en de bereidheid tot samenwerking bij de jeugdige is aan het afnemen. Hij heeft nog niet eerder beroep ingesteld en is meestal bereid tot het accepteren van beslissingen die hem onwelgevallig zijn, maar in dit geval heeft hij door het instellen van beroep uitdrukking willen geven aan zijn beleving dat het niet goed loopt. Die onvrede heeft te maken met onduidelijkheden. Zo wordt een positieve uitslag van een urinecontrole gedoogd in verband met een werkverlof, maar staat een positieve uitslag wel in de weg aan het praktiseren van een sociaal verlof. Ook wordt in de beleving van de jeugdige niet op een heldere wijze gecommuniceerd over de zoektocht naar de invulling van het scholings- en trainingsprogramma (STP). Weliswaar heeft de jeugdinrichting vaak wel goede redenen voor de keuzes die zij maakt, maar het is belangrijk dat deze op een heldere wijze worden besproken met de jeugdige. Ook over het middelengebruik zou de jeugdinrichting het gesprek moeten aangaan met de jeugdige en hem duidelijk uitleggen waarom men wil dat hij daarmee stopt. Zelf meent hij dat zijn middelengebruik niet bijdraagt aan het recidiverisico. De raadsman heeft bepleit dat het hof zal beslissen tot voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel. De wens van de jeugdige is om dan onder elektronisch toezicht bij zijn vader te gaan wonen en in die omgeving aan het werk te gaan.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De jeugdige heeft een aantal doelen uitgesproken, zoals dat hij aan het werk is wanneer hij de leeftijd van 25 heeft bereikt. Dat doel is best haalbaar, maar alleen als er iets verandert. Hij zegt het gevoel te hebben dat hij dit alleen moet bewerkstelligen, maar dat is niet het geval. De jeugdige wenst dat de PIJ-maatregel voorwaardelijk wordt beëindigd, maar dit komt pas in beeld als hij laat zien dat hij in staat is de daaraan te verbinden voorwaarden na te leven. Het is van belang dat hij de hulp aanvaardt die hem worden aangeboden in de jeugdinrichting. De rechtbank heeft terecht beslist tot verlenging van de PIJ-maatregel met twaalf maanden.
Het oordeel van het hof
Vernietiging van de beslissing van de rechtbank
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen, omdat het hof tot een andere beslissing komt wat betreft de duur van de verlenging van de PIJ-maatregel.
Indexdelict
Bij vonnis van 18 juli 2019 heeft de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, de jeugdige veroordeeld tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, dit ter zake van onder andere tweemaal het medeplegen van een poging tot doodslag. De PIJ-maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Verlenging van de PIJ-maatregel
Het hof stelt voorop dat het voor een verlenging van de PIJ-maatregel noodzakelijk is dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, de verlenging van de maatregel eist. Daarnaast is vereist dat verlenging van de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de jeugdige.
Stoornis en recidivegevaar
Het verlengingsadvies van de jeugdinrichting van 21 november 2022 houdt in dat bij de jeugdige sprake is van een autismespectrumstoornis met ADHD-trekken, een normoverschrijdende gedragsstoornis, een stoornis in cannabisgebruik en een verstandelijke beperking. De jeugdinrichting schat het recidiverisico in als hoog.
Het hof verbindt hieraan de conclusie dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de PIJ-maatregel eist.
Duur van de verlenging
De jeugdinrichting is in de aanvullende informatie van 26 april 2023 gebleven bij het eerder gegeven advies om de PIJ-maatregel te verlengen met twaalf maanden. Uit de aanvullende informatie blijkt dat de afgelopen periode verschillende incidenten zijn voorgevallen. Zo heeft de jeugdige verbale agressie geuit, zowel naar andere jongeren als naar personeel van de inrichting. Ook is sprake geweest van fysieke agressie, waarbij de jeugdige een tafelpoot heeft afgebroken en probeerde deze als wapen te gebruiken tegen een groepsgenoot. Daarnaast heeft de jeugdige zich op 16 december 2022 onttrokken na een verlof bij de Buitenloods. Hij kwam uiteindelijk gehavend terug in de jeugdinrichting en had naar eigen zeggen gevochten met een jongere die hij kent. Verder blijkt uit de aanvullende informatie dat het middelengebruik van de jeugdige de afgelopen periode een steeds grotere negatieve rol is gaan spelen in zijn behandeltraject. Dit levert ook beperkingen op met betrekking tot de invulling van het STP.
Op de zitting van 4 mei 2023 heeft de jeugdige verklaard dat hij niet wil stoppen met blowen. Ook heeft hij verklaard dat hij de jeugdinrichting onvoldoende vertrouwt om met hen te bespreken wat hem dwars zit.
Het hof overweegt dat de recente ontwikkelingen zorgwekkend zijn. Het middelengebruik van de jeugdige speelt een stagnerende rol in het behandeltraject, terwijl de jeugdige niet bereid is daarmee te stoppen. Vooruitgang in het behandeltraject wordt ook bemoeilijkt doordat de jeugdige niet in staat of bereid is zich open te stellen tegenover de jeugdinrichting. Hij vindt dat hij in zijn eentje zijn problemen moet oplossen maar dat is niet zo. Hij kan hierbij hulp vragen van de medewerkers van de jeugdinrichting. Dan kan ook gekeken worden naar wat er nodig is om de jeugdige te helpen om zijn doelen voor de toekomst te bereiken. Gelet op het voorgaande zal het hof de duur van de verlening van de PIJ-maatregel beperken tot zes maanden, zodat de ontwikkelingen op een korte termijn zullen worden getoetst. Daarbij gaat het hof ervan uit dat de rechter dan zal beschikken over een recent multidisciplinair gedragskundig rapport waarin de hierna te noemen aandachtspunten worden besproken.
Multidisciplinair gedragskundig onderzoek
Het hof overweegt dat voor een volgende verlengingsprocedure een multidisciplinair gedragskundig rapport dient te worden opgemaakt (artikel 6:6:31, tweede lid, Wetboek van Strafvordering, juncto artikel 77s, tweede lid, Wetboek van Strafrecht). Het hof acht het wenselijk dat in het daaraan ten grondslag liggende onderzoek aandacht wordt besteed aan de volgende punten:
- de mogelijke aanwezigheid van een posttraumatische stressstoornis, althans een trauma;
- de mogelijke aanwezigheid van een stemmingsstoornis;
- het wenselijke beleid ten aanzien van de verslavingsproblematiek van de jeugdige en de inzet van psychofarmaca.
Verder acht het hof wenselijk dat (in aanvulling op het psychiatrisch en psychologisch onderzoek) een forensisch milieuonderzoek zal worden verricht.
Einde maatregel
Gelet op artikel 6:6:31, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering stelt het hof vast dat de beslissing van het hof meebrengt dat de maatregel voorwaardelijk zal eindigen op 22 juli 2023 en onvoorwaardelijk zal eindigen op 22 juli 2024. Het voorgaande geldt niet als de maatregel of de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel wordt verlengd.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, van 27 januari 2023 met betrekking tot de jeugdige, [jeugdige] .
Verlengt de termijn van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met 6 (zes) maanden. Aldus gedaan door
mr. M.E. van Wees, voorzitter,
mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen en mr. W.A. Holland, raadsheren,
drs. I.M. van Woudenberg en drs. E.M.M. Mol, raden,
in tegenwoordigheid van mr. D. van der Geld, griffier,
en op 17 mei 2023 in het openbaar uitgesproken.
De voorzitter, mr. Holland en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.