ECLI:NL:GHARL:2023:4297

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
16 mei 2023
Publicatiedatum
22 mei 2023
Zaaknummer
21-003078-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor jarenlang seksueel misbruik en verkrachting van minderjarige zus

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte is veroordeeld voor jarenlang seksueel misbruik en verkrachting van zijn minderjarige zusje. De feiten hebben zich afgespeeld tussen 2003 en 2013, waarbij de verdachte, die in de periode van het misbruik zowel minderjarig als meerderjarig was, zijn zusje heeft gedwongen tot verschillende seksuele handelingen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zijn positie als oudere broer heeft misbruikt om psychische druk uit te oefenen op het slachtoffer, waardoor zij zich niet kon verzetten tegen de handelingen. De rechtbank had eerder een jeugddetentie opgelegd, maar het hof heeft besloten om de feiten als één complex te beschouwen en heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, die psychische schade heeft opgelopen door het misbruik. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding toegewezen, met uitzondering van de reiskosten naar de advocaat en politie, en heeft de verdachte verplicht om een bedrag van € 21.931,44 te betalen aan de benadeelde partij.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003078-21
Uitspraak d.d.: 16 mei 2023
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 22 juni 2021 met parketnummer 16-217595-20 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1991 ,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 18 april 2023, 16 mei 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. A.K.S.R. Manniesing, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Aan verdachte is één dagvaarding uitgebracht. De drie tenlastegelegde feiten zien op een periode waarin verdachte deels minderjarig en deels meerderjarig was. De rechtbank heeft twee vonnissen gewezen. Eén vonnis voor het minderjarige deel en één voor het meerderjarige deel.
De rechtbank heeft verdachte ten aanzien van het minderjarige deel van het bewezenverklaarde seksueel misbruik van zijn minderjarige zusje veroordeeld tot -kort gezegd- een jeugddetentie van één jaar met aftrek van het voorarrest. De rechtbank heeft bevolen dat de jeugddetentie wordt vervangen door een gevangenisstraf.
De rechtbank heeft verdachte ten aanzien van het meerderjarige deel van het bewezenverklaarde seksueel misbruik van zijn minderjarige zusje veroordeeld tot -kort gezegd- een gevangenisstraf van twee jaren met aftrek van het voorarrest en met oplegging van de maatregel van een contactverbod met [benadeelde] . De rechtbank heeft de dadelijke uitvoerbaarheid bevolen van deze maatregel. De rechtbank heeft verder de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] toegewezen tot € 14.315,38 en daarbij de schadevergoedingsmaatregel opgelegd.
Zoals uit de tenlastelegging blijkt, heeft een deel van de ontuchtige handelingen plaatsgevonden toen verdachte nog minderjarig was en een deel toen hij reeds meerderjarig was. Het vierde lid van artikel 495 van het Wetboek van Strafvordering biedt het hof, als jeugdstrafkamer, in een zaak als deze de mogelijkheid om kennis te nemen van feiten voor- en nadat een verdachte de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt. Hiermee wordt beoogd mogelijk te maken dat een feitencomplex dat een periode omvat die begint voor het 18e levensjaar en eindigt na het 18e levensjaar als één feit te laste te leggen. De tenlastegelegde periode behoeft zo niet in twee delen te worden geknipt en een zaak hoeft dan niet gesplitst te worden in een minderjarige en een meerderjarige (deel)zaak. Het hof dient dan conform lid 5 van hetzelfde artikel een keuze te maken omtrent het toepasselijke sanctiestelsel. Gelet op de toelichting bij de invoering van dit wetsartikel is de hoofdregel dat de berechting geschiedt volgens het sanctiestelsel van volwassenen, maar de rechter kan ervoor kiezen een straf of maatregel uit het strafrecht voor jeugdigen op te leggen. Het voorstel voorziet niet in de mogelijkheid te differentiëren naar het moment waarop deze feiten zijn begaan (MvT,
Kamerstukken II2012/13, 33498, 3, p. 55). Het wetsartikel en de toelichting daarbij bieden geen aanknopingspunten voor het standpunt dat dit alleen zou gelden voor zaken waarin het feitencomplex begint vanaf het 16e levensjaar en doorloopt tot na het bereiken van de leeftijd van 18 jaren.
Gezien het belang van verdachte bij gelijktijdige berechting van alle ten laste gelegde feiten en de omstandigheid dat deze feiten met elkaar als het ware één feitencomplex vormen, brengt een doelmatige rechtspleging met zich dat het hof alle feiten – ook al zijn zij begaan voor de inwerkingtreding van de hiervoor genoemde wetswijziging – gelijktijdig behandelt en in één arrest opneemt, zoals in vergelijkbare zaken al eerder is gedaan.
Om die reden, maar ook omdat het hof anders dan de rechtbank tot één strafoplegging komt voor alle ten laste gelegde feiten, zal het hof de vonnissen waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen, waarbij de bewijsoverwegingen van de rechtbank worden overgenomen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
1. primair
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode gelegen tussen 5 november 2003 tot en met 10 april 2007 te [Pleegplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland met [benadeelde] , geboren op [geboortedatum 2] 1995 , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, meermalen, althans éénmaal (telkens) een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens)
- de borsten en/of vagina, althans de schaamstreek van die [benadeelde] betast en/of aangeraakt en/of
- zijn geslachtsdeel in de hand doen nemen, althans doen/laten aanraken en/of betasten door die [benadeelde] en/of
- ( vervolgens) zich laten/doen aftrekken door die [benadeelde] en/of
- zijn geslachtsdeel in de hand genomen en/of getoond aan die [benadeelde] en/of
- ten overstaan van die [benadeelde] gemasturbeerd, althans heen en weer gaande bewegingen gemaakt met zijn hand(en) over zijn geslachtsdeel en/of
- zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen van die [benadeelde] gebracht en/of gestopt en/of
- zijn geslachtsdeel gebracht en/of gehouden in de mond van die [benadeelde] ; ( art 244 Wetboek van Strafrecht )
1. subsidiair
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode gelegen tussen 5 november 2003 tot en met 10 april 2007 te [Pleegplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland met [benadeelde] , geboren op [geboortedatum 2] 1995 , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens) ontuchtig
- de borsten en/of vagina, althans de schaamstreek van die [benadeelde] betast en/of aangeraakt en/of
- zijn geslachtsdeel in de hand doen nemen, althans doen/laten aanraken en/of betasten door die [benadeelde] en/of
- ( vervolgens) zich laten/doen aftrekken door die [benadeelde] en/of
- zijn geslachtsdeel in de hand genomen en/of getoond aan die [benadeelde] en/of
- ten overstaan van die [benadeelde] gemasturbeerd, althans heen en weer gaande bewegingen gemaakt met zijn hand(en) over zijn geslachtsdeel en/of
- zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen van die [benadeelde] gebracht en/of gestopt; ( art 247 Wetboek van Strafrecht )
2. primair
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode gelegen tussen 11 april 2007 tot en met 10 april 2011 te [Pleegplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland met [benadeelde] , geboren op [geboortedatum 2] 1995 , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens) ontuchtig
- de borsten en/of vagina, althans de schaamstreek van die [benadeelde] betast en/of aangeraakt en/of
- zijn geslachtsdeel in de hand doen nemen, althans doen/laten aanraken en/of betasten door die [benadeelde] en/of
- ( vervolgens) zich laten/doen aftrekken door die [benadeelde] en/of
- zijn geslachtsdeel in de hand genomen en/of getoond aan die [benadeelde] en/of
- ten overstaan van die [benadeelde] gemasturbeerd, althans heen en weer gaande bewegingen gemaakt met zijn hand(en) over zijn geslachtsdeel en/of
- zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen van die [benadeelde] gebracht en/of gestopt; ( art 245 Wetboek van Strafrecht )
2. subsidiair
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode gelegen tussen 11 april 2007 tot en met 10 april 2011 te [Pleegplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, met [benadeelde] , geboren op [geboortedatum 2] 1995 , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens) ontuchtig
- de borsten en/of vagina, althans de schaamstreek van die [benadeelde] betast en/of aangeraakt en/of
- zijn geslachtsdeel in de hand doen nemen, althans doen/laten aanraken en/of betasten door die [benadeelde] en/of
- ( vervolgens) zich laten/doen aftrekken door die [benadeelde] en/of
- zijn geslachtsdeel in de hand genomen en/of getoond aan die [benadeelde] en/of
- ten overstaan van die [benadeelde] gemasturbeerd, althans heen en weer gaande bewegingen gemaakt met zijn hand(en) over zijn geslachtsdeel en/of
- zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen van die [benadeelde] gebracht en/of gestopt en/of
- de vagina, althans de schaamstreek van die [benadeelde] gelikt, althans met zijn mond aangeraakt en/of
- ( vervolgens) zijn tong in/tussen/op de vagina/schaamlippen gebracht en/of gedaan; ( art 247 Wetboek van Strafrecht )
3.
hij in of omstreeks de periode van 11 april 2011 tot en met 10 april 2013 te [Pleegplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens), door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , hebbende verdachte meermalen, althans éénmaal (telkens)
- de borsten en/of vagina, althans de schaamstreek van die [benadeelde] betast en/of aangeraakt en/of
- zijn geslachtsdeel in de hand doen nemen, althans doen/laten aanraken en/of betasten door die [benadeelde] en/of
- ( vervolgens) zich laten/doen aftrekken door die [benadeelde] en/of
- zijn geslachtsdeel in de hand genomen en/of getoond aan die [benadeelde] en/of
- ten overstaan van die [benadeelde] gemasturbeerd, althans heen en weer gaande bewegingen gemaakt met zijn hand(en) over zijn geslachtsdeel en/of
- zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen van die [benadeelde] gebracht en/of gestopt en/of
- de vagina, althans de schaamstreek van die [benadeelde] gelikt, althans met zijn mond aangeraakt en/of
- ( vervolgens) zijn tong in/tussen de vagina/schaamlippen gebracht en/of gedaan en/of
- zijn geslachtsdeel gebracht en/of gehouden in de mond en/of de vagina van die [benadeelde] ; en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte, een feitelijk overwicht op die [benadeelde] heeft en/of heeft gehad (gezien de familiare relatie als broer en zus, met die [benadeelde] en/of het leeftijdsverschil) en/of (aldus) voor die [benadeelde] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; (art 242 Wetboek van Strafrecht )
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

De advocaat-generaal heeft gevorderd tot vrijspraak.
De verdediging heeft zich aangesloten bij de advocaat-generaal.
Het hof heeft rekening gehouden met de volgende bewijsmiddelen, die vrijwel geheel overeenkomen met de bewijsmiddelen die de rechtbank in het vonnis heeft opgenomen: [1]
 Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] op 14 mei 2019:
V: Tegen wie wil je aangifte doen?
A: Mijn broer [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1991 .
V: Waarvan wil je aangifte doen, kan je dat in enkele woorden zeggen?
A: Voor misbruik. Seksueel misbruik.
V: In welke periode heeft dat plaatsgevonden?
A: Rond 9 a 10 jaar tot ongeveer mijn achttiende.
(…)
Een keer op de [locatie 1] is het nog een keer op zijn kamer gebeurd. We waren aan het
spelen. Mijn andere broer [naam] was er ook bij en [verdachte] . [naam] ging vervolgens weg, waardoor ik alleen met [verdachte] in zijn kamer bleef. Ik zat op zijn bed. [verdachte] begon weer over het dansen in mijn string. Hij zei dat hij het leuk vond en dat weer wilde. Terwijl hij dat zei, maakte hij zijn broek open en haalde zijn penis tevoorschijn. [2]
Hij zat op bed met zijn penis in zijn hand. Hij begon aftrekbewegingen te maken. Hij had het over pijpen, maar op die leeftijd wist ik nog niet zo goed wat dat was. Hij legde het mij uit. Hij vroeg ik dat bij hem wilde doen. Ik zei dat ik dat niet wilde. Hij begon op mij in te praten. Hij zei dat hij aan mij zag dat ik het wilde en dat hij mijn broer was. Hij zei dat het daarom wel kon. Hij vroeg of ik tussen zijn benen op mijn knieën wilde gaan zitten. Ik moest hem vervolgens pijpen. Ik heb zijn penis een keer een klein stukje in mijn mond gehad. Het duurde niet lang. Ik ben toen naar mijn kamer gegaan. Ik was toen tussen de elf en dertien jaar. Op mijn dertiende ben ik verhuisd en ik weet nog dat dit op de [locatie 1] was.
(…)
A: Hij greep me bij mijn borsten als er niemand thuis was. Rond mijn tiende begonnen mijn borsten al te groeien. Rond mijn elfde zat ik al aan de BH maat A of B. Als ik dan beneden op de bank zat, ging hij aan mijn borsten zitten. Dat deed hij over mijn kleding.
(…)
V: Vertel ons eens over [locatie 2] ?
A: Ik was dertien jaar. Daar werd alles veel groter en escaleerde het. We gingen buiten chillen. Op de [locatie 3] kwam een grote groep samen. Mijn broers [verdachte] en [naam] chillden met diezelfde groep. Een vriend uit die groep, [vriend] , ging naar mijn broer [naam] toe. Hij zei dat ze het met een groepje jongens over meisjes hadden. De jongens zeiden tegen [verdachte] dat hij een lekker zusje had. [verdachte] reageerde toen door te zeggen dat hij dat wist en dat hij mij ook al had gehad. Er is toen verder niet op gereageerd. [vriend] ging hiermee naar [naam] . [naam] is ongeveer een jaar jonger dan [verdachte] . [naam] heeft er niets mee gedaan met wat hij van [vriend] hoorde.
(…)
V: Vertel nog eens over het seksueel misbruik dat op [locatie 2] gebeurde?
A: In de woonkamer ‘s avonds als iedereen naar bed ging. Ik denk dat ik net veertien was. Ik zat op de bank en [verdachte] zat naast me. Hij vroeg aan me of ik nog wist wat er vroeger was gebeurd. Of ik nog van die ene keer wist dat ik hem moest pijpen. Ik zei dat ik dat nog wel wist en dat ik dat niet normaal vond. Hij deed zijn broek weer open en haalde zijn penis weer tevoorschijn. Hij vroeg of ik het nog een keer wilde doen. Ik zei van niet. Hij begon weer dat ik het al een keer gedaan had en dat het wel kon, dat het normaal was. Ik blokkeerde op dat moment met mijn lichaam en geest en ik dissocieerde van mezelf. Ik zag mezelf van bovenaf. [verdachte] bleef doorvragen en praten dat het normaal was en dat ik het nog maar een keer moest proberen, anders wist ik niet of ik het wel leuk vond. Ik belandde weer tussen zijn benen, ik had mijn hand om zijn penis en moest hem pijpen. Dat ging niet heel soepel. Ik stopte zijn penis in mijn mond en ging heen en weer. [3]
(…)
Volgens mij is die nacht ook de eerste keer dat hij mij in de nacht ging betasten.(…)
Ik weet dat ik ongeveer een uur na dat pijpen in mijn bed lag en probeerde te slapen. Hij kwam heel sneaky mijn kamer in. Ik deed alsof ik sliep. Mijn lichaam bevroor weer, omdat ik heel erg bang was voor wat komen ging. Hij probeerde met zijn hand onder de deken te komen. Hij zat aan de zijkant van mijn bed. Hij raakte mijn borsten aan en ging met zijn hand over mijn buik naar mijn vagina. Hij raakte mijn vagina aan en ik maakte een soort schoppende beweging. Net alsof ik in mijn slaap dat deed. Hij schrok hiervan en ging weg. Hij raakte mijn borsten aan over mijn nachtjapon. Ik droeg geen ondergoed, dus hij raakte mijn blote vagina aan.
(…)
V: Hoe ging het verder?
A: Heel geleidelijk op een avond niet meteen de volgende dag, maar ik denk een week later begon het weer op de bank. Het was altijd op de bank in de woonkamer. Hij raakte mijn borsten aan en ging ook met zijn hand in mijn T-shirt. Hij raakte mijn blote borsten aan.(..). Hij haalde weer zijn penis tevoorschijn en vroeg weer of ik hem wilde pijpen. Ik heb hem toen weer gepijpt.
V: Zijn er andere handelingen gebeurd op [locatie 2] dan wat je nu verteld hebt?
A: Ja. Het begon in de keuken. Ik was vijftien jaar. Ik was nog geen zestien, want ik was nog niet met de brommer bezig. Hij begon toen met handelingen bij mij. Hij had mij daarvoor al een paar keer gevingerd, maar nu deed hij het voor het eerst met zijn mond. Ik zat op het keukenblad. Hij trok mijn broek helemaal naar beneden waardoor ik met mijn blote kont op het keukenblad zat. Ik had geen broek en onderbroek aan. [verdachte] had dat helemaal uitgetrokken bij mij. Hij probeerde mij met zijn mond te bevredigen. Hij ging met
zijn mond op mijn vagina en met zijn tong. Daarna deed hij ook zijn vingers erbij. Het stomme is dat mijn lichaam daar op reageerde waardoor hij dacht dat ik het lekker vond. Ik denk dat het een kwartier geduurd heeft. Hij stopte en stond op. Ik ging van het keukenblad af. Hij stond voor mij met zijn penis in mijn hand. Hij vroeg of ik op hem wilde zitten. Ik zei dat ik dat niet wilde. Hij zei dat hij had gemerkt dat ik het lekker vond. Hij pakte een condoom die hij al bij zich had. Ik weet niet waar hij hem vandaan haalde, maar hij had hem al bij zich. Hij deed de condoom om zijn penis. Hij zat inmiddels op de bank en ik moest op hem zitten met mijn gezicht naar hem toe. Ik hing boven hem omdat ik bang was dat hij bij mij naar binnen zou gaan. Ik vroeg of het wel goed was wat er gebeurde. Hij zei dat het goed was en wel meer gebeurde. Hij deed zijn handen op mijn schouders. Ik zei weer dat het niet goed was. Hij begon mij steeds harder op mijn schouders naar beneden te drukken waardoor ik zijn eikel tegen mijn vagina aan voelde. Ik schoot omhoog en zei weer dat het niet juist was. Hij zei weer van wel. Hij duwde mij weer omlaag en voelde dat zijn eikel in mijn vagina ging. Ik ging steeds weer omhoog en hij duwde mij steeds weer omlaag. Hij ging steeds verder met zijn penis in mijn vagina. Ik denk dat hij er voor de helft in ging. [verdachte] heeft een grote penis en het deed zo verschrikkelijk veel pijn! Ik ging weer omhoog
en wist van hem af te komen. Hij pakte mij bij mijn arm en zei: Dat flik je me niet, dat is zonde van mijn condoom. Ik ging stampend naar boven, waardoor het stopte.
V: Hoe vaak is hij met zijn penis in jouw vagina gegaan?
A: Alleen die keer. Ik was vijftien en [verdachte] is vier jaar ouder.
V: Vertel eens over dat vingeren?
A: [verdachte] en ik zaten op de bank. Hij zat aan mijn borsten. Daarna ging hij met zijn hand in mijn broek en ging met zijn vingers over mijn vagina heen. Daarna ging hij met zijn vingers in mijn vagina. Zo ging het eigenlijk altijd. [4]
(…)
A: Ik raakte op de [locatie 1] voor het eerst zijn penis aan. De eerste keer dat ik hem echt af moest trekken en dat hij klaar kwam, was op de bank op [locatie 2] . Ik denk dat dat aftrekken voor het eerst gebeurde rond de tijd dat ik een vriendje had. [verdachte] zei namelijk altijd dat ik op hem kon oefenen, waardoor ik een expert kon zijn bij mijn vriendje.
V: Hoe ging dat aftrekken?
A: We zaten op de bank. Hij haalde zijn penis tevoorschijn en begon zich af te trekken. De rest van het gezin lag al in bed. [verdachte] zette porno aan op de tv. Ik weet alleen dat het porno was tussen een man en vrouw. De vrouw begon de man te pijpen, dat weet ik nog. Voor de rest keek ik er ook niet echt naar. Terwijl die porno aan stond, begin [verdachte] zich af te trekken. Hij praatte op mij in of ik hem verder af wilde trekken. Uiteindelijk ging hij naast mij zitten en ging ik hem aftrekken. Hij haalde daarvoor eerst nog wc papier. Ik trok hem af en terwijl ik dat deed, voelde hij aan mijn blote borsten. Vervolgens kwam hij klaar in zijn eigen hand. Hij maakte het schoon met het wc papier.
V: Hoe ging dat dan?
A: Ik zat met mijn hand aan zijn penis en hij hield zijn hand eronder om zijn sperma
op te vangen.
(…)
V: Wat is de laatste keer geweest?
A: Rond mijn achttiende jaar heb ik hem nog een keer gepijpt op de bank. Dat was op [locatie 2] . De volgende dag ben ik voor het eten naar mijn ouders gegaan. Ik heb toen tegen mijn ouders gezegd dat [verdachte] ongewenst aan mij zat en dat er dingen met seks waren gebeurd. Mijn moeder haalde [verdachte] erbij. [verdachte] zei dat het klopte. De volgende dag moest hij het huis uit van mijn moeder. Daarmee was het gestopt. [5]
(…)
V: Kun je nog terughalen hoe oud je was toen je hem de eerste keer moest pijpen? Je zegt tussen elf en dertien, maar kun je het iets preciezer zeggen?
A: Ik zat nog op de lagere school, ik denk dat ik in groep 7 zat. Ik ben een keer blijven zitten. Ik was elf of twaalf jaar. Het was het tweede jaar van de camping.
V: Hoe vaak kwam hij bij je als je in bed lag te slapen?
A: Vaak. Er waren weken dat het drie keer in de week gebeurde, maar soms ook een week
niet.
(…)
V: Er zijn momenten op de bank in de woonkamer dat hij je aanraakt en na het pijpen op de bank, kwam hij voor het eerst naar je kamer. Kwam hij daarna vaker naar je kamer?
A: Ja, klopt.
(…)
A: Rond mijn vijftiende begon ik te experimenteren met drugs. Ik begon met speed. [verdachte] zat zelf al lang aan de drugs. Als [verdachte] mij probeerde over te halen om handelingen te doen, zei ik wel eens dat hij moest stoppen en dat ik het anders aan papa en mama ging vertellen. [verdachte] zei dan dat hij dan zou vertellen aan papa en mama dat ik drugs gebruikte. Uiteindelijk moest ik dan toch die handelingen bij hem doen, omdat ik bang was dat hij het zou vertellen.
(…)
V: Hoe vaak denk je dat je [verdachte] hebt moeten pijpen? [6]
A: Heel vaak. Ik denk zeker over de 200 keer. Het gebeurde dagelijks en soms ook dagen niet. Het zijn voor mij ook veel gaten. Wat ik weet is dat het gerust vier dagen achter elkaar kon gebeuren dat ik hem moest pijpen of dat het vingeren erbij kwam. Als hij naar mijn kamer kwam, dan raakte hij mij aan tot ik begon te bewegen en dan ging hij weer weg.
(…)
V: We hebben uit het informatieve gesprek begrepen dat je broer is aangesproken op zijn gedrag, vertel daar eens alles over?
A: Dat was mijn initiatief. Mijn vader wist niet hoe hij ermee om moest gaan. Ik heb met mijn vader en broer [verdachte] gesproken in 2018. Ik heb dat van tevoren besproken met mijn behandelaar. Ik vroeg aan [verdachte] of hij nog wist wat er gebeurd was tussen ons. Hij zei dat hij dat nog wist. Ik vroeg of hij vond dat ik daar een aandeel in had. Hij zei dat dat zeker
niet zo was, omdat hij mij gepusht had. Ik vroeg waarom hij die dingen deed. Hij zei dat hij op die momenten een meisje wou zien of voelen, omdat hij seksverslaafd is. Mijn vader zei alleen maar dat hij het alsnog niet normaal vond, omdat hij vier jaar ouder is. [7]
 Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden op 14 maart 2019.
Vanaf mijn 10e en 11e herinner ik me het meest omdat het toen echt uit de hand liep. Ik moest echt handelingen uitvoeren bij hem en hij deed dingen bij mij. Ik moest met mijn handen zijn geslachtsdeel zitten en heen en weer bewegen. Aftrekken. Dat moest ik ook met mijn mond doen, hem pijpen. Hij zat met zijn handen aan mijn geslachtsdeel. Hij gaan met zijn handen aan mijn geslacht zitten, gaat in mij. Vingeren dus.
Na mijn 12de was het voornamelijk het pijpen en het aanraken. Op mijn 13de verhuisden
we naar [locatie 2] in [Pleegplaats] . (..)
Er is één keer seks geweest. Ik denk dat dit rond mijn 15de was. Dit is gebeurd in de
woonkamer op [locatie 2] in [Pleegplaats] . Het was toen begonnen in de keuken, hij deed
handelingen bij mij in de keuken, hij vingerde me, likte mij. (…)
Het resultaat was dat hij elke avond en nacht naar me toe kwam en dan zat hij aan mijn borsten en aan mijn vagina. (…)
Op mijn 18de stopte het. Het stopte omdat mijn broer het huis uit was gezet. Ik heb mijn ouders verteld dat [verdachte] me aanraakt op manieren die ik niet wilde. Dat er ook seksuele handelingen zijn gebeurd. [verdachte] is aan tafel geroepen en mijn moeder heeft gezegd dat hij het huis uit moet. (…)
[verdachte] zei vanaf mijn 9de dat het normaal was. Ook had [verdachte] een bepaalde machtsverhouding over mij. Dat maakte dat ik het niet eerder kon stoppen. [verdachte] heeft me verkracht gewoon. En er kwam drugs in het spel, daar chanteerde hij me mee, dat hij het zou vertellen aan mijn ouders dat ik dat gebruikte. Ik ben vanaf mijn 14de begonnen met blowen en vanaf mijn 15de en 16de raakte ik verslaafd aan de harddrugs, speed en XTC. Mijn broer gebruikte ook drugs. [verdachte] zei dat als ik niet mee zou gaan in de handelingen, hij het tegen mijn ouders zou zeggen dat ik drugs gebruikte. Dus ik voelde me gedwongen om erin mee te gaan want ik was als de dood dat mijn ouders erachter kwamen, van de drugs. [8]
(…)
[verdachte] heeft erg gehuild aan tafel en hij schaamde zich heel erg. Hij heeft het ook niet ontkend aan tafel. Ongeveer een half jaar geleden hebben we een gesprek gehad, met mijn vader en [verdachte] . Dat heb ik met mijn behandelaar helemaal besproken en ook hoe. Ik zat met mijn vader en [verdachte] aan tafel. Ik heb aan [verdachte] gevraagd: "Vind jij dat ik een aandeel heb gehad in wat er gebeurd is?" Hij zei: "Nee." Hij zei uit zichzelf toen: "Ik heb je gepusht." Ik zei dat hij nu dus aangaf dat hij dingen deed die hij wilde maar ik wilde weten hoe het kan dat hij dit deed bij mij toen ik nog zo'n jong meisje was. [verdachte] zei dat hij seksverslaafd was en dat het gekomen is door de lust die hij kreeg in het meisje die hij zag. [9]
 Het proces-verbaal verhoor getuige bij de rechter-commissaris van [getuige 2] op 26 mei 2021.
Wat was het eerste moment dat u zich herinnert dat [benadeelde] aan u iets verteld heeft over seksuele dingen door [verdachte] ?
Dat weet ik niet meer.
Bij benadering, was ze toen 15 of was ze 10 jaar. Zat ze op de basisschool?
Ja, ze zat op de basisschool.
Kunt u zich herinneren wat ze de eerste keer heeft gezegd over de handelingen?
Dat [verdachte] aan haar zat, geen specifieke dingen.
Waren dat wel dingen met een seksuele betekenis?
(…)
Het antwoord is ja.
Kunt u dit nog concreet maken
Ze kwam op een gegeven moment naar me toe. Ze zei dat [verdachte] dingen met haar deed die ze niet wilde. Dat ze wilde dat het stopte. [10]
(…)
Hoorde u van haar zoiets een keer per jaar, een keer per maand?
(…) Ik weet dat het regelmatig was.
(…)
Ze moest hem pijpen, aftrekken. Op een gegeven moment was er iets met een condoom. Zij heeft toen iets gezegd van nee. Hij zei toen, zonde van de condoom. Ze heeft me ook gezegd dat ze gemeenschap met hem heeft gehad. [11]
(…)
Ik vond slipjes van [benadeelde] bij hem op de slaapkamer.
(…)
Ik weet dat er een kern van waarheid in zit. Ik vroeg op een gegeven moment één keer waarom hij dit soort dingen gedaan heeft en toen zei [verdachte] ,” ik had gewoon een meisje nodig”.(…)
Kunt u zich herinneren wanneer [verdachte] dit zei?
Een aantal jaren geleden. Ik denk ongeveer vijf jaar geleden.(…)
Ik heb [verdachte] uit huis gezet. Ik was de enige die er wat aan deed. [12]
 Het proces-verbaal verhoor getuige bij de rechter-commissaris van [getuige 1] op 26 mei 2021.
In 2018 heeft u een gesprek gehad samen [benadeelde] en [verdachte] .
Dat klopt. [13]
(…)
Dat is een tijdje geleden, maar slechts drie jaar geleden. Waarvoor moest [verdachte] excuus aanbieden?
Dat [benadeelde] hem betichtte dat hij bepaalde handelingen met haar had gedaan. Ik vond het gepast om een gesprek daarover te hebben. [14]
(…)
U zegt: dat stukje over dat hij op dat moment een meisje wilde voelen. Dat herken ik niet, maar de zinnen daarvoor?(de officier van justitie citeert nogmaals)
“Ik vroeg aan [verdachte] of hij nog wist wat er gebeurd was tussen ons. Hij zei dat hij dat nog wist. Ik vroeg of hij vond dat ik daar een aandeel in had. Hij zei dat dat zeker niet zo was, omdat hij mij gepusht had. Herkent u dat stukje?
Het klopt wel dat zoiets gezegd is. (…)
Rechter-commissaris : Hij heeft het dus ook gezegd?
Hij heeft gezegd dat het hem spijt en dat het zijn schuld was. [15]
 Het proces-verbaal verhoor getuige bij de rechter-commissaris van [getuige 3] op 3 juni 2021.
Ik weet dat er een soort van verzoengesprek was bij mijn vader en dat [verdachte] ook mede door het pushen van mijn vader de underdog heeft gespeeld. Ik was er zelf niet bij dus dat is lastig. Dat heb ik gehoord van mijn vader.
Wanneer heeft u dat gehoord?
Een jaar of anderhalf jaar geleden.
(…)
Wat heeft hij (hof begrijpt: [verdachte] ) wel gezegd?
Dat er handelingen zijn verricht.
Wat voor handelingen? [16]
Seksuele handelingen.
(…)
Dus als ik u goed begrijp heeft hij niet tegen u gezegd dat hij [benadeelde] gepenetreerd zou hebben, maar heeft hij wel gezegd dat ze seksuele handelingen hebben verricht?
Hij heeft het niet ontkend. Ik vroeg of er dingen gebeurd zouden zijn. Hij zei daarop: er zijn wel dingen gebeurd.
(…)
En dat was ook de strekking van dat gesprek? Het ging over dingen, over seksuele handelingen?
Dat kwam wel naar voren tijdens het gesprek met [verdachte] .
Rechter-commissaris: dat gesprek werd wel duidelijk gekoppeld aan de verwijten die [benadeelde] maakte?
(…)
Bent u wel eens door iemand anders aangesproken over iets dat [verdachte] zou hebben verteld over het plegen van seksuele handelingen met zijn zusje?
Ik ben daar wel op aangesproken.
(…)
Wat heeft die persoon tegen u gezegd?
Of er daadwekelijk dingen gebeurd zijn tussen [benadeelde] en [verdachte] . Ik wuifde dat weg, ik dacht dat is grootspraak.
Van wie had die persoon gehoord dat er wat gebeurd zou zijn?
Volgens mij van [verdachte] zelf, wat hij zei.
Wat zou [verdachte] tegen die persoon hebben gezegd?
Dat werd wad genuanceerder gezegd, in de zin van dat [verdachte] , volgens die persoon, zei: “ik had [benadeelde] al gedaan”.
(…)
Ik was toen zelf 17 jaar. Ik weet nog wel waar het was, maar ik weet niet meer wie het was. We hadden een vrij grote vriendengroep.
Waar was dat?
Bij de [locatie 4] in [Pleegplaats] .
Dus toen u een jaar of 17 was, is er bij de [locatie 4] in [Pleegplaats] iemand naar u toe gekomen die tegen u heeft gezegd: [verdachte] heeft tegen mij gezegd dat hij [benadeelde] heeft gedaan.
‘Al’ heeft gedaan. In de zin van: voor jou. Een beetje pocherig. [18]
De rechtbank heeft in het vonnis de volgende bewijsoverwegingen opgenomen:
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Betrouwbaarheid verklaring aangeefster en steunbewijs.
De rechtbank stelt voorop dat het bewijs dat een verdachte een tenlastegelegd feit heeft begaan volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) door de rechtbank niet uitsluitend kan worden aangenomen op basis van de verklaring van één getuige of alleen op basis van de verklaring of aangifte van het slachtoffer. In zedenzaken, zoals onderhavige zaak, doet zich vaak de situatie voor dat alleen het veronderstelde slachtoffer en de veronderstelde dader aanwezig zijn geweest bij de bewuste handelingen. Dat is ook in deze zaak het geval. Uit vaste rechtspraak kan echter worden afgeleid dat in zedenzaken niet is vereist dat het misbruik als zodanig (waaronder het seksueel binnendringen) bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van de aangever op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring (aangever) heeft afgelegd. Tussen de verklaring en het overige gebezigde bewijsmateriaal mag geen sprake zijn van een te ver verwijderd verband.
De rechtbank zal in dat kader eerst moeten vaststellen of zij de verklaring van [benadeelde] betrouwbaar vindt en -als dat zo is en de verklaring dus als bewijsmiddel kan worden gebruikt- vervolgens ook moeten nagaan of in het dossier voldoende steunbewijs aanwezig is voor deze verklaring.
De rechtbank overweegt dat aangeefster [benadeelde] uitgebreid, concreet. consistent en gedetailleerd heeft verklaard bij het informatief gesprek zeden op 14 maart 2019 en in haar aangifte op 14 mei 2019 over het misbruik door verdachte. Zowel ten aanzien van de handelingen die zouden hebben plaatsgevonden als de frequentie van het misbruik en de omstandigheden waaronder dat misbruik heeft plaatsgevonden zijn de verklaringen van aangeefster consistent. De rechtbank acht de verklaringen van aangeefster dan ook in zijn geheel betrouwbaar.
De rechtbank moet vervolgens beoordelen of er voldoende steunbewijs aanwezig is voor deze verklaring. In het dossier bevinden zich getuigenverklaringen van de ouders en de broer van aangeefster en verdachte. Zij verklaren alle drie dat verdachte in meer of mindere mate aan hen heeft toegegeven dat er seksuele handelingen zijn verricht tussen hem en [benadeelde] , zoals hiervoor weergegeven. De rechtbank is van oordeel dat dat deze verklaringen voldoende steun bieden aan de verklaringen van [benadeelde] zelf.
De verklaring van verdachte dat het niet klopt wat aangeefster verklaard, en er dus van misbruik geen sprake zou zijn geweest, acht de rechtbank gelet op het voornoemde niet geloofwaardig. Ook volgt de rechtbank verdachte niet in zijn verklaring dat hij de verrichte seksuele handelingen enkel heeft toegegeven om zijn vader een plezier te doen of dat hij dacht dat het alleen ging om het aanraken van elkaar over de kleding. De beschuldigingen van aangeefster waren voor verdachte al lange tijd voldoende duidelijk en hij heeft in dat kader zowel tegenover zijn vader, moeder als broer die beschuldigingen (gedeeltelijk) erkend.
Dwingen door een feitelijkheid/feitelijkheden (feit 3)
De rechtbank overweegt dat volgens vaste jurisprudentie sprake kan zijn van dwingen door een feitelijkheid indien de verdachte opzettelijk een zodanig psychische druk heeft uitgeoefend of het slachtoffer in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat het slachtoffer zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten. of dat de verdachte het slachtoffer heeft gebracht in een zodanige door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie dat het slachtoffer zich naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken. Of zulk een dwang zich heeft voorgedaan, laat zich niet in het algemeen beantwoorden, maar hangt af van de concrete omstandigheden van het geval (HR 27 augustus 2013, ECLI:NL:HR:2013:494).
De rechtbank overweegt dat in deze zaak sprake is van een natuurlijk overwicht van verdachte op aangeefster, nu hij de vier jaar oudere broer van zijn jongere zusje is. Juist die positie heeft verdachte gebruikt door tegen [benadeelde] te zeggen dat het normaal was wat hij van haar vroeg, ondanks dat [benadeelde] bij verdachte aangaf dat zij die dingen niet wilde doen. Vanuit die positie acht de rechtbank het wettig en overtuigend bewezen dat verdachte door zijn handelen een zodanig psychische druk op [benadeelde] heeft uitgeoefend dat zij zich naar redelijke verwachting niet tegen de handelingen heeft kunnen verzetten. Bovendien heeft verdachte [benadeelde] bedreigd door te zeggen dat hij aan hun ouders zou vertellen dat [benadeelde] drugs gebruikt als [benadeelde] niet zou meewerken aan wat hij aan haar vroeg. Dat [benadeelde] zich hierdoor naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken, acht de rechtbank aannemelijk, juist omdat verdachte haar vier jaar oudere broer was en daardoor een natuurlijk overwicht op [benadeelde] had.
Partiële vrijspraak
De rechtbank merkt tot slot op dat verdachte van een wezenlijk onderdeel van de tenlastelegging wordt vrijgesproken; te weten het met de penis in de vagina gaan van aangeefster. De rechtbank twijfelt er niet aan dat dat ook is gebeurd. Uit de verklaring van aangeefster volgt echter dat dat is gebeurd voor haar zestiende verjaardag, terwijl dit onderdeel ten laste is gelegd bij feit 3, dat ziet op de periode waarin aangeefster 16 jaar of ouder was.
Het hof sluit zich aan bij de overwegingen van de kinderrechter en neemt die over.
In aanvulling op de overwegingen van de rechtbank overweegt het hof als volgt.
Uit de verklaring van [getuige 2] , de moeder van zowel aangeefster als verdachte, blijkt dat aangeefster reeds op jonge leeftijd, toen zij nog op de basisschool zat, heeft verteld dat verdachte aan haar zat, dingen met haar deed die zij niet wilde en dat dat dingen waren met een seksuele betekenis. Na die eerste keer heeft ze dat regelmatig tegen haar moeder gezegd. Toen aangeefster ouder was, toen zij op de middelbare school zat, heeft zij concreet aan haar moeder verteld wat zij moest doen; zij moest onder meer pijpen en aftrekken. Het hof leidt hieruit af dat aangeefster gedurende de tenlastegelegde periode, en eigenlijk al vanaf het begin, haar moeder heeft verteld dat verdachte haar seksueel misbruikte. Uit de verklaring van de moeder blijkt eveneens dat verdachte aan zijn moeder heeft bevestigd wat er gebeurd was. Verdachte heeft tevens tegenover zijn broer bevestigd dat er wel wat gebeurd was en dat dat seksuele handelingen betrof. Met name gelet daarop is het hof van oordeel dat de verklaringen van aangeefster steun vinden in andere bewijsmiddelen en dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting een voorwaardelijk verzoek gedaan tot aanhouding voor (1) het laten doen van nader onderzoek door een rechtspsycholoog naar de eventuele invloed van therapie op de verklaringen van aangeefster, alsmede voor (2) het opnieuw als getuigen horen van de heer [getuige 1] , de heer [getuige 3] en [getuige 4] .
Het hof wijst dit voorwaardelijk verzoek af en verwijst daarbij naar hetgeen hiervoor is overwogen over de consistentie en betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster, de bruikbaarheid van het steunbewijs en de geloofwaardigheid van de verklaringen van verdachte. Bij deze afwijzing weegt tevens mee dat er inmiddels 10 tot 20 jaren zijn verstreken sinds het misbruik heeft plaatsgevonden. Het hof ziet geen dan wel onvoldoende aanknopingspunten voor het laten uitvoeren van een rechtspsychologisch onderzoek zoals voorwaardelijk verzocht door de advocaat-generaal, noch ziet het hof enige noodzaak tot het opnieuw laten horen van de getuigen. Het hof acht zich voldoende voorgelicht.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.primair
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode gelegen tussen 5 november 2003 tot en met 10 april 2007 te
[Pleegplaats],
althans in het arrondissement Midden-Nederlandmet [benadeelde] , geboren op [geboortedatum 2] 1995 , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, meermalen,
althans éénmaal(telkens) een of meer handeling
(en
)heeft gepleegd, die
bestond(en) uit ofmede bestond
(en
)uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens)
- de borsten
en/of vagina, althans de schaamstreekvan die [benadeelde]
betast en/ofaangeraakt en
/of
- zijn geslachtsdeel
in de hand doen nemen, althans doen/laten aanraken
en/of betastendoor die [benadeelde] en
/of
-
(vervolgens)zich laten
/doenaftrekken door die [benadeelde] en
/of
- zijn geslachtsdeel in de hand genomen en
/ofgetoond aan die [benadeelde] en
/of
- ten overstaan van die [benadeelde]
gemasturbeerd, althansheen en weer gaande bewegingen gemaakt met zijn hand
(en)over zijn geslachtsdeel en
/of
- zijn vinger(s) in de vagina,
althans tussen de schaamlippenvan die [benadeelde] gebracht
en/of gestopten
/of
- zijn geslachtsdeel
gebracht en/ofgehouden in de mond van die [benadeelde] ;
2.primair
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode gelegen tussen 11 april 2007 tot en met 10 april 2011 te
[Pleegplaats], althans in het arrondissement Midden-Nederlandmet [benadeelde] , geboren op [geboortedatum 2] 1995 , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd die
bestond(en) uit ofmede bestond
(en
)uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , hebbende verdachte meermalen,
althans eenmaal(telkens) ontuchtig
- de borsten en
/ofvagina,
althans de schaamstreekvan die [benadeelde]
betast en/ofaangeraakt en
/of
- zijn geslachtsdeel
in de hand doen nemen, althans doen/laten aanraken
en/of betastendoor die [benadeelde] en
/of
-
(vervolgens)zich laten
/doenaftrekken door die [benadeelde] en
/of
- zijn geslachtsdeel in de hand genomen en
/ofgetoond aan die [benadeelde] en
/of
- ten overstaan van die [benadeelde]
gemasturbeerd, althansheen en weer gaande bewegingen gemaakt met zijn hand
(en)over zijn geslachtsdeel en
/of
- zijn vinger(s) in de vagina,
althans tussen de schaamlippenvan die [benadeelde] gebracht
en/of gestopt;
3.
hij in
of omstreeksde periode van 11 april 2011 tot en met 10 april 2013 te [Pleegplaats] ,
althans in het arrondissement Midden-Nederland,meermalen,
althans eenmaal(telkens), door
geweld of (een
)andere feitelijkhe
(i
)d
(en)en/
ofbedreiging met
geweld of (een
)andere feitelijkhe
(i
)d
(en)[benadeelde] heeft gedwongen tot het ondergaan van
(een)handeling
(en
)die
bestond(en) uit ofmede bestond
(en
)uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , hebbende verdachte meermalen, althans éénmaal (telkens)
- de borsten en
/ofvagina,
althans de schaamstreekvan die [benadeelde]
betast en/ofaangeraakt en
/of
- zijn geslachtsdeel
in de hand doen nemen, althans doen/laten aanraken
en/of betastendoor die [benadeelde] en
/of
-
(vervolgens)zich laten
/doenaftrekken door die [benadeelde] en
/of
- zijn geslachtsdeel in de hand genomen en/of getoond aan die [benadeelde] en/of
- ten overstaan van die [benadeelde] gemasturbeerd, althans heen en weer gaande bewegingen gemaakt met zijn hand(en) over zijn geslachtsdeel en/of
- zijn vinger(s) in de vagina,
althans tussen de schaamlippenvan die [benadeelde] gebracht
en/of gestopten
/of
- de vagina, althans de schaamstreek van die [benadeelde] gelikt, althans met zijn mond aangeraakt en/of

-(vervolgens) zijn tong in/tussen de vagina/schaamlippen gebracht en/of gedaan en/of

- zijn geslachtsdeel
gebracht en/ofgehouden in de mond
en/of de vaginavan die [benadeelde] ; en bestaande
dat geweld ofdie andere feitelijkhe
(i
)d
(en)en/
ofdie bedreiging met
geweld ofdie andere feitelijkhe
(i
)d
(en)hierin dat verdachte, een feitelijk overwicht op die [benadeelde] heeft
en/of heeftgehad (gezien de familiare relatie als broer en zus, met die [benadeelde] en
/ofhet leeftijdsverschil) en/of (aldus) voor die [benadeelde] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Het onder 2 primair bewezenverklaarde levert op:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
verkrachting.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- dat verdachte gedurende een periode van 10 jaar zijn vier jaar jongere zusje die toen het begon pas 8 jaar oud was, vele keren seksueel heeft misbruikt. Het misbruik door verdachte is door gegaan tot een leeftijd waarop hij al enkele jaren meerderjarig was en is gestopt omdat verdachte het huis is uitgezet. Verdachte was een persoon bij wie zijn destijds nog zeer jonge zusje zich vertrouwd en veilig had moeten voelen maar hij heeft ernstig inbreuk gemaakt op haar lichamelijke integriteit. Zij heeft tot de dag van vandaag nog veel last van hetgeen haar is aangedaan. Het is de vraag of zij ooit volledig zal herstellen.
Het hof houdt verder rekening met het feit dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. Ten slotte heeft het hof rekening gehouden met de oriëntatiepunten voor strafoplegging van het LOVS en daarbij gelet op de periode dat verdachte minderjarig was en de periode dat verdachte meerderjarig was.
De reclassering heeft in haar advies van 23 februari 2021 gezien de leeftijd van verdachte in de bewezenverklaarde periode als volgt geadviseerd ten aanzien van toepassing van het jeugdstrafrecht:
Ons is gevraagd of er al dan niet reden is om het deel van de vermeende pleegperiode in zijn volwassenheid ook onder het ASR te laten vallen. Hiervoor hebben we de beschikbare wegingkaders ASR ingevuld.
Aangezien er - mede na afname van de SCIL 18+ (screener voor intelligentie en licht verstandelijke beperking) - geen vermoeden is van een licht verstandelijke beperking, en de handelingsvaardigheden en pedagogische mogelijkheden als voldoende worden ingeschat, zien wij geen reden of indicatie om voor de pleegperiode vanaf zijn volwassenheid te adviseren (ook) het ASR toe te passen.
Zoals aan het begin van dit arrest is overwogen, heeft het hof toepassing gegeven aan het bepaalde in het vierde lid van artikel 495 van het Wetboek van Strafvordering door de ten laste gelegde feiten niet te splitsen in een minderjarig en meerderjarig deel. Op grond van het vijfde lid van voornoemd artikel dient de rechter een keuze te maken omtrent het toepasselijke sanctiestelsel. Gelet op de toelichting bij de invoering van dit wetsartikel is de hoofdregel dat de berechting geschiedt volgens het sanctiestelsel van volwassenen. Het hof ziet, mede naar aanleiding van het advies van de reclassering, geen aanleiding daar in dit geval vanaf te wijken.
Ook al is er inmiddels een behoorlijke tijd verstreken sinds de feiten hebben plaatsgevonden, naar het oordeel van het hof kan niet met een andere straf worden volstaan dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaren. Dat komt overeen met de totale duur van de twee straffen die de rechtbank heeft opgelegd en het hof zal die straf als één straf opleggen. Tenuitvoerlegging van die op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 21.974,86. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 14.315,58. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Artikel 6:95 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de schade die op grond van een
wettelijke verplichting tot schadevergoeding moet worden vergoed, bestaat in
vermogensschade en ander nadeel. Dit laatste voor zover de wet op vergoeding hiervan recht geeft. Artikel 6:106, eerste lid aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek brengt mee dat de benadeelde recht heeft op een naar billijkheid vast te stellen immateriële
schadevergoeding, indien zij ten gevolge van het strafbare feit lichamelijk letsel heeft
opgelopen, in haar eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in haar persoon is
aangetast. Van de ‘aantasting in de persoon op andere wijze’ is in ieder geval sprake indien de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen. Daarnaast kunnen de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de bedoelde aantasting in de persoon op andere wijze sprake is.
Het hof zal, net als de rechtbank heeft gedaan, de ziektekosten en de reiskosten naar [instelling] toewijzen. En met de rechtbank is het hof van oordeel dat de gevorderde reiskosten in verband met het bezoeken van de advocaat en de politie niet voor vergoeding in aanmerking komen, nu deze kosten geen rechtstreekse materiële schade zijn. Het hof zal de vordering voor wat betreft € 43,42 niet-ontvankelijk verklaren.
Ten aanzien van de immateriële schade is het hof van oordeel dat [benadeelde] rechtstreeks psychische schade heeft opgelopen door de bewezenverklaarde feiten. Gezien de lange periode waarin het seksueel misbruik heeft plaatsgevonden komt het gehele gevorderde bedrag voor vergoeding in aanmerking.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 242, 244 en 245 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 primair en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het onder 1 primair, 2 primair en 3 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 21.931,44 (eenentwintigduizend negenhonderdeenendertig euro en vierenveertig cent) bestaande uit € 1.931,44 (duizend negenhonderdeenendertig euro en vierenveertig cent) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering af voor een bedrag van € 43,42 (drieënveertig euro en tweeënveertig cent) voor zover het de materiële schade betreft.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde] , ter zake van het onder 1 primair, 2 primair en 3 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 21.931,44 (eenentwintigduizend negenhonderdeenendertig euro en vierenveertig cent) bestaande uit € 1.931,44 (duizend negenhonderdeenendertig euro en vierenveertig cent) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 90 (negentig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 5 november 2003.
Aldus gewezen door
mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter,
mr. I.P.H.M. Severeijns en mr. J.H. van Dijk, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. G. Ladjevardi, griffier,
en op 16 mei 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.H. van Dijk is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van het gerechtshof de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van heden.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 16 mei 2023.
Tegenwoordig:
mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter,
mr. J. Zeilstra, advocaat-generaal,
mr. B.T.H. Toonen-Janssen, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van de op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 28 augustus 2020, genummerd PL0900-2018239359, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland.
2.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] , pagina 7
3.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] , pagina 8
4.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] , pagina 9
5.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] , pagina 10
6.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] , pagina 11
7.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] , pagina 12
8.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 2
9.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 3
10.Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2] door de rechter-commissaris, pagina 2
11.Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2] door de rechter-commissaris, pagina 3
12.Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2] door de rechter-commissaris, pagina 4
13.Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1] door de rechter-commissaris, pagina 4
14.Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1] door de rechter-commissaris, pagina 6
15.Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1] door de rechter-commissaris, pagina 7
16.Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige 3] door de rechter-commissaris, pagina 4
17.Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige 3] door de rechter-commissaris, pagina 5
18.Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige 3] door de rechter-commissaris, pagina 6