Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
- vernietiging van het vonnis van de politierechter;
- veroordeling van verdachte ter zake van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten tot een geldboete van € 500,00, te betalen in termijnen;
- ter zake van het onder 1 tenlastegelegde feit tot een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van negen maanden, met aftrek van de tijd dat het rijbewijs reeds ingevorderd is geweest, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
mr. J.B. Pieters, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
- verdachte ter zake van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten veroordeeld tot een geldboete van € 500,00 subsidiair 10 dagen hechtenis, te betalen in vijf termijn van elk € 100,00 euro per maand;
- ter zake van het onder 1 tenlastegelegde feit de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen ontzegd voor de duur van negen maanden, met aftrek van de tijd dat het rijbewijs reeds ingevorderd is geweest, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 19 juni 2021 te [pleegplaats 1] , in elk geval in Nederland, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een (personen)auto (Peugeot Partner, voorzien van het kenteken [kenteken] ) te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie of van een daartoe bij regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaar van politie, zich aan een bloedonderzoek te onderwerpen en/of geen medewerking daaraan heeft verleend;
hij op of omstreeks 19 juni 2021 te [pleegplaats 2] , gemeente [gemeente] , zich met geweld, heeft verzet tegen een of meerdere ambtenaar/ambtenaren, [hoofdagent 1] , hoofagent bij de Eenheid Noord-Nederland en/of [hoofdagent 2] , hoofdagent bij de Eenheid Noord-Nederland, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, immers heeft hij, verdachte, tijdens zijn aanhouding meerdere malen zijn spieren aanspannen waardoor de aanhouding werd bemoeilijkt.
Overweging met betrekking tot het bewijs
De ambtenaar draagt er zoveel mogelijk zorg voor dat personen die door drankgebruik, dan wel door andere oorzaken, onmiddellijk gevaarlijk zijn, hetzij voor de openbare orde, veiligheid, of gezondheid, hetzij voor zichzelf, op de meest geschikte wijze van openbare plaatsen als bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties, worden verwijderd. Onder openbare plaatsen worden mede verstaan vervoermiddelen die zich bevinden op deze plaatsen, een en ander voor zover niet gebezigd als woning.’
onmiddellijkgevaar voor verdachte zelf dan wel anderen.
Bewezenverklaring
hij op 19 juni 2021 te [pleegplaats 1] , als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een (personen)auto (Peugeot Partner, voorzien van het kenteken [kenteken] ) te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie, zich aan een bloedonderzoek te onderwerpen en geen medewerking daaraan heeft verleend;
hij op 19 juni 2021 te [pleegplaats 2] , gemeente [gemeente] , zich met geweld, heeft verzet tegen een of meerdere ambtenaar/ambtenaren, [hoofdagent 1] , hoofagent bij de Eenheid Noord-Nederland en [hoofdagent 2] , hoofdagent bij de Eenheid Noord-Nederland, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, immers heeft hij, verdachte, tijdens zijn aanhouding zijn spieren aangespannen waardoor de aanhouding werd bemoeilijkt.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
geldboetesmag worden voldaan in
10 (tien) termijnenvan
1 maand, elke termijn groot
€ 50,00 (vijftig euro).
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
9 (negen) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.