Uitspraak
1.[appellant]
[appellante]
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
(…) Er zijn aan de betreffende gevelbeplating gebreken geconstateerd
(…) Aan de betreffende gevelbeplating zijn de volgende gebreken geconstateerd (sommige hiervan hangen met elkaar samen):
De gevelspouw wordt niet of nauwelijks geventileerd met buitenlucht;
Een groot aantal platen staat licht hol, waarbij dit ter plaatse van de hoekpunten het sterkst het geval is;
De voegbreedte tussen de elementen varieert. De kleinst gemeten waarde bedraagt 9mm en de grootst gemeten waarde 15mm;
Enkele platen zitten deels los waarbij opvalt dat de onthechting op het hechtvlak optreedt en er geen sprake is van een volvlaksverlijming op de achterconstructiedelen;
Enkele platen zitten licht scheef dan wel niet volledig in één vlak;
Met name plaatranden zijn beschadigd. In ieder geval is dit toe te schrijven aan de wijze van afkorten van de platen.
(…) Vijf jaar expositie aan weer en wind heeft zeker effect op de gevelelementen, zowel esthetisch (bijvoorbeeld verkleuring) als ook wat betreft materiaaleigenschappen. Ook mechanische invloeden, zoals aanstoten e.d. kunnen hun effect hebben. Een mogelijke voorbeeld hiervan is te zien op afbeelding 30.
(…) De gebreken kunnen niet worden hersteld omdat het kromtrekken van de cementgebonden vezelplaten een onomkeerbaar proces en resultaat is. De platen zullen derhalve vervangen dienen te worden. Dan kan ook gelijk in de noodzakelijke spouwventilatie worden voorzien en de langs hun randen beschadigde platen worden vervangen.
‘voorziening is nagenoeg niet aanwezig’volgens de deskundige) zonder dat de deskundige straatwerk en tuinaanleg als (mogelijke) oorzaak daarvoor noemt. Daar komt bij dat volgens de deskundige bij een zodanige mate van ventilatie voor de houten achterconstructie een houtsoort met een andere duurzaamheidsklasse had moeten worden gebruikt. De huidige houten achterconstructie voldoet daarmee niet aan de wettelijke eis van een referentieperiode van 50 jaar. Bovendien vertoont de gevel volgens de deskundige daarnaast nog andere gebreken, zoals tijdens de bouw beschadigde plaatranden waardoor versnelde aantasting van de cementgebonden gevelplaten plaatsvindt. Voor het aannemen van eigen schuld van [appellanten] aan het ontstaan van de schade heeft Hakobouw naar het oordeel van het hof onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld en deze zijn ook niet gebleken.
: ‘Kunnen jullie er voor zorg dragen dat beide facturen en het 9e termijn voor a.s. vrijdag zijn voldaan conform de overeenkomst. Indien de termijnen niet zijn voldaan kunnen we vrijdag helaas niet opleveren en de sleutel niet overdragen.’[appellanten] stelt verder dat, om uit de aldus ontstane impasse te komen, partijen op 31 maart 2017 overleg hebben gevoerd waarbij de heer [naam3] ( [naam3] ), de bouwkundige van de vereniging Eigen Huis die de op die dag geplande oplevering zou doen, heeft bemiddeld. Hakobouw had op dat moment € 54.663,43 (de 9e en 10e termijn en het restantbedrag aan meer- en minderwerk) van [appellanten] te vorderen. [naam3] heeft daarover verklaard dat hij met een whiteboardstift op het raam alle meer- en minderwerk punten heeft omschreven met een geldbedrag erachter. Volgens [naam3] is vervolgens
‘In goede harmonie (…) geplust en gemind. Het eindbedrag (…) zou uiteindelijk de finale meer- en minderwerk bedrag zijn die de aannemer aan de klant zou doorberekenen. Bij het vaststellen van het eindbedrag hebben beide partijen water bij de wijn moeten doen om een overeenstemming te bereiken’.
eindbedrag werk (…) 30.037,26 volgt via bouwdepot.