In deze zaak gaat het om de ontbinding van een Islamitisch huwelijk tussen de man en de vrouw. De man was door de rechtbank veroordeeld om een ondertekende verklaring af te geven dat hij van de vrouw is gescheiden, wat in de Islam bekend staat als de Talaaq. De man heeft in kort geding gevraagd om schorsing van de tenuitvoerlegging van deze veroordeling, omdat hij vreesde dwangsommen te verbeuren. De voorzieningenrechter heeft deze vordering toegewezen, omdat de man aan de veroordeling had voldaan door een verklaring te verstrekken. Het hof heeft deze beslissing bekrachtigd.
De procedure begon met een hoger beroep van de vrouw tegen een kortgedingvonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De vrouw was van mening dat de man niet had voldaan aan de vereisten van de veroordeling, omdat hij geen originele verklaring had verstrekt. De man had echter een verklaring per e-mail verzonden, wat volgens de voorzieningenrechter voldoende was. Het hof heeft de argumenten van de vrouw overwogen, maar kwam tot de conclusie dat de man tijdig aan de veroordeling had voldaan en dat er geen dwangsommen waren verbeurd.
Het hof heeft de proceskosten gecompenseerd, gezien de relatie tussen partijen, en heeft bepaald dat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak van de voorzieningenrechter is bekrachtigd, en het hof heeft afgewezen wat meer of anders is gevorderd.