ECLI:NL:GHARL:2023:3464

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
200.308.587
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek voorlopig deskundigenonderzoek inzake gebreken luchtbehandelingssysteem

In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Overijssel, waarin zijn verzoek om een voorlopig deskundigenonderzoek werd afgewezen. Het geschil betreft een luchtbehandelingssysteem met bodembuizen in de woning van verzoeker, dat in 2008 door verweerster, een installatiebedrijf, is aangelegd. In 2020 ontstonden er problemen met het systeem, wat leidde tot de veronderstelling van verzoeker dat er sprake was van lekkage en gebreken. Verzoeker heeft de rechtbank gevraagd om een deskundigenonderzoek om de oorzaak van de problemen vast te stellen en de mogelijke schade te beoordelen. De rechtbank wees dit verzoek af, met de overweging dat verzoeker geen belang had bij het onderzoek, omdat zijn vordering waarschijnlijk verjaard was.

In hoger beroep heeft het hof geoordeeld dat verzoeker wel degelijk belang heeft bij het deskundigenonderzoek, omdat de uitkomsten relevant kunnen zijn voor een eventuele bodemprocedure tegen verweerster. Het hof heeft het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek toegewezen en de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor verdere afhandeling. Het hof heeft daarbij de kosten in beide instanties gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing van het hof is op 25 april 2023 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem, afdeling civiel recht
zaaknummer hof 200.308.587
zaaknummer rechtbank 272182
beschikking van 25 april 2023
in de zaak van
[verzoeker] ,
die woont in [woonplaats1] ,
die verzoeker is in hoger beroep,
en bij de rechtbank optrad als verzoeker,
hierna: [verzoeker] ,
advocaat: mr. K.J.J. Kroeze,
tegen:
[verweerster] Installatiebedrijf B.V.,
die is gevestigd in [vestigingsplaats] ,
die verweerster is in hoger beroep,
en bij de rechtbank optrad als verweerster,
hierna: [verweerster] ,
advocaat: mr. L.H. Muller.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep1.1. [verzoeker] heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 28 december 2021, die de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, heeft gegeven. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:

- het beroepschrift, met producties;
- het verweerschrift, met producties;
- de akte overlegging producties van [verzoeker] , met producties 5 en 6.
1.2.
Op 14 december 2022 heeft een zitting plaatsgevonden, waarbij [verzoeker] en, namens [verweerster] , de heer [de medewerker bij verweerster] zijn verschenen met hun advocaten. Mr. Kroeze en mr. Muller hebben spreekaantekeningen overgelegd. Van de zitting is een verslag gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd (proces-verbaal).

2.De motivering van de beslissing

kern van de zaak
2.1.
Tussen [verzoeker] en [verweerster] is in oktober 2008 een overeenkomst van aanneming van werk tot stand gekomen over onder meer de aanleg van een luchtbehandelingssysteem met bodembuizen (hierna: het buizensysteem). Het buizensysteem dat is aangelegd, dient als duurzame ventilatie van de woning. Het buizensysteem is aangesloten op een luchtbehandelingskast en het buizensysteem bevindt zich in de bodem onder de keldervloer, waarop na een laag zand van circa 40 cm dikte de woning is gebouwd. De aanneemsom bedroeg voor dat deel van de werkzaamheden € 47.000,- inclusief BTW. In oktober 2009 is het werk door [verweerster] opgeleverd.
2.2.
In het voorjaar van 2020 heeft de luchtbehandelingskast een storingsmelding gegeven, waarna bleek dat er water in het buizensysteem zat. Het water is uit het buizensysteem gepompt, maar het buizensysteem loopt steeds weer vol met water. [verzoeker] vermoedt dat sprake is van een lekkage en dus een gebrek in het buizensysteem. In opdracht van [verzoeker] heeft [bedrijf A] onderzoek gedaan naar het buizensysteem. De conclusie van [bedrijf A] is dat de grondspanning onder de kelderconstructie te groot is voor de sterkte van de PE-leidingen van het buizensysteem. [verzoeker] heeft [verweerster] benaderd met het verzoek de lekkage op te lossen. Tussen [verzoeker] en [verweerster] is vervolgens een geschil ontstaan over de (oorzaak van de) problemen in het buizensysteem. [verzoeker] heeft [verweerster] aansprakelijk gesteld voor de schade. [verweerster] heeft de aansprakelijkheid voor de schade niet erkend. Met een beroep op de vervalbedingen in de door haar gehanteerde algemene voorwaarden heeft [verweerster] onder meer aangevoerd dat de aanspraak van [verzoeker] is verjaard.
procedure bij de rechtbank2.3. [verzoeker] heeft vervolgens de rechtbank verzocht om een voorlopig deskundigenonderzoek te bevelen. Met het voorlopig deskundigenonderzoek wil [verzoeker] dat een deskundige zich zal uitlaten over de oorzaak en de status van de mogelijke gebreken en de schade aan het buizensysteem, welke herstelmaatregelen nodig zijn en wat de herstelkosten zullen zijn. Ook acht [verzoeker] van belang om vastgesteld te krijgen of gevolgschade is ontstaan aan de rest van de woning of schade dreigt en of daartegen maatregelen moeten worden getroffen. [verweerster] heeft zich in het verweerschrift niet verzet tegen het verzoek, maar wel tegen de 28 door [verzoeker] geformuleerde vragen.
2.4.
De rechtbank heeft het verzoek van [verzoeker] afgewezen en heeft [verzoeker] veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank heeft overwogen dat de rechter in de bodemzaak hoogstwaarschijnlijk zal oordelen dat het vorderingsrecht van [verzoeker] is komen te vervallen, vanwege een geslaagd beroep van [verweerster] op de door haar gehanteerde algemene voorwaarden. De rechtbank heeft geoordeeld dat [verzoeker] om die reden geen belang heeft bij toewijzing van het verzoek.
procedure bij het gerechtshof2.5. [verzoeker] is tegen deze uitspraak in hoger beroep gekomen. Hij heeft het hof verzocht om zijn verzoek alsnog toe te wijzen. [verzoeker] heeft daartoe onder meer aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat hij geen belang heeft bij zijn verzoek, dat de algemene voorwaarden zijn overeengekomen, dat sprake is van verjaring en dat het vervalbeding in de algemene voorwaarden geen onredelijk bezwarend beding is. [verweerster] heeft verweer gevoerd.
toetsingskader
2.6.
Een voorlopig deskundigenonderzoek kan ertoe dienen een partij de mogelijkheid te verschaffen aan de hand van het uit te brengen deskundigenbericht zekerheid te verkrijgen over feiten en omstandigheden die voor de beslissing van een geschil relevant kunnen zijn (artikel 202 Rv). Zij kan dan beter beoordelen of het raadzaam is een procedure te beginnen of voort te zetten. De rechter die heeft te oordelen over het verzoek een dergelijk onderzoek te gelasten moet het onderzoek in beginsel gelasten, als het daartoe strekkende verzoek ter zake dienend en voldoende concreet is en feiten betreft die met het deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden. Dit is anders indien de rechter op grond van in zijn beslissing te vermelden feiten en omstandigheden van oordeel is dat:
- het verzoek in strijd is met de eisen van een goede procesorde,
- van de bevoegdheid dit verzoek te doen misbruik wordt gemaakt (bijvoorbeeld omdat verzoeker wegens onevenredigheid van de over en weer betrokken belangen in redelijkheid niet tot het uitoefenen van die bevoegdheid kan worden toegelaten),
- het verzoek afstuit op een ander door de rechter zwaarwichtig geoordeeld bezwaar.
Daarnaast kan van de bevoegdheid om een voorlopig deskundigenonderzoek te vragen geen gebruik worden gemaakt, als de verzoeker onvoldoende belang heeft bij toewijzing van het verzoek (artikel 3:303 BW).
beoordeling van de beslissing in hoger beroep – het verzoek wordt toegewezen2.7. Het hof zal het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek toewijzen en zal uitleggen waarom. Het verzoek voldoet aan de eisen die de wet daaraan stelt. Uit het verzoekschrift blijkt duidelijk over welke feiten en omstandigheden [verzoeker] duidelijkheid wenst te verkrijgen. De kern van het geschil is of het buizensysteem een gebrek vertoont en of [verweerster] voor de mogelijke schade die het gebrek veroorzaakt aansprakelijk is. [verzoeker] wil een deskundige het buizensysteem laten beoordelen om meer inzicht te krijgen in de oorzaak van het mogelijke gebrek, welke (gevolg)schade aan het buizensysteem en/of de woning van [verzoeker] is ontstaan of mogelijk nog zal ontstaan, welke herstelwerkzaamheden moeten worden verricht en wat de kosten hiervan zullen zijn. Omdat die informatie relevant kan zijn voor een te voeren bodemprocedure tegen [verweerster] , heeft [verzoeker] voldoende belang bij zijn verzoek. Het vereiste belang bij een verzoek om een voorlopige bewijsvoering kan ontbreken, wanneer een vordering evident kansloos is. Slechts indien het zonder meer duidelijk is dat het beroep van [verweerster] op verjaring zal slagen, kan worden geoordeeld dat [verzoeker] geen belang heeft bij het door hem verzochte deskundigenonderzoek. Daarvan is in dit geval geen sprake. Het is niet evident dat [verzoeker] geen vordering op [verweerster] heeft. Het is aan de rechter in de bodemprocedure om onder meer te beoordelen of sprake is van verjaring en meer concreet of [verweerster] zich met succes op de vervalbedingen in haar algemene voorwaarden kan beroepen. Hieruit volgt dat het hoger beroep van [verzoeker] op dit punt slaagt en het hof de overige bezwaren die [verzoeker] tegen de beschikking heeft aangevoerd niet behoeft te bespreken.
vervolg voorlopig deskundigenonderzoek2.8. Het hof zal het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek toewijzen. Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep zijn partijen in onderling overleg tot de volgende vraagstelling aan de deskundige gekomen:
Is het bodembuizensysteem lek?
Zijn er gebreken die u waarneemt in het bodembuizensysteem? Zo ja, wat zijn de gebreken die u waarneemt in het bodembuizensysteem?
Wilt u - voor zover mogelijk - een fotografische vastlegging en verslag van de actuele situatie van het (buizen)systeem en daarmee verband houdende delen van de woning maken?
Wat zijn de randvoorwaarden en uitgangspunten voor het ontwerpen en toepassen van een (buizen)systeem ten behoeve van ventilatie middels geconditioneerde luchtstroom in een woning?
Welke voorbereidende handelingen en/of berekeningen dienen uitgevoerd te worden alvorens een dergelijk systeem ontworpen en gemonteerd/geplaatst kan worden overeenkomstig het antwoord op vraag 4?
Was de door [verzoeker] aangeleverde informatie c.q. schets voldoende om tot uitvoering van het (buizen)systeem over te gaan en de daarvoor benodigde materialen te bestellen, zodanig dat aan de onder vraag 4 bedoelde randvoorwaarden en uitgangspunten kon worden voldaan dan wel ontbrak er nog een en ander, zoals berekeningen, productspecificaties etc.?
Is het (buizen)systeem gebouwd met de daartoe geschikte materialen (buizen, bevestigingsmaterialen etc.) en/of afmetingen en/of belastbaarheid en/of duurzaamheid?
Is de duurzaamheid en functionaliteit van een dergelijk systeem afhankelijk van de materiaalkeuze, m.a.w. zijn bepaalde materialen en/of materiaaltypes niet of onvoldoende geschikt?
Indien sprake zou zijn van verkeerd materiaalgebruik: wat zou de levensduur van een dergelijk systeem zijn bij keuze voor (uitsluitend) de juiste materialen?
Is een dergelijk systeem aan slijtage onderhevig? En zo ja, vanaf wanneer zou dan slijtage optreden, in welke mate en op welke wijze en/of locaties in het systeem?
Ingeval van een gebrek: in hoeverre is gebrekkig onderhoud of onjuiste ingebruikname van het systeem van invloed op de oorzaak van het gebrek/de gebreken?
Was de ondeugdelijkheid en/of gebrek te constateren bij oplevering (van het systeem)?
Indien en voor zover het buizensysteem als verloren dient te worden beschouwd, kan het systeem dan zonder enige ingreep of aanpassing onder de woning blijven liggen zonder dat er gevaar en/of schade ontstaat? Bijvoorbeeld het risico op verzakking?
Zo nee, welke voorzieningen en of aanpassing dient te worden getroffen om die gevaren en/of schade te voorkomen? En welke kosten zijn daarmee gemoeid?
Zijn er nog andere punten van belang die u heeft opgemerkt die van belang zijn en dienen te worden vermeld?
Wat zijn de herstelmaatregelen van de lekkage in het bodembuizensysteem? En wat zijn de daarmee gemoeide kosten?
Is of kan er gevolgschade ontstaan, waaronder aan de woning door eventuele gebreken in het bodembuizensysteem? En wat zijn de kosten gemoeid met het herstel daarvan?
2.9.
[verzoeker] heeft het hof verzocht een deskundige aan te wijzen. Het hof heeft daarop drie bedrijven (Royal HaskoningDHV, Arcadis en ABT) benaderd die mogelijk zouden kunnen optreden als deskundige en heeft de voornoemde vragen voorgelegd. De bedrijven hebben aangegeven niet als deskundige te kunnen optreden vanwege het ontbreken van de juiste expertise of de juiste mensen over de (gehele) vraagstelling. Het hof zal de zaak terugverwijzen naar de rechtbank voor het vervolg van deze procedure met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen. De rechtbank wordt de keuze gelaten zelf een deskundige te kiezen, dan wel partijen te verzoeken met andere mogelijke deskundige te komen, alvorens zij overgaat tot benoeming van die deskundige.
de conclusie2.10. De conclusie is dat het hoger beroep van [verzoeker] slaagt en de bestreden beschikking moet worden vernietigd. Het hof ziet aanleiding om de kosten in beide instanties tussen partijen te compenseren. Het hof verwijst de zaak terug naar de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, ter verdere afdoening.

3.De beslissing

Het hof:
3.1.
vernietigt de bestreden beschikking van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 28 december 2021 en beschikt opnieuw;
3.2. wijst het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek met inachtneming van de in rechtsoverweging 2.8 opgenomen vragen toe;
3.3.
verwijst de zaak ter verdere afdoening terug naar de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo;
3.4.
compenseert de kosten van beide instantie in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.5. wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door D.M.I. de Waele, J.H. Lieber en M.S.A. van Dam en is in het openbaar uitgesproken op 25 april 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.