In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De kinderrechter had op 19 oktober 2022 besloten om de kinderen onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling (GI) vanwege zorgen over hun ontwikkeling. De moeder van de kinderen was het niet eens met deze beslissing en ging in hoger beroep. Het hof heeft de situatie van de kinderen en de betrokken ouders grondig beoordeeld.
Het hof concludeert dat de zorgen over de kinderen niet langer zodanig zijn dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging. De moeder heeft hulp gezocht en gekregen, en de kinderen gaan sinds de zomer van 2022 elk weekend naar een zorgboerderij, wat de moeder ontlast. De moeder werkt samen met de hulpverlening en biedt structuur aan de kinderen. De vader heeft echter geen adequate samenwerking met de hulpverlening en er is onvoldoende zicht op zijn rol in het leven van de kinderen.
Op basis van deze bevindingen heeft het hof besloten de ondertoezichtstelling te beëindigen. De hulpverlening kan voortgezet worden in een vrijwillig kader, wat voldoende is om de zorgen over de kinderen aan te pakken. Het hof bekrachtigt de eerdere beslissing van de kinderrechter tot heden, maar wijst het verzoek van de raad tot voortzetting van de ondertoezichtstelling af. De beschikking is openbaar uitgesproken op 4 april 2023.