Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering(de WSS),
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de benoeming van een voogd over de minderjarige [de minderjarige1], geboren in 2019. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder de rechtbank Midden-Nederland verzocht om het gezag van haar en de vader over [de minderjarige1] te beëindigen en de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (WSS) tot voogd te benoemen. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, maar de moeder is in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing, met de stelling dat het Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (LJ&R) tot voogd moet worden benoemd.
Het hof heeft vastgesteld dat er een verstoorde verhouding bestaat tussen de ouders en de WSS, wat nadelig is voor het welzijn van [de minderjarige1]. De raad voor de kinderbescherming heeft in een aanvullend rapport geconcludeerd dat het in het belang van [de minderjarige1] is dat de voogdij wordt overgedragen aan het LJ&R, om zo de mogelijkheid van contactherstel tussen [de minderjarige1] en haar ouders te bevorderen. Het hof heeft de argumenten van de raad onderschreven en geconcludeerd dat de benoeming van het LJ&R als voogd de beste optie is voor het welzijn van [de minderjarige1].
De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere beschikking van de rechtbank wordt vernietigd en dat het LJ&R wordt benoemd tot voogd over [de minderjarige1]. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de griffier is verzocht om een aantekening te maken in het centraal gezagsregister. De uitspraak is gedaan door de rechters J.G. Knot, I.A. Vermeulen en M. Weissink, met mr. H.B. Fortuyn als griffier.