In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de partneralimentatie tussen een man en een vrouw na hun echtscheiding. De man had verzocht om de partneralimentatie op nihil te stellen of te matigen, onder andere vanwege grievend gedrag van de vrouw en een vermeende wijziging van omstandigheden. Het hof oordeelde dat het gedrag van de vrouw niet dusdanig grievend was dat het onaanvaardbaar was om van de man te verlangen dat hij partneralimentatie betaalde. De man had onvoldoende onderbouwd dat er sprake was van een ingrijpende wijziging van omstandigheden die wijziging van de alimentatie rechtvaardigde. Het hof concludeerde dat partijen bewust waren afgeweken van de wettelijke maatstaven bij het vaststellen van de alimentatie en dat de man niet had aangetoond dat hij niet langer aan de afgesproken alimentatie kon voldoen. De verzoeken van de man werden afgewezen en de beschikking van de rechtbank Overijssel werd bekrachtigd.