Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Stichting Mitros en
Stichting Portaal, beiden te Utrecht,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
In dit verband ziet het hof reden voor een enkele opmerking, namelijk om een misverstand bij The Wolf weg te nemen: in het tussenarrest van 29 maart 2022 staat niet dat opzegging van de Overeenkomsten naar het oordeel van het hof uitsluitend aan het contractuele begrip ‘noodzakelijk vanwege de herontwikkeling’ kan voldoen wanneer die opzegging is gebaseerd op een eis van de samenwerkingsmaatschappij GEM om de desbetreffende woningen aan GEM beschikbaar te stellen. Ook andere feiten en omstandigheden kunnen meebrengen dat een opzegging aan de eisen van de overeenkomsten en allonges voldoet.
The Wolf stelt in haar laatste akte dat er in de stad Utrecht een dusdanig groot tekort aan woonruimte was dat ook voor zeer korte periodes een bruiklener zou zijn gevonden. Mitros en Portaal bestrijden dit en wijzen op uitlatingen van de directeur/eigenaar van The Wolf, die een margeperiode van een maand aannemelijk vond. Zij hebben bovendien aangevoerd dat er ook wel woningen waren die wel zes maanden beschikbaar waren en niet konden worden verhuurd.
Een woning die leeg komt te staan doordat de huurder vertrekt, kan niet steeds al op de dag van dat vertrek aan een bruiklener ter beschikking worden gesteld. Er zou dus sowieso enige leegstand zijn geweest. Bovendien zou de animo voor bruikleen zijn getemperd door de verminderde woonzekerheid, terwijl daarvoor toch nog een relatief fors bedrag moest worden betaald: € 300 aan contractkosten plus eenzelfde bedrag als borgsom. Ook moest de bruiklener zelf zorgen voor nutsaansluitingen. Bruikleen zou pas aantrekkelijk zijn geworden indien het realistisch was dat het gebruik op die basis langer zou duren dan enkele maanden. Los hiervan waren er woningen waaraan te ernstige gebreken kleefden om deze nog in gebruik te kunnen geven. Mogelijk hebben Mitros en Portaal dergelijke woningen bedoeld waar zij het hebben over woningen die niet konden worden verhuurd. Het hof schat in dat slechts enkele van de woningen niet interessant genoeg waren om deze in bruikleen te kunnen geven. De woningen werden namelijk korte tijd voordat deze voor bruikleen beschikbaar kwamen nog door een huurder bewoond.
Alles afwegend zal het hof bij de begroting van de schade aannemen dat slechts woningen die nog minstens 3½ maand (105 dagen) beschikbaar waren in bruikleen konden worden gegeven en dat bruikleen voor kortere gebruiksperiodes niet of slechts in verwaarloosbare mate zou zijn gelukt. Daarmee is ook de leegstand verdisconteerd die verband houdt met ernstige gebreken en met bewoner-mutaties. Grief 7 in het incidenteel hoger beroep faalt.
The Wolf heeft met productie 47 duidelijk gemaakt dat bij verhuur er gemiddeld 1,77 bewoner was per woning (1 bij een bewoner en 0,77 voor een tweede bewoner). Het hof zal ervan uitgaan dat dit bij bruikleen ook al niet anders zou zijn geweest.
Dat 20 minuten voldoende is om gegevens van bruikleners te verwerken, een contract te laten ondertekenen en betaling te ontvangen en te registeren, lijkt het hof te krap ingeschat. Volgens Mitros en Portaal is de besparing groter, maar zij hebben niet uitgewerkt waarom deze op € 100 zou moeten worden gesteld, ook niet in (met name) § 94 van hun memorie van grieven (waarnaar Mitros en Portaal in dit verband hebben verwezen). Daar gaat het vooral over besparingen op beheerskosten. Het hof schat de kosten op € 50 per contract. Grief 10 in het incidenteel hoger beroep slaagt gedeeltelijk. Het inkomstenverlies per gemist bruikleencontract wordt daarom verder op (€ 300 minus € 50 =) € 250 gesteld.
Dat de kosten van bruikleen in werkelijkheid hoger zouden zijn geweest dan € 0,37 per woning per maand hebben Mitros en Portaal tegenover de toelichting die The Wolf heeft gegeven en die in rechtsoverweging 2.11 en 2.13 van het eindvonnis is verwoord ook al niet uiteengezet.
Het hof ziet niet in waarom het de bespaarde kosten hoger zou moeten inschatten dan in het eindvonnis is gedaan.
In de 8,4 woningen zouden 1,77 x 8,4 = 14,9 ‘eerste’ bruikleners hebben verbleven. Een deel daarvan (eveneens 16% per jaar) vertrekt voortijdig zodat in de periode 1 juni 2014 - 28 december 2014 nog eens 105/365 x 0,16 x 14,9 = 0,7 vervangende (‘tweede’) bruikleners een contract zouden tekenen. Het aantal derde en latere bruikleners is te klein om daarmee nog rekening mee te houden.
The Wolf zou dus, indien Mitros dat niet zou hebben verboden, (14,9 + 0,7) =) 15,6 bruikleencontracten à € 250 hebben afgesloten, die € 3.900 zouden hebben opgebracht.
Ter zake van groep zwart begroot het hof de schade op € 3.900 + € 1.353 = € 5.253.
De margeperiode van 105 dagen begint op 10 februari 2016. De periode van 1 oktober 2015 tot 10 februari 2016 telt 132 dagen, in welke periode 132/365 x 0,16 x 93 = 5,4 woningen in bruikleen zouden zijn gegeven, die gemiddeld gedurende 66+105 dagen door 1,77 x 5,4 = 9,5 ‘eerste’ gebruikers en 9,5 x 0,16 x 66/365 = 0,3 tweede gebruikers zouden zijn bewoond.
De schadepost inzake gebied rood wordt daarom begroot op 171/365 x 12 x € 23,33 x 5,4 = € 708 aan gebruiksvergoedingen en 9,8 x € 250 = € 2.450 aan contractsvergoedingen. In totaal is dat € 3.158.
De berekening voor gebied groen bestaat dus uit drie onderdelen.
(i) Bij de eerste 6 woningen begint de margeperiode op 10 februari 2016 (net als bij groep rood). In de periode van 1 juni 2015 tot 10 februari 2016 zou 254/365 x 0,19 x 6 = 0,8 woning in bruikleen zijn gegeven, gemiddeld gedurende 127+105 dagen aan 1,77 x 0,8 = 1,4 eerste gebruikers en 1,4 x 0,19 x 127/365 = 0,1 tweede gebruikers. De gebruiksvergoeding die daarmee zou zijn ontvangen is 232/365 x 12 x 0,8 x € 23,33 = € 142 en de contractsvergoedingen 1,5 x € 250 = € 375.
(ii) Bij de 39 woningen begint de margeperiode op 19 mei 2016. In de periode van 1 juni 2015 tot 19 mei 2016 zouden 353/365 x 0,19 x 39 = 7,2 woningen in bruikleen zijn gegeven, gemiddeld gedurende 177+105 dagen aan 1,77 x 7,2 = 12,7 eerste gebruikers en 12,7 x 0,19 x 177/365 = 1,2 tweede gebruikers. De maandvergoedingen die daarmee zouden zijn ontvangen bedragen 282/365 x 12 x 7,2 x € 23,33 = € 1.557 en de contractsvergoedingen 13,9 x € 250 = € 3.475.
(iii) Bij de resterende 49 woningen begint de margeperiode op 19 juli 2016. In de periode van 1 juni 2015 tot 19 juli 2016 zouden er 414/365 x 0,19 x 49 = 10,6 woningen in bruikleen zijn gegeven, gemiddeld gedurende 207+105 dagen aan 1,77 x 10,6 = 18,7 eerste gebruikers en 18,7 x 0,19 x 207/365 = 2 tweede gebruikers. De maandvergoedingen die daarmee zouden zijn ontvangen bedragen 312/365 x 12 x 10,6 x € 23,33 = € 2.537 en de contractsvergoedingen 20,7 x € 250 = € 5.175.
De schadebegroting ter zake van gebied groen komt daarmee uit op € 13.261 (142 + 375 + 1557 + 3475 + 2537 + 5175).
De schadepost inzake groep rood wordt daarom begroot op 171/365 x 12 x € 23,33 x 6,7 = € 879 aan gebruiksvergoedingen en 12,3 x € 250 = € 2.450 aan contractsvergoedingen. In totaal is dat € 3.329.
De schadevorderingen van The Wolf zullen voor het overige worden afgewezen.