Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Eres,
1.[geïntimeerde1] ,
[de huurders],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Eres NL VII Coöperatief U.A. en de huurders over de ontbinding van een huurovereenkomst en een vordering tot schadevergoeding. Eres stelt dat de huurder de woning niet meer bewoont en vraagt om ontbinding van de huurovereenkomst en betaling van huurachterstand. De kantonrechter heeft alleen de vordering tot betaling van huurachterstand toegewezen. De huurder vordert op zijn beurt schadevergoeding van meer dan € 20.000 wegens ernstige gebreken aan de woning, wat door de kantonrechter is toegewezen. In hoger beroep wijst het hof de meeste vorderingen van Eres af, met uitzondering van een geringe huurachterstand. Het hof oordeelt dat Eres niet voldoende heeft aangetoond dat de huurder de woning niet bewoont en dat de huurachterstand niet voldoende is om de huurovereenkomst te ontbinden. De vordering van de huurder tot schadevergoeding wordt afgewezen omdat de gebreken niet als zodanig zijn aangemerkt en de huurder niet heeft aangetoond dat hij tijdig heeft geklaagd. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter voor zover dat in conventie is gewezen, maar vernietigt het in reconventie, waarbij de vordering van de huurders wordt afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd.