Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Bewijsmiddelen
1. De door verdachte ter zitting van de rechtbank van 19 november 2021 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
het hof begrijpt: in verdachtes toenmalige woning aan de [straat] te [pleegplaats] ).
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen informatief gesprekzeden van 12 februari 2020, opgenomen op pagina 78 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2020037163 van 30 december 2020, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [persoon 1] en [persoon 2] :
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 26 februari 2020, opgenomen op pagina 81 en verder van voornoemd dossier, voor zover inhoudende als verklaring van [benadeelde] :
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 19 maart 2020, opgenomen op pagina 119 van voornoemd dossier, voor zover inhoudende als verklaring van [naam 4] :
het hof begrijpt: aangeefster [benadeelde]) was al stil en moest wat huilen. Ze vroeg of ik wilde praten met haar. Ik zei tegen de leraar dat we de klas uitgingen. Ze zei dat ze een soort van verkracht was, door een vriend van haar moeder. Ze was bij een kroegentocht met haar tante en die vriend was de vriend van die tante. Ik zei dat ze het tegen de leraar moest vertellen, maar dat wilde ze eerst niet, dat was ook een man. Ik heb de leraar opgehaald. Hij wist niet wat hij ermee moest. Toen is een teamleider erbij gehaald en hebben we met z’n allen gepraat. Daarna is de moeder van [benadeelde] gebeld.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 13 maart 2020, opgenomen op pagina 114 van voornoemd dossier, voor zover inhoudende als verklaring van [naam 7] :
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 5.225,65 (vijfduizend tweehonderdvijfentwintig euro en vijfenzestig cent) bestaande uit € 2.725,65 (tweeduizend zevenhonderdvijfentwintig euro en vijfenzestig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.