ECLI:NL:GHARL:2023:2217

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
14 maart 2023
Zaaknummer
200.300.291
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke ontbinding van overeenkomst en schadevergoeding bij tekortkoming in schilderwerk

In deze zaak heeft Tielse Recycling B.V. hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de kantonrechter, waarin de vorderingen van de geïntimeerde, een schildersbedrijf, zijn toegewezen. Tielse Recycling was ontevreden over de kwaliteit van het schilderwerk in hun woning en weigerde de factuur te betalen. De kantonrechter had de vorderingen van de geïntimeerde toegewezen en de tegenvorderingen van Tielse Recycling afgewezen. In hoger beroep heeft het hof geoordeeld dat er sprake is van een tekortkoming in de uitvoering van het schilderwerk, omdat de naden tussen de plafondplaten zichtbaar waren en het plafond niet strak was opgeleverd. Het hof heeft de overeenkomst gedeeltelijk ontbonden en de geïntimeerde veroordeeld tot schadevergoeding aan Tielse Recycling. Het hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerde in verzuim is geraakt, omdat hij herhaaldelijk de gelegenheid heeft gekregen om het werk te herstellen, maar dit niet naar behoren heeft gedaan. De vordering van Tielse Recycling tot schadevergoeding is deels toegewezen, met uitzondering van de kosten die al gemaakt hadden moeten worden voor het spuiten en vullen van de naden, aangezien deze kosten niet als schadeposten kunnen worden beschouwd. Het hof heeft ook bepaald dat elke partij zijn eigen proceskosten draagt, gezien het gedeeltelijke gelijk en ongelijk van beide partijen. De uitspraak van de kantonrechter is vernietigd en de vorderingen zijn opnieuw beoordeeld.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.300.291
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem 8888422)
arrest van 14 maart 2023
in de zaak van
Tielse Recycling B.V.
die is gevestigd in Tiel
die hoger beroep heeft ingesteld
en bij de kantonrechter optrad als gedaagde partij en als eiseres van de tegenvordering
hierna: Tielse Recycling
advocaat: mr. B.J. Stuiver
tegen
[geïntimeerde] h.o.d.n. [naam1]
die woont in [woonplaats1]
en bij de kantonrechter optrad als eisende partij en als verweerder tegen de tegenvordering
hierna: [geïntimeerde]
advocaat: mr. S.K. Tuithof.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.
Naar aanleiding van het arrest van 1 maart 2022 heeft op 16 juni 2022 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd (het proces-verbaal). Op deze zitting is beslist dat beide partijen gelijktijdig een akte zullen nemen, van welke mogelijkheid [geïntimeerde] gebruik heeft gemaakt. Tielse Recycling heeft verzocht om uitstel hiervoor, maar dat verzoek is afgewezen. Hierna heeft het hof beslist dat het opnieuw arrest zal wijzen.

2.De kern van de zaak

2.1.
[geïntimeerde] ’ schildersbedrijf heeft in een woning van Tielse Recycling de muren en de plafonds gespoten. Tielse Recycling betaalt de factuur daarvoor niet, omdat zij ontevreden is over de staat waarin de plafonds ondanks herstelpogingen zijn opgeleverd. Bovendien is zij het oneens met de post meerwerk voor het voorbewerken van de plafonds.
2.2.
Bij de kantonrechter heeft [geïntimeerde] betaling van het factuurbedrag van € 3.869,50 incl. 9% btw gevorderd, verhoogd met rente en kosten. Tielse Recycling heeft tegenvorderingen ingesteld die zien op ontbinding van de overeenkomst en schadevergoeding wegens gederfde huurbetalingen. De kantonrechter heeft de vorderingen van [geïntimeerde] toegewezen en de tegenvorderingen van Tielse Recycling afgewezen.
2.3.
De bedoeling van het hoger beroep van Tielse Recycling is dat de vorderingen van [geïntimeerde] worden afgewezen en de eigen vorderingen worden toegewezen. In hoger beroep heeft Tielse Recycling de vordering tot vergoeding van schade vermeerderd met de kosten om de woning alsnog in goede staat te krijgen alsmede een vergoeding voor de aan herstel gepaard gaande overlast.

3.Het oordeel van het hof

3.1.
Het oordeel van het hof houdt in dat het hoger beroep deels slaagt. De overeenkomst tussen partijen wordt gedeeltelijk ontbonden en [geïntimeerde] moet aan Tielse Recycling een schadevergoeding betalen.
er is een tekortkoming, want geen naadloos plafond
3.2.
Het verwijt dat Tielse Recycling maakt aan [geïntimeerde] , is dat de naden tussen de plafondplaten zichtbaar zijn gebleven. Dat op zichzelf een strak, naadloos plafond mag worden verwacht, is niet betwist. Wel heeft [geïntimeerde] hier tegenin gebracht dat Tielse Recycling geen strak plafond kon verwachten omdat afgesproken was dat zij zelf zou zorgen voor het vullen van de naden en zij dat niet had gedaan. Het hof volgt dit standpunt niet. Weliswaar zou Tielse Recycling aanvankelijk het plafond voorbewerken en was daarmee de ondergrond haar probleem, maar toen zij dat gedeeltelijk had nagelaten heeft [geïntimeerde] het ontbrekende, het vullen van de naden, op zich genomen als meerwerk. Tielse Recycling heeft eerst ontkend dat zij dit meerwerk heeft opgedragen, maar op de mondelinge behandeling in hoger beroep is zij daarop teruggekomen en heeft zij alsnog erkend dit meerwerk tegen een prijs van € 800 excl. btw te hebben opgedragen. Daarvoor heeft [geïntimeerde] (in beginsel terecht) de € 800 in rekening gebracht. Op grond van die aanvullende overeenkomst was hij verplicht om een strak plafond op te leveren en kan hij daarop worden aangesproken.
3.3.
Tielse Recycling heeft een deskundigenrapport overgelegd van de Hanselman groep van 27 september 2021. Uit dit rapport en de daarbij gevoegde foto’s blijkt dat op het plafond de naden zichtbaar waren tussen de platen en ook dat het daarop aangebracht wapeningsgaas nog zichtbaar was. Het plafond was dus niet strak. Volgens de deskundige is de oorzaak van de onregelmatigheden het niet zorgvuldig vullen van de naden van het plafond, waardoor geen vloeiende overgang naar het plaatoppervlak is ontstaan en wapeningsgaas zichtbaar bleef.
3.4.
Volgens [geïntimeerde] kan aan het rapport geen bewijswaarde worden toegekend, omdat hij er niet bij betrokken was. Bovendien dateert het van geruime tijd, anderhalf jaar, na de werkzaamheden. Het hof gaat aan dit verweer voorbij, omdat de foto’s bij het rapport het deskundigenoordeel ondersteunen en de aanwezigheid van [geïntimeerde] in zoverre niet tot een ander resultaat zou hebben geleid. De deskundige was ervan op de hoogte dat de werkzaamheden geruime tijd eerder waren uitgevoerd en er is geen reden om aan te nemen dat de naden hierdoor meer zichtbaar zijn geworden.
3.5.
[geïntimeerde] heeft bovendien over de oorzaak van de oneffenheden van het plafond aangevoerd dat de plafondplaten zijn gaan doorhangen doordat ze onvoldoende goed vastgeschroefd zijn en dat hij daaraan niets kan doen. Uit de foto’s blijkt echter dat het probleem van het doorhangen een ander is dan waar de klachten van Tielse Recycling op zien. Dat de naden tussen de plafondplaten zichtbaar zijn en dat dit een tekortkoming is in de uitvoering van het meerwerk, staat daarmee vast.
3.6.
Uit de overgelegde e-mails van [naam2] , de [functie] van Tielse Recycling, aan [geïntimeerde] en uit de stellingen van partijen blijkt het volgende. In reactie op de factuur van [geïntimeerde] heeft [naam2] hem er bij e-mail van 23 maart 2020 op gewezen dat er in het plafond nog steeds naden en overgangen zichtbaar waren en dat [geïntimeerde] tot de erop volgende vrijdag had om dat te herstellen. [geïntimeerde] heeft dat trachten te doen maar [naam2] heeft hem er die vrijdag op gewezen dat het nog altijd niet in orde was. In reactie op de aanmaning door de deurwaarder heeft [naam2] op 17 juli 2020 andermaal aan [geïntimeerde] meegedeeld dat laatstgenoemde het werk niet goed heeft uitgevoerd en dat hij tot het einde van die maand had om het alsnog in orde te maken. Uit het deskundigenrapport (3.3) blijkt dat het plafond uiteindelijk niet strak is opgeleverd en dat Tielse Recycling dat wel mocht verwachten. Aangezien [geïntimeerde] (herhaaldelijk) in de gelegenheid is gesteld om het werk alsnog in orde te maken zonder dat dit tot correcte nakoming heeft geleid, is hij in verzuim geraakt. De vordering tot ontbinding van de overeenkomst kan dan ook gedeeltelijk wordt toegewezen, namelijk voor zover die overeenkomst ziet op het vullen van naden (het meerwerk) en het spuiten van het plafond. Over de muren zijn geen klachten (meer). Daar blijft Tielse Recycling dan ook de overeengekomen prijs voor verschuldigd.
3.7.
Uit het voorgaande volgt dat de oorspronkelijke vordering van [geïntimeerde] kan worden toegewezen met uitzondering van de prijs die hij voor het spuiten van het plafond en het meerwerk (naden vullen) in rekening heeft gebracht, omdat in zoverre de overeenkomst ontbonden wordt. Over het deel van de vordering dat betrekking heeft op de muren, te weten € 1.750 te vermeerderen met 9% btw, blijft Tielse Recycling aan [geïntimeerde] de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. Deze bedragen € 286,13.
Tielse Recycling heeft recht op schadevergoeding
3.8.
In reconventie heeft Tielse Recycling een vordering ingediend tot vergoeding van de schade die het gevolg is van de tekortkoming van [geïntimeerde] . Het gaat in de eerste plaats om de kosten van het herstel van de gebreken en zij voert daartoe posten aan, ontleend aan het door haar ingebrachte deskundigenrapport van Hanselman Groep (hetzelfde rapport als bedoeld in 3.3). Deze vordering kan deels worden toegewezen, namelijk voor zover er extra schade is ontstaan doordat de gebreken van het plafond alsnog hersteld moeten worden. Daarvoor is nodig dat de inmiddels bewoonde woning alsnog wordt ontruimd. Verder kan de post voor het schuren van het plafond worden toegewezen en ook de post voor het afplakken. Doordat de deskundige het afplakken apart heeft begroot, terwijl dit in de offerte door [geïntimeerde] kennelijk in het werk was inbegrepen, vallen de kosten van het uitvoeren van het spuitwerk en de voorbereiding, inclusief afplakken, € 250 duurder uit dan volgens [geïntimeerde] ' offerte. Die hogere prijs betekent dat Tielse schade lijdt doordat het zelfde werk duurder is geworden. In navolging van het deskundigenrapport, dat in zoverre niet is betwist, bepaalt het hof de vergoeding voor deze posten op respectievelijk € 800, € 500 en € 250 (excl. 21% btw).
3.9.
De overige vorderingen die Tielse Recycling op het rapport van deskundigenrapport baseert, worden afgewezen. Dat betreft de kosten van het alsnog uit te voeren spuitwerk en het vullen van de naden. Uitgangspunt bij schadevergoeding is herstel in de toestand zonder dat het schadeveroorzakend handelen had plaatsgevonden. Daaruit volgt dat de kosten die moeten worden gemaakt voor het spuiten en het vullen van de naden geen schadeposten zijn. Dit spuitwerk en het vullen had immers toch moeten gebeuren en vanwege de gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst hoeft Tielse Recycling niet voor het werk van [geïntimeerde] te betalen.
3.10.
Tielse Recycling heeft gevorderd dat [geïntimeerde] de kosten van de deskundige moet betalen. De kosten bedragen € 1.750 excl. 21% btw. Die vordering wordt toegewezen. Het zijn immers kosten die Tielse Recycling heeft moeten maken om de schade en de aansprakelijkheid vast te stellen (art. 6:96, tweede lid onder b, BW).
3.11.
De overige vorderingen van Tielse Recycling, die niet op het deskundigenbericht zijn gebaseerd, worden afgewezen. Het betreft vorderingen vanwege gederfde huur, althans een vergoeding voor het later kunnen gaan bewonen van de woning, en een vergoeding voor overlast vanwege de uit te voeren herstelwerkzaamheden. [geïntimeerde] heeft de vergoeding vanwege het later kunnen bewonen betwist. Volgens hem blijkt uit niets dat er sprake is van gederfde huurinkomsten, al dan niet door toedoen van [geïntimeerde] , is niet duidelijk om wat voor huurbedrag het zou gaan omdat Tielse Recycling verschillende bedragen noemt en is niet onderbouwd waarom de woning niet zou kunnen worden bewoond tijdens werkzaamheden, terwijl het bovendien niet lijkt te gaan om eventuele gederfde inkomsten van Tielse Recycling maar van haar [functie] . Gelet op die gemotiveerde betwisting is de gestelde huurderving onvoldoende onderbouwd en zal het hof die vordering afwijzen. De schadevergoeding wegens te verwachten overlast is eveneens niet toewijsbaar, met name omdat niet gebleken is van enig lichamelijk dan wel geestelijk letsel.
bijkomende beslissingen
3.12.
Het hof bepaalt dat elke partij zijn eigen kosten moet dragen (compensatie van proceskosten) omdat partijen ieder deels gelijk en deels ongelijk hebben gekregen, zowel in conventie als in reconventie.
3.13.
Omdat het vonnis van de kantonrechter wordt vernietigd zal het hof ook de vordering toewijzen waarmee de gevolgen van dat vonnis ongedaan worden gemaakt.
3.14.
De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

4.De beslissing

Het hof:
4.1.
vernietigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland van 9 juni 2021 en beslist als volgt:
4.2.
ontbindt gedeeltelijk de overeenkomst tussen [geïntimeerde] en Tielse Recycling voor spuitwerk, namelijk voor zover deze overeenkomst betrekking heeft op de plafonds en het als meerwerk overeengekomen aansmeren (vullen) van de naden in de plafonds;
4.3.
veroordeelt Tielse Recycling om aan [geïntimeerde] € 2.193,63 inclusief btw te betalen, te vermeerderen met wettelijke handelsrente over € 1.907,50 vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag waarop volledig betaald is;
4.4.
veroordeelt [geïntimeerde] om aan Tielse Recycling alles terug te betalen wat Tielse Recycling op grond van het vonnis van de kantonrechter aan [geïntimeerde] heeft betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de betaling door Tielse Recycling tot aan de dag van volledige terugbetaling;
4.5.
veroordeelt [geïntimeerde] voorts tot betaling aan Tielse Recycling van € 3.300 als schadevergoeding;
4.6.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt, zowel van het hoger beroep als van de procedure bij de kantonrechter in conventie en in reconventie;
4.7.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
4.8.
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.E. de Boer, W.C. Haasnoot en R. Verkijk, en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2023.