In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, geboren in 2012 en 2017. De moeder, die het gezag over de kinderen heeft, was het niet eens met de beslissing van de kinderrechter van 26 oktober 2022, die de ondertoezichtstelling had verlengd tot 27 oktober 2023. De moeder verzocht het hof om deze beslissing te herzien en de ondertoezichtstelling af te wijzen of voor een kortere periode te verlengen. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Regio Amsterdam, was het niet eens met de moeder en vroeg het hof de beslissing van de kinderrechter in stand te laten.
Het hof heeft vastgesteld dat de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen nog steeds aanwezig zijn. De ouders hebben een conflictueuze relatie en er zijn zorgen over de veiligheid van de kinderen bij de vader. De moeder heeft aangegeven dat zij het contact tussen de kinderen en de vader niet bevorderd heeft, wat de ontwikkeling van de kinderen negatief beïnvloedt. Het hof oordeelde dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft om de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen en dat de hulpverlening voor de moeder essentieel is om haar negatieve gevoelens over de vader te verwerken.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd en de verzoeken van de moeder afgewezen. Het hof benadrukte het belang van de betrokkenheid van de Jeugdbescherming om de doelen van de ondertoezichtstelling te realiseren en de veiligheid van de kinderen te waarborgen.