In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 maart 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot beperkte kennisneming van persoonsgegevens in het kader van een belastingprocedure. De zaak betreft een herzieningsverzoek van belanghebbende, een B.V., tegen eerdere uitspraken van de Inspecteur van de Belastingdienst. De Inspecteur had ambtshalve aanslagen vennootschapsbelasting opgelegd voor de jaren 2012 en 2013, welke door de Rechtbank Gelderland en later door het Hof zijn gehandhaafd. Belanghebbende heeft verzocht om herziening van de uitspraak van het Hof van 31 maart 2020, waarin de aanslagen werden bevestigd. Tijdens de procedure heeft de Inspecteur verzocht om beperkte kennisneming van bepaalde persoonsgegevens van belastingambtenaren en de gemachtigde van belanghebbende, onder verwijzing naar de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het Hof heeft de belangen van de partijen afgewogen en geoordeeld dat de beperking van kennisneming van bepaalde gegevens gerechtvaardigd is, terwijl andere gegevens, zoals BSN-nummers, niet onder deze beperking vallen. Het Hof benadrukt het belang van een eerlijk proces en het recht op kennisneming van relevante stukken, maar erkent ook dat er gewichtige redenen kunnen zijn om bepaalde informatie geheim te houden. De beslissing van het Hof biedt inzicht in de afweging van privacybelangen en procesrechten in belastingzaken.