In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft een geschil tussen de inspecteur van de Belastingdienst en een belanghebbende over de omzetting van een verlies uit aanmerkelijk belang in een belastingkorting voor het jaar 2015. De belanghebbende had een verlies uit aanmerkelijk belang geleden van € 34.693 na de ontbinding van zijn vennootschap, maar de inspecteur had dit verlies niet erkend bij de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) 2015. De rechtbank had in eerste aanleg geoordeeld dat een verliesvaststellingsbeschikking niet vereist was voor de omzetting van het verlies in een belastingkorting, maar de inspecteur ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. Het Hof oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat een verliesvaststellingsbeschikking niet noodzakelijk was. Het Hof concludeerde dat voor de omzetting van een verlies uit aanmerkelijk belang in een belastingkorting een verliesvaststellingsbeschikking of verliesverrekeningsbeschikking vereist is. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank, maar liet de rechtsgevolgen van die uitspraak in stand, wat betekent dat de inspecteur alsnog de belastingkorting moet toekennen aan de belanghebbende. De proceskosten werden niet toegewezen.