Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2016, die opgroeit in een onveilige en instabiele omgeving. De vader van het kind, die in hoger beroep is gekomen, ontkent zijn aandeel in de onveilige situatie en betwist de ontwikkelingsbedreigingen die door de kinderrechter zijn vastgesteld. De moeder, die samen met het kind op een geheim adres verblijft, heeft de vader verlaten vanwege veiligheidsrisico's. Het hof verwijst naar eerdere uitspraken en de noodzaak van de ondertoezichtstelling, die is ingesteld vanwege meerdere politieregistraties en zorgmeldingen met betrekking tot huiselijk geweld. De kinderrechter had eerder de ondertoezichtstelling verlengd tot 23 oktober 2023.
Het hof oordeelt dat de beslissing van de kinderrechter in stand moet blijven. Het hof stelt vast dat de vader zijn aandeel in de onveilige situatie bagatelliseert, wat het wegnemen van de ontwikkelingsbedreiging bemoeilijkt. De vader heeft geen inzicht in de ernst van de situatie en de impact daarvan op het kind. Het hof benadrukt dat het belangrijk is dat ouders hun onderlinge strijd stopzetten en zich richten op de behoeften van het kind. De vader heeft grieven ingediend tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling, maar het hof oordeelt dat de omstandigheden en de noodzaak voor hulp in het vrijwillige kader niet voldoende zijn om de ondertoezichtstelling te beëindigen.
De beslissing van het hof is om de bestreden beschikking van de kinderrechter te bekrachtigen, waarbij de ondertoezichtstelling van het kind wordt voortgezet. Het hof wijst het verzoek van de vader af om de ondertoezichtstelling te beperken of te vernietigen, en benadrukt dat de stappen die nog gezet moeten worden om de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen te omvangrijk zijn.