Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor verhuizing met haar minderjarige kind naar [plaats1]. De moeder, die samen met haar nieuwe partner en kinderen in [plaats1] wil gaan wonen, heeft het verzoek ingediend omdat zij en haar kinderen in hun huidige woning in [woonplaats1] niet gelukkig zijn. De vader van het kind, die in [woonplaats2] woont, heeft verweer gevoerd tegen de verhuizing en verzocht het hof om de moeder niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoek. Het hof heeft de zaak in hoger beroep behandeld, waarbij de minderjarige ook is gehoord. De moeder heeft vier grieven ingediend tegen de eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, die haar verzoek om vervangende toestemming had afgewezen.
Het hof heeft in zijn overwegingen gekeken naar de belangen van het kind en de noodzaak van de verhuizing. Het hof concludeert dat de moeder onvoldoende heeft aangetoond dat de verhuizing noodzakelijk is en dat zij de verhuizing niet goed heeft doordacht en voorbereid. De moeder heeft de vader niet tijdig geïnformeerd over haar plannen en heeft onvoldoende overleg gepleegd. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd, omdat de belangen van het kind en de rechten van de vader zwaarder wegen dan de wens van de moeder om te verhuizen. De beslissing is onlosmakelijk verbonden met een andere zaak die ook betrekking heeft op de verhuizing van de halfzusjes van de minderjarige, wat de complexiteit van de situatie vergroot. Het hof heeft de grieven van de moeder afgewezen en de beschikking van de rechtbank bevestigd.