In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding. De appellant, vertegenwoordigd door mr. S. Fentsahm, had hoger beroep ingesteld tegen de Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs Fryslân-Noord, die werd bijgestaan door mr. S.G. van der Galiën. De procedure volgde op een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, waar de appellant zijn hoofdvordering had ingetrokken. Het hof moest beoordelen of de resterende vordering boven de appelgrens van € 1.750 uitkwam, wat niet het geval bleek te zijn. De appellant had nog aanspraak gemaakt op buitengerechtelijke kosten, maar deze bleven onder de gestelde grens. Hierdoor verklaarde het hof de appellant niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep. Tevens werd de appellant veroordeeld in de proceskosten van de Stichting, vastgesteld op € 783 voor griffierecht en € 836 voor advocaatkosten. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat deze kan worden uitgevoerd, zelfs als de zaak aan de Hoge Raad wordt voorgelegd. Het hof wees het meer of anders gevorderde af.