ECLI:NL:GHARL:2023:1781

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
2 maart 2023
Publicatiedatum
1 maart 2023
Zaaknummer
21-004402-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep inzake verzoeken tot het horen van getuigen en het voegen van bewijsstukken in een strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 maart 2023 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep van een strafzaak. De verdachte, die in eerste aanleg door de rechtbank Noord-Nederland was veroordeeld, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 24 september 2021. Tijdens de zitting op 23 februari 2023 heeft de verdediging verschillende verzoeken ingediend, waaronder het horen van getuigen en het voegen van bewijsstukken aan het dossier. Het hof heeft de verzoeken van de verdediging beoordeeld aan de hand van de noodzaak en onderbouwing van deze verzoeken. Het hof heeft geoordeeld dat sommige verzoeken tot het horen van getuigen onvoldoende zijn onderbouwd en heeft deze afgewezen. Echter, het verzoek tot het horen van getuige [aangeefster i.] is toegewezen, omdat deze getuige nog niet eerder in het bijzijn van de verdediging is gehoord. Het hof heeft ook het verzoek tot het voegen van relevante bestanden uit telefoonextracties toegewezen, met de voorwaarde dat de verdediging deze stukken tijdig aanlevert. Daarnaast heeft het hof het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte afgewezen, omdat de belangen van de strafvordering zwaarder wegen dan de persoonlijke belangen van de verdachte. Het hof heeft bepaald dat het onderzoek zal worden hervat op een nog nader te bepalen tijdstip, met inachtneming van de benodigde onderzoekshandelingen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004402-21
Uitspraak d.d.: 9 maart 2023
TEGENSPRAAK

Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 24 september 2021 met parketnummer 18-226993-20 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
thans verblijvende in P.I. [plaats] te [plaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 23 februari 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. W.J. Ausma, naar voren is gebracht.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van het standpunt van de advocaat-generaal.

Verzoeken van de verdediging

De verdediging heeft bij e-mails van 16, 17 en 21 februari 2023 verzocht om:
de beschikking te krijgen over de volledige e-mail, genoemd in het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] bij de rechter-commissaris;
toevoeging van stukken aan het dossier, te weten een aantal aangetroffen bestanden uit de telefoonextractie. Het gaat daarbij om (screenshots van) WhatsApp-gesprekken, e-mails, Word-bestanden en geluidsbestanden;
als getuigen te horen:
a. [aangeefster a.] (aangeefster);
b. [aangeefster b.] (aangeefster);
c. [aangeefster c.] (aangeefster);
d. [aangeefster d.] (aangeefster);
e. [aangeefster e.] (aangeefster);
f. [aangeefster f.] (aangeefster);
g. [aangeefster g.] (aangeefster);
h. [aangeefster h.] (aangeefster);
i. [aangeefster i.] (aangeefster);
j. [aangeefster j.] (aangeefster);
k. [getuige k.] ;
l. [getuige l.] ;
m. [getuige m.] ;
n. [getuige n.] ;
o. [getuige o.] ;
p. [getuige p.] ;
q. [getuige q.] ;
r. [getuige r.] (moeder van aangeefster [aangeefster b.] /ex-partner verdachte);
s. [getuige s. ] (vader van [getuige k.] );
t. [getuige t.] (vader van aangeefster [aangeefster a.] );
u. [getuige u.] .

Standpunt van de advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het verzoek tot het verstrekken van het e-mailbericht dient te worden afgewezen. De noodzaak van het verzoek is onvoldoende onderbouwd. Bovendien verzet de aard en inhoud van het e-mailbericht (interne communicatie tussen OM en politie) zich tegen integrale verstrekking.
Het verzoek tot toevoeging van bestanden uit de telefoonextractie aan het dossier dient eveneens te worden afgewezen. Het verzoek is onvoldoende onderbouwd nu uit de e-mail van de verdediging in het geheel niet blijkt om welke specifieke bestanden het gaat en waarom voeging daarvan aan het dossier noodzakelijk is.
De advocaat-generaal heeft zich niet verzet tegen het horen van [aangeefster c.] (c), voorzover de getuige tijdig – te weten voorafgaand aan de geplande inhoudelijke behandeling op 13 april 2023 – kan worden gehoord.
De advocaat-generaal heeft zich verzet tegen het horen van de overige getuigen.

Oordeel van het hof

De onderzoekswensen dienen te worden getoetst aan het noodzaakscriterium.
Het hof overweegt als volgt.
Ten aanzien van het verzoek tot het toevoegen van de volledige e-mail, genoemd in het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] bij de rechter-commissaris, overweegt het hof dat de verdediging dit verzoek onvoldoende heeft onderbouwd. De noodzaak tot het toevoegen van de volledige inhoud van het e-mailbericht aan het dossier is niet gebleken. Het hof wijst het verzoek daarom af.
Ten aanzien van de verzoeken tot het horen van getuigen die aangeefsters betreffen die al bij de rechter-commissaris zijn gehoord, overweegt het hof in haar algemeenheid dat voor zover het gaat om het punt van onderling afstemmen van verklaringen, het verzoek onvoldoende is gemotiveerd. De verdediging heeft ten aanzien van dat punt al voldoende gelegenheid gehad de getuigen te bevragen. Het hof acht het horen van de getuigen in zoverre niet noodzakelijk, tenzij in de onderbouwing voldoende nieuwe argumenten zijn aangevoerd die het horen van een specifieke getuige wel noodzakelijk maakt.
Ten aanzien van [aangeefster i.] (i) overweegt het hof dat zij niet eerder is gehoord in het bijzijn van de verdediging en dat dit verzoek door de verdediging voldoende is onderbouwd. De advocaat-generaal heeft het standpunt ingenomen dat van het horen van [aangeefster i.] dient te worden afgezien omdat het gegronde vermoeden bestaat dat de gezondheid of het welzijn van de getuige door het afleggen van een verklaring ter terechtzitting in gevaar wordt gebracht en het voorkomen van dit gevaar zwaarder weegt dan het belang de getuige ter terechtzitting te kunnen ondervragen.
Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat de vraag of het in artikel 288 lid 1, onder b, van het Wetboek van Strafvordering genoemde gegronde vermoeden bestaat dat de gezondheid of het welzijn van de getuige door het afleggen van een verklaring ter terechtzitting in gevaar wordt gebracht, moet worden beantwoord tegen de achtergrond van het in artikel 6 EVRM gegarandeerde recht van de verdachte op een eerlijk proces. Daaruit volgt dat de rechter zijn oordeel ten aanzien van het belang van de getuige moet motiveren aan de hand van concrete feiten en omstandigheden, zoals het oordeel van een deskundige (HR 24 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:68). Het door de advocaat-generaal ter zitting van het hof afgegeven signaal dat de gezondheid of het welzijn van de getuige in gevaar wordt gebracht door het afleggen van een verklaring ter terechtzitting, zonder dat daaraan een concrete onderbouwing ten grondslag ligt, is onvoldoende om het verzoek thans af te wijzen. Het hof zal het verzoek tot het horen van [aangeefster i.] daarom toewijzen en de zaak daartoe verwijzen naar de raadsheer-commissaris van dit hof. Het is vervolgens aan de raadsheer-commissaris om te beoordelen of de gezondheid of het welzijn van de getuige door het afleggen van een verklaring in gevaar wordt gebracht.
Ten aanzien van [aangeefster a.] (a), [aangeefster c.] (c), [aangeefster d.] (d), [aangeefster e.] (e) en [aangeefster h.] (h) overweegt het hof dat de verzoeken door de verdediging voldoende zijn onderbouwd. Het hof wijst deze verzoeken toe en verwijst de zaak daartoe eveneens naar de raadsheer-commissaris van dit hof.
Ten aanzien van [aangeefster b.] (b), [aangeefster f.] (f), [aangeefster g.] (g), [aangeefster j.] (j), [getuige k.] (k), [getuige l.] (l), [getuige m.] (m), [getuige n.] (n), [getuige o.] (o), [getuige p.] (p), [getuige q.] (q), [getuige r.] (r), [getuige s. ] (s), [getuige t.] (t) en [getuige u.] (u) overweegt het hof dat door de verdediging onvoldoende is onderbouwd dat het horen van deze getuigen noodzakelijk is. Het hof wijst de verzoeken tot het horen van deze getuigen daarom af.
Het hof wijst het verzoek tot het voegen van relevante bestanden uit de telefoonextractie(s) toe. De verdediging dient de (screenshots van) relevante WhatsApp-gesprekken, e-mails en Word-bestanden aan te leveren bij zowel het hof als de advocaat-generaal. Dit kan door toezending van een e-mail met bijlagen. De audiobestanden dienen te worden aangeleverd bij het hof en de advocaat-generaal op een usb-stick, met aanduiding op schrift van de relevante passages uit de betreffende bestanden en voorzien van een tijdsaanduiding/tellerstand. De verdediging dient voornoemde stukken uiterlijk één week voor het eerste getuigenverhoor door de raadsheer-commissaris aan het hof en de advocaat-generaal over te leggen.

Verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis

De raadsman heeft ter zitting van het hof een verzoek gedaan tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte in verband met het effectief kunnen voorbereiden door verdachte van zijn verdediging.
Het hof dient bij de beoordeling van het schorsingsverzoek de afweging te maken of de belangen van strafvordering afgezet tegen de persoonlijke belangen van verdachte een schorsing rechtvaardigen. Verdachte is in eerste aanleg veroordeeld voor ernstige feiten en de rechtbank heeft verdachte een gevangenisstraf van 7 jaren opgelegd. Tevens is nog sprake van de zogenoemde 12-jaarsgrond en geschokte rechtsorde. Onder die omstandigheden kan van een schorsing alleen sprake zijn als zich zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden voordoen. Het hof is van oordeel dat er onvoldoende zwaarwegende persoonlijke belangen zijn aangevoerd om een schorsing te rechtvaardigen. Hoewel niet onaannemelijk is dat verdachte door de voorlopig hechtenis beperkingen kan ondervinden bij de voorbereiding van zijn verdediging, is dit op zichzelf genomen en in de gegeven omstandigheden niet een zodanig zwaarwegend persoonlijk belang dat de voorlopige hechtenis om die reden moet worden geschorst. Het belang van verdachte bij zijn invrijheidstelling weegt niet op tegen de belangen van strafvordering. Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.

BESLISSING

Het hof:
Stelt de stukken in handen van de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof teneinde als getuigen te horen:
[aangeefster a.](aangeefster), geboren op [geboortedag a.] 2001, wonende te [woonplaats a.] , aan [adres a.] ;
[aangeefster c.](aangeefster), geboren op [geboortedag c.] 2003, wonende te [woonplaats c.] , aan [adres c.] ;
[aangeefster d.](aangeefster), geboren op [geboortedag d.] 2002, wonende te [woonplaats d.] , aan [adres d.] ;
[aangeefster e.](aangeefster), geboren op [geboortedag e.] 2002, wonende te [woonplaats e.] , aan [adres e.] ;
[aangeefster h.](aangeefster), geboren op [geboortedag h.] 1990, wonende te [woonplaats h.] , aan [adres h.] ;
[aangeefster i.](aangeefster), geboren op [geboortedag i.] 1996, wonende te [woonplaats i.] , aan [adres i.] ;
Wijst toe het verzoek tot het voegen van relevante bestanden uit de telefoonextractie(s). Draagt daartoe
de verdedigingop
om uiterlijk één week voor het eerste getuigenverhoor door de raadsheer-commissarisbij
het hof en de advocaat-generaalde (screenshots van) relevante
WhatsApp-gesprekken, emails en Word-bestandenaan te leveren en de
audiobestandenaan te leveren
op een usb-stick, met aanduiding op schrift van de relevante passages uit de betreffende audiobestanden en voorzien van een tijdsaanduiding/tellerstand.
Wijst de verzoeken voor het overige af.
Wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nog nader te bepalen terechtzitting.
Om de klemmende redenen dat het zittingsrooster van het hof een eerdere behandeling van de zaak niet toelaat en de onderzoekshandelingen naar verwachting niet binnen een maand zullen zijn voltooid, zal het onderzoek langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden worden geschorst.
Beveelt de oproeping van de
verdachtetegen het nog nader te bepalen tijdstip waarop het onderzoek zal worden voortgezet, met tijdige kennisgeving van dat tijdstip aan de
raadsmanvan verdachte en aan de
benadeelde partijen en hun vertegenwoordigers.
Aldus gewezen door
mr. G.A. Versteeg, voorzitter,
mr. J. Hielkema en mr. M.B. de Wit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.M. Nicolai, griffier,
en op 2 maart 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. De Wit is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.