ECLI:NL:GHARL:2023:1624

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
21 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
200.319.954/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van hoger beroep ten behoeve van mediation tussen partijen

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is op 21 februari 2023 een arrest in kort geding uitgesproken. De zaak betreft een hoger beroep van een man, die in eerste aanleg gedaagde was in conventie en eiser in reconventie, en een vrouw, die eiseres in conventie en verweerster in reconventie was. Beide partijen waren vertegenwoordigd door hun advocaten, mr. M. Helmantel en mr. H.D. Postma. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 februari 2023 gaven beide advocaten aan dat hun cliënten het hoger beroep willen intrekken. De reden hiervoor is dat partijen een mediationtraject willen volgen en zij in het belang van dit traject geen polariserende stellingen willen innemen. Dit zou de kans op een succesvolle mediation vergroten.

Het hof heeft vastgesteld dat beide partijen de gronden van het (incidenteel) hoger beroep niet handhaven. Dit leidt ertoe dat het hof de man en de vrouw niet-ontvankelijk verklaart in hun verzoeken in hoger beroep. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. T. van der Veen, en markeert een belangrijke stap in de richting van een mogelijke oplossing via mediation, in plaats van een verdere juridische strijd.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.319.954/01
(zaaknummer rechtbank 217565)
arrest in kort geding van 21 februari 2023
in de zaak van
[appellant](de man),
die woont in [woonplaats1] ,
appellant in het principaal hoger beroep en in het incident tot schorsing van
de uitvoerbaarheid bij voorraad,
geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,
bij de rechtbank: gedaagde in conventie en eiser in reconventie,
advocaat: mr. M. Helmantel te Sappemeer,
tegen
[geïntimeerde](de vrouw),
die woont in [woonplaats2] ,
geïntimeerde in het principaal hoger beroep en in het incident tot schorsing van
de uitvoerbaarheid bij voorraad,
appellante in het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep,
bij de rechtbank: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
advocaat: mr. H.D. Postma te Leeuwarden.

1.Het verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Voor het verloop van het geding tot 17 januari 2023 verwijst het hof naar zijn tussenarrest van die datum.
1.2
Het verdere verloop blijkt uit:
- de memorie van antwoord tevens incidenteel appèl van 13 januari 2023 met productie(s).
1.3
Op 9 februari 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. De man en de vrouw zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaten.

2.De motivering van de beslissing

2.1
Mr. Helmantel heeft op de zitting bij het hof aangegeven dat de man het nog steeds niet eens is met het vonnis van de voorzieningenrechter van 25 oktober 2022, maar dat desondanks het hoger beroep wordt ingetrokken. Mr. Postma heeft op zijn beurt aangegeven dat ook het door de vrouw ingestelde incidenteel hoger beroep wordt ingetrokken. De advocaten hebben als reden voor de intrekking gegeven dat partijen in de bodemprocedure een mediationtraject gaan volgen en dat zij in het belang van dit traject nu geen polariserende stellingen willen innemen. Hierdoor is er een grotere kans dat het mediationtraject tussen partijen zal slagen.
2.2
Het hof maakt hieruit op dat partijen de gronden van het (incidenteel) hoger beroep niet handhaven. Dit brengt mee dat het hof de man en de vrouw niet-ontvankelijk zal verklaren in hun verzoeken.

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep in kort geding:
verklaart de man en de vrouw niet-ontvankelijk in hun verzoeken in hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mrs. I.A. Vermeulen, L. van Dijk en C. Coster, bijgestaan door mr. T. van der Veen als griffier, en is op 21 februari 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.