ECLI:NL:GHARL:2023:1582
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van verdachte in hoger beroep na intrekking
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte, die eerder was veroordeeld door de rechtbank Noord-Nederland op 18 juli 2022. De verdachte, geboren in 1988 en thans verblijvende in P.I. Veenhuizen, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Tijdens de zitting op 10 februari 2023 heeft de advocaat-generaal een vordering ingediend tot niet-ontvankelijk verklaring van de verdachte in zijn hoger beroep. Dit verzoek was gebaseerd op het feit dat de verdachte op 2 februari 2023 zijn hoger beroep had ingetrokken, nadat de behandeling van de zaak al was begonnen met een pro forma zitting op 2 januari 2023.
Het hof heeft vastgesteld dat er nog geen inhoudelijke behandeling van de zaak had plaatsgevonden en dat de advocaat-generaal had aangegeven dat er geen verdere behandeling van de zaak nodig was. Gezien deze omstandigheden heeft het hof geoordeeld dat de verdachte geen belang meer had bij de voortzetting van het onderzoek in hoger beroep. Daarom heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. L.T. Wemes, en is op 24 februari 2023 openbaar uitgesproken.