ECLI:NL:GHARL:2023:10671
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake toestemming voor reisdocumenten voor minderjarige kinderen in alimentatieprocedure
In deze zaak heeft de moeder, in het kader van een door de vader gestarte alimentatieprocedure, zelfstandige tegenverzoeken ingediend om toestemming van de vader te verkrijgen voor het aanvragen van nieuwe reisdocumenten voor hun kinderen. De moeder beroept zich op het belang van de kinderen en de geschillenregeling van artikel 1:253a BW. Het hof oordeelt echter dat er een aparte rechtsgang is gecreëerd voor dergelijke kwesties, zoals vastgelegd in de artikelen 34 e.v. van de Paspoortwet. Deze wet biedt een specifieke regeling die voorrang heeft boven de algemene regeling van artikel 1:253a BW, wat betekent dat de moeder niet de juiste procedure heeft gevolgd.
De vader had eerder de rechtbank verzocht om wijziging van de kinderalimentatie, maar de moeder heeft deze procedure benut om via zelfstandige tegenverzoeken de medewerking van de vader te verkrijgen. Het hof stelt vast dat de ouders ontkennen de eerder afgegeven reisdocumenten in hun bezit te hebben en dat de moeder de identiteitskaarten en het paspoort van de kinderen als vermist heeft opgegeven. Het hof concludeert dat de moeder om haar doel te bereiken, alsnog de rechter op grond van de Paspoortwet om vervangende toestemming zal moeten vragen. Het hof wijst het verzoek van de moeder af, maar bespreekt ter zitting mogelijke oplossingen, waarbij de vader bereid is mee te werken aan de afgifte van nieuwe identiteitsbewijzen voor de kinderen.
Uiteindelijk vernietigt het hof de bestreden beschikking van de rechtbank Noord-Nederland en compenseert de proceskosten in beide instanties, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing is op 14 december 2023 uitgesproken in het openbaar.