Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De kern van de zaak
- de Jeep met kenteken [kenteken] is toegedeeld aan de man;
- de rekening [nummer1] is toegedeeld aan de vrouw;
- de man dient aan de vrouw wegens zijn overbedeling € 6.124,06 te betalen;
- aan ieder van partijen komt de helft van het saldo van € 3.940,49 op de rekening [nummer2] toe;
- aan ieder van partijen komt de helft van de verkoopopbrengst van de camping in Zweden toe;
- de vrouw dient aan de man op eerste vertoon van bewijs van betaling door de man de helft van de verschuldigde inkomstenbelasting over 2021 en 2022 te vergoeden, een eventuele teruggaaf dient bij helfte te worden gedeeld.
4.De motivering van de beslissing
5.De beslissing
uiterlijk 3 weken na de datum van deze beschikkingbij de griffie van het hof en aan de (advocaat van de) vrouw stukken over te leggen waaruit duidelijk blijkt hoeveel belasting er is verschuldigd ten aanzien van de verkoop van de camping in Zweden alsmede stukken als bedoeld in 4.14;