4.3De man is met veertien grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. Hij verzoekt dat het hof bij beschikking de bestreden beschikking zal vernietigen en opnieuw, onder uitvoerbaar bij voorraad, rechtsprekend zal bepalen dat:
- de vrouw € 750 per maand bijdraagt in de kosten van het levensonderhoud van de man, telkens bij vooruitbetaling, per de eerste van de maand, te voldoen;
- dat de verdeling van alle vermogensbestanddelen van partijen die vallen in de ontbonden gemeenschap en op de peildatum aanwezig waren en die niet in geschil zijn conform rechtsoverweging 3.7 van de bestreden beschikking wordt vastgesteld, voor zover dat niet is geschied, dan wel niet is geschied conform de wens van de man, waarbij de man verzoekt in aanmerking te nemen wat hij over deze bestanddelen in het beroepschrift heeft aangegeven;
- de kosten van de notaris van € 4.900 voor rekening van de vrouw komen;
- dat de woning in Marokko, [plaats1] te [plaats2] aan de man wordt toegedeeld tegen de waarde conform het taxatierapport van de man, onder verrekening van de helft van deze waarde aan de vrouw;
- de bankrekening op naam van partijen bij [de bank1] onder nummer ( [nummer1] ) [nummer2] waarvan op 21 december 2020 het saldo 490.375,71 Marokkaanse Dirham (DH) (€ 49.000) bedraagt tussen partijen bij helfte wordt verdeeld en de vrouw € 24.500 aan de man voldoet binnen twee weken na betekening van de te geven beschikking, dan wel op een wijze als het hof juist meent te bepalen;
- de vrouw haar medewerking moet verlenen aan opheffing van de bankrekening van partijen bij [de bank1] onder nummer ( [nummer1] ) [nummer2] en bij opheffing het saldo van deze rekening voor rekening van de vrouw komt;
- het saldo van de bankrekening van partijen onder nummer [nummer3] , te weten per 18 mei 2020 een bedrag van € 17.677,36, tussen partijen bij helfte wordt verdeeld, althans bij helfte wordt verdeeld op een datum die het hof juist acht;
- de vrouw € 7.500 ter zake van de helft van de waarde van de sieraden aan de man moet voldoen, dan wel een zodanig bedrag als het hof juist acht;
- de inboedel van partijen bij helfte wordt verdeeld, dan wel dat de vrouw € 7.500 aan de man ter zake van de helft van de waarde van de inboedel aan de man moet voldoen, dan wel een zodanig bedrag als het hof juist acht;
- de leningen van de man voor rekening van partijen komen, ieder voor de helft;
- de man een vordering heeft op de gemeenschap dan wel op de vrouw voor de bedragen € 7.500 en € 12.500 die hij voor de verbouwing van de woningen van partijen heeft voldaan;
- de man een overzicht van het inningsbureau van de huuropbrengsten van de woning [adres1] te [plaats2] vanaf november 2019 aan de vrouw moet overleggen, waarna de verhuuropbrengsten vanaf november 2019, voor zover niet verrekend met de schuld van de aannemer, verminderd met de belastingen en/of andere kosten die door partijen in verband met de woning moeten worden voldaan, bij helfte moeten worden verdeeld;
- de vrouw medewerking verleent aan de levering van de woning [adres1] aan de man;
- de schuld van de creditcard van de man voor rekening van de vrouw komt en de vrouw € 4.684,73 binnen twee weken na betekening van de te geven beschikking aan de man moet voldoen, althans op een wijze die het hof juist acht;
- de kosten van de Volvo met kenteken [kenteken] vanaf 2 juni 2020, althans vanaf een datum welke het hof juist acht, voor rekening van de vrouw komen.