In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding. De appellant, vertegenwoordigd door mr. F. Kolkman, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel, waar hij als gedaagde optrad. De tegenpartij, Losser Bewind B.V., fungeert als bewindvoerder van mevrouw [naam1] en is vertegenwoordigd door mr. M.D. Ubbink. Tijdens de procedure heeft de advocaat van de appellant zich onttrokken, waardoor de appellant niet in staat was om een memorie van grieven in te dienen binnen de gestelde termijn van twee weken. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant niet-ontvankelijk is in zijn vordering in hoger beroep, omdat hij geen gronden voor het hoger beroep heeft aangevoerd en geen memorie van grieven heeft ingediend. Hierdoor is het recht van de appellant om een memorie van grieven te nemen vervallen. De incidentele vordering tot schorsing van de uitvoerbaar bij voorraadverklaring van het bestreden vonnis is eveneens afgewezen, omdat het hof niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling hiervan. De appellant is veroordeeld tot betaling van de proceskosten in hoger beroep, inclusief nakosten voor de betekening van de uitspraak.