ECLI:NL:GHARL:2023:10131

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
200.305.487/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanspraak op betaling koopsom onder de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is op 28 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen [appellante], gevestigd te Gensingen, Duitsland, en Hekratos B.V., gevestigd te Dronten. De rechtbank Midden-Nederland had [appellante] eerder veroordeeld tot betaling van een koopsom van € 247.245 aan Hekratos, vermeerderd met handelsrente en kosten. [Appellante] heeft hoger beroep ingesteld met als doel deze vordering af te wijzen.

Het hof heeft in een eerder tussenarrest geoordeeld dat [appellante] partij is bij de koopovereenkomst en dat Hekratos zijn leveringsplicht is nagekomen. Het hof constateert dat [appellante] de overeengekomen koopsom niet heeft voldaan en dat Hekratos een marge van € 11.500 op de transactie met [appellante] heeft misgelopen. Het hof oordeelt dat het onaanvaardbaar zou zijn om [appellante] te veroordelen tot betaling van het volledige bedrag, aangezien hij geen voordeel heeft gehad van de transactie.

De vordering van Hekratos wordt daarom beperkt tot het bedrag van de gederfde marge van € 11.500. Daarnaast heeft het hof de veroordeling tot betaling van € 3.051,22 aan incassokosten in stand gelaten, omdat er geen aanleiding was om dit anders te beoordelen. De proceskosten worden door beide partijen zelf gedragen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, behalve voor de onderdelen die onder 5.2 en 5.7 zijn gewezen, en wijst het meer of anders gevorderde af. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.305.487/01
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 518503)
arrest van 28 november 2023
in de zaak van
[appellante] ,
gevestigd te Gensingen, Duitsland,
appellante in het principaal hoger beroep,
geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,
bij de rechtbank: gedaagde,
hierna:
[appellante],
advocaat: mr. B. Sujecki, die kantoor houdt te Amsterdam,
tegen
Hekratos B.V.,
gevestigd te Dronten,
geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
appellante in het incidenteel hoger beroep,
bij de rechtbank: eiseres,
hierna:
Hekratos,
advocaat: mr. S.K. Tuithof, die kantoor houdt te Haarlem.

1.Het verdere verloop van de procedure bij het hof

Naar aanleiding van het arrest van 6 juni 2023 hebben beide partijen een memorie respectievelijk een akte genomen – in het geval van de memorie van [appellante] : onder overlegging van producties. Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen.

2.De verdere beoordeling van de zaak

De hoofdsom
2.1
De rechtbank heeft [appellante] veroordeeld tot betaling aan Hekratos van een koopsom van € 247.245, vermeerderd met handelsrente en kosten. De bedoeling van het hoger beroep van [appellante] is dat die vordering alsnog wordt afgewezen.
2.2
In het vorige tussenarrest heeft het hof de bezwaren van [appellante] in zoverre verworpen, dat hij geacht moet worden partij te zijn bij de koopovereenkomst met Hekratos. Vast staat dat Hekratos zijn leveringsplicht uit die overeenkomst is nagekomen en dat [appellante] de overeengekomen koopsom niet heeft voldaan.
2.3
Het hof heeft ook geconstateerd dat de door Hekratos bij Loadung Master ingekochte partij mondkapjes aan die leverancier zijn betaald, en dat deze betaling niet voor rekening van Hekratos is gekomen. Hekratos is wel haar marge van € 11.500 op de transactie met [appellante] misgelopen.
2.4
De leverancier van Hekratos is voldaan door Samardzija. Hekratos stelde zich daarom op het standpunt dat Samardzija nog een regresvordering op haar heeft. Inmiddels zijn beide partijen het er echter over eens dat niet het geval is. Zoals het hof ook al overwoog, zou het in dat geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn als [appellante] - die van de gehele gang van zaken geen voordeel heeft gehad en dat ook niet heeft beoogd - zou worden veroordeeld tot betaling van het gehele restant van de met hem overeengekomen koopsom. De toe te wijzen vordering van Hekratos zal daarom worden beperkt tot het bedrag van de gederfde marge van € 11.500.
Buitengerechtelijke kosten, rente en proceskosten
2.5
Hoewel de vordering van Hekratos in hoger beroep voor het grootste deel wordt afgewezen, zal het hof de veroordeling tot betaling van € 3.051,22 aan incassokosten wel in stand te laten, omdat ten tijde van het bestreden vonnis geen aanleiding bestond om over het gevorderde anders te oordelen dan de rechtbank heeft gedaan. Ook de door de rechtbank uitgesproken proceskostenveroordeling blijft om die reden in stand. Die kosten zijn in die procedure namelijk nodeloos veroorzaakt: pas ter zitting bij het hof is opgemerkt dat Hekratos niet voor een regresvordering hoefde te vrezen (terwijl die vrees gerechtvaardigd was), en pas in de laatste memorie van [appellante] in het hoger beroep is daarover aan Hekratos zekerheid gegeven.
2.6
Hoewel de bezwaren tegen het vonnis van de rechtbank voor een belangrijk deel worden gehonoreerd en het incidenteel hoger beroep van Hekratos niet slaagt, zal het hof gelet op het voorgaande bepalen dat partijen ieder de eigen proceskosten van het hoger beroep moeten dragen. De beslissing omtrent de verschuldigde rente staat verder niet ter discussie. Een en ander leidt tot de volgende beslissing.

3.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland in Lelystad van 5 januari 2022, behalve voor zover dat onder 5.2 en 5.7 is gewezen en beslist in zoverre als volgt.
5.2
veroordeelt [appellante] tot betaling van € 11.500, vermeerderd met de
wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf 8 januari 2021 tot de dag van volledige
betaling.
5.7
wijst het meer of anders gevorderde af;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst in dit hoger beroep af wat verder is gevorderd;
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten van het hoger beroep draagt.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.W. Zandbergen, M.M. Lorist en M. Wolters, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
28 november 2023.