ECLI:NL:GHARL:2023:10097

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
200.314.112
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over de geldigheid van een koopovereenkomst en de gevolgen van misbruik van omstandigheden en dwaling

In deze zaak heeft Terra Sicca B.V. hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, die op 10 november 2021 en 20 april 2022 zijn uitgesproken. De kern van het geschil betreft een koopovereenkomst tussen Terra Sicca en Alsta-Nassau B.V. voor de levering en montage van overheaddeuren. Terra Sicca heeft de overeenkomst willen annuleren na het laten repareren van een kapotte deur door een derde partij. Alsta-Nassau heeft daarop betaling gevorderd, wat door de kantonrechter bij verstek is toegewezen. Terra Sicca heeft in verzet gepleit en stelde dat de koopovereenkomst nietig of vernietigbaar was vanwege misbruik van omstandigheden en dwaling.

Het hof heeft geoordeeld dat de bezwaren van Terra Sicca grotendeels falen. Het beroep op misbruik van omstandigheden werd verworpen, omdat Terra Sicca onvoldoende onderbouwd had dat zij in een noodtoestand verkeerde die haar tot het aangaan van de overeenkomst heeft gedwongen. Ook het beroep op dwaling werd afgewezen, omdat Terra Sicca niet had bewezen dat de monteur onjuiste informatie had verstrekt over de reparatiemogelijkheden van de deur. Het hof heeft de vordering van Alsta-Nassau tot betaling van de koopprijs voor de deuren bevestigd, maar de buitengerechtelijke incassokosten verlaagd. De beslissing van de kantonrechter werd gedeeltelijk vernietigd, maar Terra Sicca werd alsnog veroordeeld tot betaling van een bedrag aan Alsta-Nassau, vermeerderd met rente en proceskosten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.314.112
zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht: 9271758
arrest van 28 november 2023
in de zaak van
Terra Sicca B.V.
die is gevestigd in Baarn
die hoger beroep heeft ingesteld
en bij de kantonrechter optrad als gedaagde (opposant in verzet)
hierna: Terra Sicca
advocaat: mr. F.S.P. van der Wal
tegen
Alsta-Nassau B.V.
die is gevestigd in Terheijden
die ook hoger beroep heeft ingesteld
en bij de kantonrechter optrad als eiseres (geopposeerde in verzet)
hierna: Alsta-Nassau
advocaat: mr. J.W. van der Linde

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

Terra Sicca heeft hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen die de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, op 10 november 2021 en 20 april 2022 tussen partijen heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep van 14 juli 2022
  • het tussenarrest van 13 september 2022
  • het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling na aanbrengen die op 3 november 2022 is gehouden
  • de memorie van grieven
  • de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep, met producties
  • de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep
  • de akte van Terra Sicca
  • de antwoordakte van Alsta-Nassau

2.De kern van de zaak

2.1.
Eén van de overheaddeuren bij de vestiging van Terra Sicca in Baarn is kapot gegaan. Een monteur van Alsta-Nassau (de heer [de monterur] , hierna: de monteur) is bij Terra Sicca langsgegaan en heeft geadviseerd de kapotte overheaddeur te vervangen. Terra Sicca heeft vervolgens een overeenkomst gesloten met Alsta-Nassau tot koop, levering en montage van twee nieuwe overheaddeuren voor een bedrag van € 5.355,- (hierna: de koopovereenkomst). Terra Sicca heeft evenwel de kapotte overheaddeur door een derde partij laten repareren voor een bedrag van € 384,05. Terra Sicca wilde daarna de overeenkomst met Alsta-Nassau annuleren en de deuren niet betalen.
2.2.
Alsta-Nassau heeft bij de kantonrechter gevorderd dat deze Terra Sicca zal veroordelen tot betaling aan Alsta-Nassau van het overeengekomen bedrag voor de koop, levering en montage van de twee overheaddeuren.
2.3.
De kantonrechter heeft de vordering van Alsta-Nassau bij verstek toegewezen.
2.4.
Terra Sicca is in verzet gegaan en heeft bij de kantonrechter gevorderd haar te ontheffen van de veroordeling bij verstek gewezen en te verklaren voor recht dat de koopovereenkomst nietig dan wel vernietigbaar is op grond van een wilsgebrek.
2.5.
De kantonrechter heeft deze vorderingen afgewezen. De bedoeling van het principaal hoger beroep is dat de afgewezen vorderingen alsnog worden toegewezen. Alsta-Nassau heeft in incidenteel hoger beroep haar eis vermeerderd. De bedoeling van dit incidenteel hoger beroep is dat het hof Terra Sicca veroordeelt tot betaling van € 1.489,28 aan AlstaNassau, voor vergoeding van kosten die Alsta-Nassau gemaakt heeft voor de opslag van de deuren.

3.Het oordeel van het hof

3.1.
Het hof zal oordelen dat de bezwaren (grieven) van Terra Sicca grotendeels falen. Het hof zal deze bezwaren per onderwerp bespreken. Het hof zal de vordering in incidenteel hoger beroep afwijzen. Hierna wordt toegelicht hoe het hof tot zijn beslissingen is gekomen.
Toelaatbaarheid van de memorie van antwoord in incidenteel appel
3.2.
Terra Sicca is in de gelegenheid gesteld om een memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep te nemen. Alsta-Nassau heeft erop gewezen dat deze memorie als een verkapte conclusie van repliek is te beschouwen. Zij heeft het hof verzocht de memorie behoudens alinea 19 buiten beschouwing te laten en anders haar nog de gelegenheid te geven daarop te reageren. De memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep heeft inderdaad grotendeels betrekking op het principaal hoger beroep. Echter heeft Terra Sicca in dat verband grotendeels gereageerd op een door Alsta-Nassau bij memorie van antwoord in principaal hoger beroep overgelegd ‘intern protocol over veerbreuk beveiligingen en gebroken veren’. Ook heeft zij een bewijsaanbod gedaan en verzocht om een deskundige te benoemen. Partijen hebben afgezien van een mondelinge behandeling en in plaats daarvan heeft een aktewisseling plaatsgevonden. Aangezien Terra Sicca nog in de gelegenheid gesteld moest worden om op het protocol te reageren, stond het Terra Sicca vrij om in haar nadere akte de stellingen uit haar memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep over te nemen voor zover die zagen op het protocol. Daarnaast stond het Terra Sicca vrij om bij haar nadere akte nog een bewijsaanbod te doen en om een deskundigenverzoek te verzoeken. Het hof zal daarom in zijn beoordeling wel acht slaan op de in de nadere akte overgenomen inhoud van de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep. Het hof ziet geen aanleiding om Alsta-Nassau nog in de gelegenheid te stellen daarop inhoudelijk te reageren, omdat het hof de daarin door Terra Sicca besproken bezwaren tegen de vonnissen van de eerste rechter ongegrond zal verklaren.
De door de rechtbank vastgestelde feiten
3.3.
Met grief 1 voert Terra Sicca aan dat de kantonrechter ten onrechte als vaststaand feit heeft aangenomen dat de monteur bij Terra Sicca op 2 december 2020 langskwam vanwege onderhoudswerkzaamheden. Er was volgens Terra Sicca sprake van een storing. Alsta-Nassau heeft dat niet weersproken. Deze grief slaagt daarom weliswaar, maar kan inhoudelijk niet tot een andere beslissing leiden.
Weergave partijstandpunt
3.4.
Met grief 2 klaagt Terra Sicca erover dat de kantonrechter in overweging 3.3. van zijn vonnis van 10 november 2021 ten onrechte heeft vastgesteld dat de monteur aan Terra Sicca zou hebben meegedeeld dat het economisch niet verstandig was om de deur te repareren. De grief slaagt niet, omdat in de bestreden overweging geen oordeel wordt gegeven. Het gaat slechts om een weergave van een partijstandpunt.
Misbruik van omstandigheden
3.5.
De kantonrechter heeft het beroep van Terra Sicca op vernietiging van de koopovereenkomst op grond van misbruik van omstandigheden verworpen. Met grief 3 komt Terra Sicca hiertegen op.
3.6.
Misbruik van omstandigheden is volgens artikel 3:44 van het Burgerlijk Wetboek aanwezig indien (i) Alsta-Nassau wist of had moeten begrijpen dat Terra Sicca door bijzondere omstandigheden (zoals bijvoorbeeld noodtoestand) bewogen werd tot het aangaan van de overeenkomst, en (ii) zij (desalniettemin) het aangaan van de overeenkomst door Terra Sicca bevorderde terwijl hetgeen zij wist of had moeten begrijpen haar daarvan had behoren te weerhouden.
3.7.
Grief 3 faalt. In het licht van de betwisting door Alsta-Nassau heeft Terra Sicca haar beroep op misbruik van omstandigheden onvoldoende onderbouwd. Terra Sicca heeft gesteld dat er sprake was van een noodtoestand. Zij voert in dat verband aan dat zij de loods niet meer kon gebruiken doordat de defecte deur niet werkte en de andere overheaddeur versperd werd door een niet te verplaatsen kermisattractie. Omdat een snelle voorziening nodig was om deze (in haar ogen) noodtoestand te verhelpen, is zij akkoord gegaan met de offerte. Terra Sicca heeft het bestaan van een noodtoestand daarmee onvoldoende onderbouwd. Uit de stellingen van Terra Sicca volgt ook niet dat zij door de in haar ogen nijpende situatie bewogen werd om de koopovereenkomst met Alsta-Nassau aan te gaan. In de offerte staat een levertermijn van 8 werkweken opgenomen. De heer Dorland, directeur/aandeelhouder van Terra Sicca, heeft onder ede ook verklaard dat de monteur hem had verteld dat de levertijd van de deuren 8 weken was. In het licht daarvan is zonder nadere toelichting, die is uitgebleven, niet begrijpelijk dat Terra Sicca de koopovereenkomst zou hebben gesloten omdat een snelle voorziening nodig was. Daarnaast heeft zij niet onderbouwd dat en zo ja, op welke wijze aan Alsta-Nassau redelijkerwijs kenbaar was dat bij Terra Sicca sprake was van die in haar ogen nijpende situatie. Hierbij is van belang dat Terra Sicca niet heeft onderbouwd dat aan de monteur kenbaar was dat de loods niet via de andere deur bereikbaar was omdat de kermisattractie die daarvoor stond niet verplaatsbaar was. Tenslotte is niet komen vast te staan dat (tijdelijke) reparatie, al dan niet door een derde, een reële optie was. Daarop wordt hierna nog nader ingegaan.
Dwaling
3.8.
De kantonrechter heeft het beroep van Terra Sicca op dwaling verworpen. De daartegen gerichte grieven 4 en 5 lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Terra Sicca onderbouwt haar beroep op dwaling als volgt: zij had een onjuiste voorstelling van zaken doordat de monteur heeft gezegd dat de deur niet meer te repareren was (primair) en doordat de monteur heeft gezegd dat reparatie van de deur slechts mogelijk was tegen zodanig hoge kosten dat vervanging van de deur economisch de meest verstandige keuze was (subsidiair).
Deur niet meer te repareren (primair)
3.9.
Het hof volgt de kantonrechter in zijn oordeel in r.o. 2.1 en 2.2 van het eindvonnis van 20 april 2022 dat Terra Sicca onvoldoende bewezen heeft dat de monteur heeft gezegd dat de deur niet meer te repareren was en neemt dat oordeel over. Hetgeen in het hoger beroep naar voren is gebracht leidt niet tot een andere conclusie op dit punt. Het hof gaat aan het bewijsaanbod van Terra Sicca om de monteur opnieuw als getuige te horen voorbij. Terra Sicca heeft niet aangegeven in hoeverre deze getuige op dit punt meer of anders kan verklaren dan hij al heeft gedaan. Terra Sicca betoogt dat uit de verklaring van de monteur niet volgt dat hij de overwegingen voor zijn advies met Terra Sicca heeft gedeeld en dat hij daarover kennelijk niet volledig is bevraagd, maar uit de verklaring van de monteur volgt voldoende duidelijk dat hij heeft verklaard waarom hij zijn advies heeft gegeven en ook welk advies hij heeft gegeven.
Vervanging van de deur was economisch gezien de meer verstandige keuze (subsidiair)
3.10.
Alsta-Nassau heeft een ‘intern protocol voor veerbreuk beveiligingen en gebroken veren’ ingebracht. In dit protocol van Alsta-Nassau staat dat bij een draadbreuk of beschadigingen aan de veerplug de torsieveer onbruikbaar is. Alleen complete vervanging van de torsieveer is toegestaan. Om veiligheidsredenen is het niet toegestaan om ter plaatse aanpassingen of (nood)reparaties aan torsieveren te verrichten. Volgens Alsta-Nassau is dit protocol gebaseerd op Europese normen. Dit laatste wordt door Terra Sicca betwist. Terra Sicca voert aan dat de betreffende alinea’s uit het protocol pas naar aanleiding van dit geschil in het protocol zijn opgenomen. Het hof gaat aan dit verweer wegens gebrek aan onderbouwing voorbij. Het enkele feit dat Alsta-Nassau in eerste aanleg geen beroep had gedaan op het protocol is daarvoor onvoldoende.
3.11.
Terra Sicca heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij in de onjuiste veronderstelling is gebracht dat geen enkele concullega van Alsta-Nassau anders zou handelen dan zoals voorgeschreven in het protocol van Alsta-Nassau. Haar is niet meegedeeld dat in het protocol van Alsta-Nassau staat dat gescheurde spankoppen niet mogen worden gerepareerd, maar uitsluitend in combinatie met vervanging van de veer mogen worden vervangen. Als Terra Sicca dit had geweten, dan zou zij in de gelegenheid zijn gesteld om bij kleinere concullega’s te informeren of zij ook een soortgelijk protocol hanteren. Alsta-Nassau heeft er echter terecht op gewezen dat zij niet in de positie van een concurrent kan treden en dat zij daarom ook niet gehouden was om daarover iets aan Terra Sicca mee te delen. De monteur heeft slechts aan Terra Sicca meegedeeld wat voor hem de richtlijnen waren en meer hoefde hij niet te doen.
3.12.
Terra Sicca stelt verder dat Alsta-Nassau haar onjuist heeft voorgelicht, omdat er geen grote kans was dat de veer bij het op spanning brengen daarvan na vervanging van de spankop snel zou breken. Als die kans al groot was geweest, dan had Terra Sicca dat risico willen nemen, omdat zij dan enkel € 317,- ex btw aan reparatiekosten zou hebben gemaakt. Daarnaast had Alsta-Nassau een veerbreukbeveiliging moeten aanbrengen (wat veel goedkoper was geweest dan vervanging van de veer of de deur zelf). Deze stellingen laten echter onverlet dat niet is komen vast te staan dat vervanging van alleen de spankop, zoals de firma Jake Doors heeft gedaan, een in de branche algemeen geaccepteerde wijze van herstel betreft. Alsta-Nassau heeft dat voldoende gemotiveerd bestreden aan de hand van haar eigen protocol, ook indien de veiligheidsrichtlijn uit het protocol van Alsta-Nassau niet direct zou voortvloeien uit Europese normen. Ook de stelling van Terra Sicca dat de kosten voor vervanging van beide spanveren in het geheel niet in de buurt komen van de kosten voor vervanging en montage van nieuwe deuren en dat Alsta-Nassau haar daarover onjuist heeft ingelicht, is voldoende gemotiveerd bestreden. Als gevolg van de door het protocol voorgeschreven werkwijze, bedroegen de kosten voor vervanging van de spanveren immers € 1.500 à € 2.000 per deur, zo heeft Alsta-Nassau onvoldoende gemotiveerd weersproken naar voren gebracht. Daarbij mocht Alsta-Nassau betrekken dat het gelet op de leeftijd van de deur raadzaam was om beide spanveren van de deur tegelijk te vervangen. Terra Sicca heeft daar namelijk onvoldoende tegenin gebracht. Verder staat niet ter discussie dat Terra Sicca er zelf voor heeft gekozen om uit esthetisch oogpunt (behoud van gelijke kleur) ook de andere deur gelijk te vervangen. Uit het voorgaande volgt dat Terra Sicca niet heeft bewezen dat zij heeft gedwaald bij het sluiten van de koopovereenkomst.
3.13.
Het hof gaat aan het bewijsaanbod van Terra Sicca voorbij, nu zij geen voldoende concreet bewijsaanbod heeft gedaan van feiten of omstandigheden die, indien bewezen, tot een andere beslissing zouden kunnen leiden.
3.14.
Op grond van het hiervoor overwogene slagen grief 4 en 5 niet.
3.15.
Voor zover Terra Sicca nog bedoeld heeft te stellen dat sprake is geweest van bedrog in de zin van art. 3:44 BW (waarop haar vordering onder d wijst), gaat het hof daaraan voorbij, omdat zij dat beroep niet nader heeft uitgewerkt. Dat beroep zou ook moeten stranden op grond van wat het hof hiervoor heeft overwogen over de door haar aangedragen feiten en omstandigheden.
Buitengerechtelijke incassokosten
3.16.
Met grief 6 wordt aangevoerd dat de kantonrechter ten onrechte de buitengerechtelijke incassokosten (voor een bedrag van € 892,75) heeft toegewezen, omdat er geen buitengerechtelijke incassokosten zijn gemaakt.
3.17.
Alsta-Nassau heeft voldoende onderbouwd gesteld dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het hof stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is op de door Alsta-Nassau gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Het door Alsta-Nassau aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderde bedrag is echter hoger dan het daarin bepaalde tarief. Het hof zal het bedrag tot dat tarief toewijzen. Dit betreft een bedrag van € 642,75.
3.18.
Terra Sicca heeft in hoger beroep onbestreden gesteld dat zij op 20 juli 2022 aan Alsta-Nassau heeft betaald waartoe zij is veroordeeld. Zij vordert terugbetaling van hetgeen betaald is, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de hiervoor genoemde datum. Deze vordering is toewijsbaar voor zover een te hoog bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is toegewezen en betaald.
Opslagkosten
3.19.
Grief 7 en de in incidenteel hoger beroep gevorderde kosten voor de opslag van de deuren door Alsta-Nassau lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
3.20.
Het hof oordeelt dat Alsta-Nassau voldoende gemotiveerd heeft onderbouwd dat de deuren daadwerkelijk zijn geproduceerd. Zo heeft zij bij memorie van antwoord een interne mailwisseling overgelegd, waaruit volgt dat zij daadwerkelijk geconfronteerd is met de vraag of zij de order moest opslaan of laten vernietigen. Grief 7 slaagt dus niet. Alsta-Nassau heeft evenwel onvoldoende onderbouwd dat er opslagkosten zijn gemaakt. De overgelegde mailwisseling duidt op een interne doorberekening van opslagkosten, maar niet duidelijk wordt of dat ook daadwerkelijk is gebeurd. Ook maakt Alsta-Nassau niet duidelijk wat de grondslag van haar vordering is. De incidentele vordering van Alsta-Nassau tot betaling van de opslagkosten wordt daarom afgewezen.
De conclusie
3.21.
Het principaal hoger beroep slaagt slechts ten aanzien van de hoogte van de door de kantonrechter toegewezen buitengerechtelijke incassokosten. Voor het overige slaagt dit niet. Ter wille van de leesbaarheid van de beslissing, zal het hof het vonnis van 20 april 2022 vernietigen en een nieuwe beslissing formuleren. Omdat Terra Sicca grotendeels in het ongelijk zal worden gesteld, zal het hof haar tot betaling van de proceskosten in dit hoger beroep veroordelen. Onder de kostenveroordelingen vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak en de wettelijke rente daarover. De rente is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening.
3.22.
Het incidenteel hoger beroep slaagt niet. Alsta Nassau wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten die Terra Sicca in dat hoger beroep heeft moeten maken.
3.23.
De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

4.De beslissing

Het hof:
in principaal hoger beroep:
4.1.
bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden Nederland, locatie Utrecht, van 10 november 2021;
4.2.
vernietigt het vonnis van 20 april 2022 en doet opnieuw recht:
4.3.
veroordeelt Terra Sicca tot betaling aan Alsta-Nassau van een bedrag van € 5.997,75, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 5.355,- vanaf 18 maart 2021 tot de voldoening;
4.4.
veroordeelt Alsta-Nassau tot terugbetaling van een bedrag van € 250,- aan Terra Sicca, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 juli 2022, tot aan de dag der algehele voldoening;
4.5.
veroordeelt Terra Sicca tot betaling van de proceskosten van de verstekprocedure, begroot op € 908,67;
4.6.
veroordeelt Terra Sicca tot betaling van de proceskosten van de verzetprocedure, begroot op € 466,50;
4.7.
veroordeelt Terra Sicca tot betaling van de volgende proceskosten van Alsta-Nassau in hoger beroep:
€ 783,- aan griffierecht
€ 2.090,- aan salaris van de advocaat van Alsta-Nassau (2,5 procespunten x appeltarief € 836)
4.8.
bepaalt dat al deze kosten moeten worden betaald binnen 14 dagen na vandaag. Als niet op tijd wordt betaald, dan worden die kosten verhoogd met de wettelijke rente;
4.9.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
4.10.
wijst af wat verder is gevorderd;
in incidenteel hoger beroep:
4.11.
wijst het gevorderde af;
4.12.
veroordeelt Alsta Nassau tot betaling van de volgende proceskosten van Terra Sicca:
€ 1.045,- aan salaris van de advocaat van Terra Sicca (2,5 procespunten x appeltarief € 836 x 0,5) .
Dit arrest is gewezen door mrs. S.B. Boorsma, M. Schoemaker en G.D. Hoekstra en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 28 november 2023.