In deze zaak heeft Terra Sicca B.V. hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, die op 10 november 2021 en 20 april 2022 zijn uitgesproken. De kern van het geschil betreft een koopovereenkomst tussen Terra Sicca en Alsta-Nassau B.V. voor de levering en montage van overheaddeuren. Terra Sicca heeft de overeenkomst willen annuleren na het laten repareren van een kapotte deur door een derde partij. Alsta-Nassau heeft daarop betaling gevorderd, wat door de kantonrechter bij verstek is toegewezen. Terra Sicca heeft in verzet gepleit en stelde dat de koopovereenkomst nietig of vernietigbaar was vanwege misbruik van omstandigheden en dwaling.
Het hof heeft geoordeeld dat de bezwaren van Terra Sicca grotendeels falen. Het beroep op misbruik van omstandigheden werd verworpen, omdat Terra Sicca onvoldoende onderbouwd had dat zij in een noodtoestand verkeerde die haar tot het aangaan van de overeenkomst heeft gedwongen. Ook het beroep op dwaling werd afgewezen, omdat Terra Sicca niet had bewezen dat de monteur onjuiste informatie had verstrekt over de reparatiemogelijkheden van de deur. Het hof heeft de vordering van Alsta-Nassau tot betaling van de koopprijs voor de deuren bevestigd, maar de buitengerechtelijke incassokosten verlaagd. De beslissing van de kantonrechter werd gedeeltelijk vernietigd, maar Terra Sicca werd alsnog veroordeeld tot betaling van een bedrag aan Alsta-Nassau, vermeerderd met rente en proceskosten.