ECLI:NL:GHARL:2022:9899

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 november 2022
Publicatiedatum
18 november 2022
Zaaknummer
P/22/226
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot verlenging van de terbeschikkingstelling en beëindiging van de maatregel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 november 2022 uitspraak gedaan over de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1993. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, die op 3 juni 2022 de terbeschikkingstelling met een jaar had verlengd, vernietigd. De rechtbank had de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling toegewezen, maar het hof oordeelt dat het recidiverisico zodanig is teruggebracht dat het verantwoord is de maatregel te beëindigen. Het hof baseert zich op de inschatting van het recidiverisico door verschillende betrokken instanties, die allen aangeven dat het risico laag is. De terbeschikkinggestelde heeft in de afgelopen periode stabiel gefunctioneerd en heeft aangetoond zich goed te kunnen handhaven in de samenleving. De hulp en begeleiding van het ForFACT-team zal ook na beëindiging van de maatregel worden voortgezet.

Tijdens de zitting op 20 oktober 2022 heeft de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, zijn standpunt toegelicht. Hij heeft aangegeven dat er geen gronden meer zijn voor verlenging van de maatregel en dat hij zich positief heeft ontwikkeld. De advocaat-generaal heeft eveneens geconcludeerd tot vernietiging van de beslissing van de rechtbank en afwijzing van de vordering tot verlenging. Het hof heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de veiligheid van anderen niet langer verlenging van de terbeschikkingstelling vereist en dat de terbeschikkinggestelde voldoende stabiliteit heeft bereikt op verschillende leefgebieden. Het hof heeft de vordering tot verlenging van de maatregel afgewezen en de beslissing van de rechtbank vernietigd.

Uitspraak

TBS P22/226
Beslissing d.d. 3 november 2022
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde]
geboren te [geboorteplaats] op [geboorteplaats] 1993,
wonende [adres] (onder verantwoordelijkheid van [naam] Verslavingszorg).
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van 3 juni 2022. Deze beslissing houdt in verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar en wijziging van de voorwaarden en de afwijzing van het verzoek tot aanhouding om het gedrag van de terbeschikkinggestelde te volgen.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en verder op:
̶ het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
̶ de beslissing waarvan beroep;
̶ de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 8 juni 2022;
̶ de aanvullende informatie van [naam] verslavingszorg van 30 september 2022;
̶ het e-mailbericht met bijlagen van de raadsman van 19 oktober 2022.
Het hof heeft ter zitting van 20 oktober 2022 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat te 's-Gravenhage, en de
advocaat-generaal mr. V. Smink.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde heeft zich op het standpunt gesteld dat de beslissing waarvan beroep dient te worden vernietigd en de vordering tot verlenging van de maatregel dient te worden afgewezen. Er zijn geen gronden meer aanwezig voor verlenging van de maatregel. Het recidiverisico wordt door zowel de reclassering als de rapporterende psychiater ingeschat als laag. Het ForFACT-team heeft het recidiverisico zelfs ingeschat als zeer laag. De terbeschikkinggestelde heeft een aanzienlijke ontwikkeling doorgemaakt. Hij heeft zich, samen met de kliniek, ingezet voor zijn traject. Bij een beëindiging van de maatregel zal de terbeschikkinggestelde op vrijwillige basis contact blijven houden met het ForFACT-team. Hij beschrijft het contact met het ForFACT-team als een ondersteunde factor, waar hij plezier uit haalt. Anders dan bij de behandeling van de zaak bij de rechtbank is er geen juridisch beletsel om de maatregel te beëindigen, omdat de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege een jaar heeft geduurd in het geval dat het hof op 3 november 2022 uitspraak zal doen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beslissing waarvan beroep en afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De terbeschikkinggestelde heeft alle geïndiceerde behandelingen binnen de kliniek volledig en positief afgrond en heeft inmiddels meerdere stappen gezet in het kader van de maatschappelijke inbedding. Daarnaast hebben de deskundigen vastgesteld dat persoonlijkheidsproblematiek in ernst is afgenomen en wordt het recidiverisico ingeschat als laag. Hoewel de rechtbank heeft geoordeeld dat de terbeschikkinggestelde op het gebied van financiën, huisvesting en werk nog de nodige sturing en begeleiding nodig heeft, is verlenging van de maatregel op dit moment niet meer aangewezen. De terbeschikkinggestelde heeft laten zien dat hij de positieve ontwikkeling die hij heeft doorgemaakt kan vasthouden. Deze positieve ontwikkeling dient te worden beloond door de maatregel nu te beëindigen.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing waarvan beroep vernietigen, omdat het tot een andere beslissing komt.
Overwegingen
Het hof is van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen inmiddels niet langer verlenging van de terbeschikkingstelling vereist en dat derhalve, met vernietiging van het vonnis waarvan beroep, de vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de maatregel dient te worden afgewezen.
De in het kader van de onderhavige verlengingsprocedure rapporterende psychiater heeft in zijn advies van 3 maart 2022 – kort gezegd – aangegeven dat het adequate functioneren van de terbeschikkinggestelde, in samenhang met de inschatting van het recidiverisico als aanvaardbaar laag, pleiten voor beëindiging van de maatregel. De ernst van de persoonlijkheidsproblematiek is afgenomen en het karakter van de terbeschikkinggestelde is rijper geworden. De psychiater houdt er echter rekening mee dat de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege een jaar moet hebben geduurd voordat de maatregel kan worden beëindigd. Het advies van de reclassering om de maatregel te verlengen met één jaar, teneinde de terbeschikkinggestelde te blijven monitoren en waar nodig aan te sturen, is inhoudelijk bezien zorgvuldig. De terbeschikkinggestelde heeft niet eerder zelfstandig gewoond en gefunctioneerd en zal in de komende periode vermoedelijk voor uitdagingen komen te staan, waarbij het denkbaar is dat het contact met de reclassering meerwaarde kan hebben voor een betere inbedding in de samenleving. Kijkend naar de keuzes die de terbeschikkinggestelde in de afgelopen periode heeft gemaakt, zijn er echter geen concrete aanwijzingen dat de risico’s na beëindiging van de maatregel zullen stijgen, aldus de psychiater.
De reclassering heeft in haar advies van 4 april 2022 geadviseerd om de maatregel te verlengen met één jaar. De terbeschikkinggestelde heeft alle geïndiceerde behandelingen afgerond en het recidiverisico wordt ingeschat als laag. Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van stabiliteit op vrijwel alle leefgebieden en behoud van steunende en beschermende factoren. De terbeschikkinggestelde stelt zich begeleidbaar op en er sprake van een constructieve samenwerking tussen hem en de reclassering, Stichting [stichting] en ForFACT-team. De positieve factoren huisvesting, inkomen, prosociale contacten, dagbesteding en abstinentie van middelen zijn niet allemaal even stabiel gebleken en behoeven nog aandacht in het verdere resocialisatietraject.
De rechtbank heeft de maatregel met een jaar verlengd en heeft de voorwaarde met betrekking tot het alcoholgebruik gewijzigd. De rechtbank heeft – kort gezegd – geoordeeld dat is voldaan aan de voorwaarden voor verlenging van de maatregel en heeft overwogen dat de terbeschikkinggestelde op enkele leefgebieden (te weten: financiën, huisvesting en werk) nog de nodige sturing en begeleiding nodig heeft. In dat verband heeft de rechtbank er in het bijzonder op gewezen dat de terbeschikkinggestelde nog niet eerder op zichzelf heeft gewoond en hij in de komende periode nog de nodige uitdagingen zal tegenkomen.
Ten behoeve van de zitting bij het hof heeft de reclassering op 30 september 2022 aanvullend gerapporteerd. Het advies van 4 april 2022 wordt gehandhaafd. Er is geen sprake van misbruik van drugs en/of alcohol en de terbeschikkinggestelde heeft stabiliteit verkregen of werkt toe naar stabiliteit op het gebied van financiën, huisvesting en werk. De beschermende factoren zijn vergoot en de risicofactoren zijn afgenomen. De reclassering schat het recidiverisico in als laag.
De terbeschikkinggestelde heeft naast de reclassering ook contact met het ForFACT-team. Het ForFACT-team schat het recidiverisico in als zeer laag, zo blijkt uit de beloopbrief van 21 september 2022, die is opgenomen in voornoemde aanvullende informatie van de reclassering van 30 september 2022.
Ter zitting bij het hof heeft de terbeschikkinggestelde verklaard dat hij het contact met het ForFACT-team ook na beëindiging van de maatregel zal voortzetten. Hij beschrijft het contact met het ForFACT-team als een ondersteunende factor waar hij plezier uit haalt. Verder heeft hij aangegeven dat hij in geval van beëindiging van de maatregel kan blijven wonen in de woning waar hij op dit moment woont. Deze woning staat op dit moment nog op naam van de kliniek, maar zal in november 2022 op naam van de terbeschikkinggestelde komen te staan. De terbeschikkinggestelde werkt als servicemedewerker bij een asielzoekerscentrum en streeft ernaar in de toekomst aan de slag te gaan als beveiligingsmedewerker.
Het een en ander in onderling verband en samenhang bezien stelt het hof vast dat het recidiverisico zodanig is teruggebracht dat het verantwoord is de maatregel te beëindigen. Het hof wijst in dat verband in het bijzonder op de inschatting van het recidiverisico door alle betrokken instanties, zoals hiervoor weergegeven. De terbeschikkinggestelde heeft bovendien in de afgelopen periode stabiel gefunctioneerd en laten zien dat hij zich goed kan handhaven. Er is sprake van voldoende stabiliteit op de leefgebieden en inbedding in de samenleving. Daar komt bij dat de hulp en begeleiding die de terbeschikkinggestelde krijgt van het ForFACT-team ook na beëindiging van de maatregel zal worden voortgezet.
Het hof zal daarom de vordering tot verlenging van de maatregel afwijzen, waarmee de maatregel zal eindigden. Inmiddels is voldaan aan de eis van artikel 6:2:17, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering dat de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege een jaar moet hebben geduurd.

Beslissing

Het hof:
̶
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van 3 juni 2022 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde];
̶
Wijst afde vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling.
Aldus gedaan door
mr. G. Mintjes als voorzitter,
mr. M.E. van Wees en mr. E.A.K.G. Ruys als raadsheren,
en dr. W.J. Canton en drs. I. Breukel, als raden,
in tegenwoordigheid van mr. F.A.A.M. van der Veen als griffier,
en op 3 november 2022 in het openbaar uitgesproken.
De raden en mr. E.A.K.G. Ruys zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.