Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende het gezag en de verhuizing van een minderjarige naar Bonaire. De moeder, die alleen het gezag uitoefent over de minderjarige, heeft verzocht om toestemming om met haar kind naar Bonaire te verhuizen. De vader, die de minderjarige heeft erkend, heeft bezwaar gemaakt tegen deze verhuizing en verzoekt om gezamenlijk gezag. De rechtbank Gelderland had eerder bepaald dat de moeder niet met de minderjarige mocht verhuizen naar Bonaire, en deze beslissing is door de moeder in hoger beroep aangevochten.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de mondelinge behandeling op 25 augustus 2022 heeft plaatsgevonden. De moeder heeft in hoger beroep twee grieven ingediend, onder andere tegen het verbod om te verhuizen naar Bonaire. De vader heeft in incidenteel hoger beroep vijf grieven ingediend, waaronder het verzoek om gezamenlijk gezag. Het hof heeft de grieven van de moeder in het principaal hoger beroep gegrond verklaard en de beschikking van de rechtbank vernietigd, voor zover het betreft het verbod om te verhuizen naar Bonaire.
Het hof heeft overwogen dat de verhuizing naar Bonaire niet in strijd is met de belangen van de minderjarige, mits er een goede omgangsregeling wordt vastgesteld. De moeder heeft aangeboden om de kosten van de omgangsregeling te dragen en om regelmatig contact tussen de vader en de minderjarige te faciliteren via beeldbellen. Het hof heeft de omgangsregeling aangescherpt en vastgesteld dat de minderjarige minstens twee keer per week contact moet hebben met de vader via beeldbellen, en dat er in de zomer- en kerstvakantie omgang zal zijn in Nederland. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.