Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Kern van het geschil en de beslissing
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
De huurprijzen blijven voor het overgrote deel onder de liberalisatiegrens van € 710,- per maand en daarmee is er sprake van sociale huurwoningen”) en in de communicatie tussen partijen in die tijd (e-mail 25 februari 2016: “
De woningen die wij ontwikkelen zijn geschikt voor mensen met een klein budget aangezien ze in de sociale sector vallen. Kortom die zijn goedkope woningen, graag dit vermelden in het stuk naar de wethouder aangezien dit ook een wens van hem is”). Rond april/mei 2016 heeft MidNed besloten zelf het transformatieplan te ontwikkelen, nadat de oorspronkelijk beoogde partij (CBRE), die alleen sociale huurwoningen wilde realiseren, was afgehaakt. In mei 2016 is een intentieovereenkomst opgesteld en een startdocument ten behoeve van de besluitvorming door de gemeente. In het concept van het startdocument van mei 2016 heeft MidNed bij de tekst “
De huurprijzen blijven onder de liberalisatiegrens van € 710,- per maand” als commentaar geplaatst “
De appartementen worden verhuurd conform het wws puntensysteem, de verwachting is dat de huurprijzen onder de liberalisatiegrens van € 710,- per maand blijven.” In het door de gemeente aangepaste startdocument van juni 2016 staat “
De huurprijzen van de appartementen tot 30m² bvo zijn onder de liberalisatiegrens van €710,- per maand”. Op dat punt is door MidNed geen commentaar meer gegeven (er is alleen een opmerking gemaakt over het aantal appartementen met een grotere oppervlakte). In het concept van de Exploitatieovereenkomst van oktober 2016 is uitgegaan van sociale huurprijzen voor alle 188 woningen.
MidNed zal geen aanvullende afspraken hierover maken. Goedkope woningen is geen doel, het puntensysteem wordt aangehouden bij de huurberekening”, naar aanleiding van de opmerking van de gemeente dat MidNed in geval van geliberaliseerde huur niet in aanmerking komt voor een bijdrage uit een bepaald stimuleringsfonds, zodat er op een andere manier afspraken gemaakt moeten worden als het doel is om goedkopere woningen te realiseren. En bij het kopje ‘formulering van de onderzoeksvragen’ heeft MidNed als commentaar gegeven “
MidNed … wenst hier geen afspraken over te maken. Het doel is niet om sociale huurwoningen te realiseren … Puntensysteem zal worden aangehouden.”, naar aanleiding van de onderzoeksvraag hoe ervoor te zorgen dat de huurprijs niet boven de € 710 uitkomt als MidNed de woningen beschikbaar wil houden voor de doelgroep. In haar reactie op het aangepaste startdocument van juni 2016 heeft MidNed op deze punten voet bij stuk gehouden. Maar anders dan MidNed stelt, verklaart deze gang van zaken naar het oordeel van het hof wel degelijk dat het huurprijzenbeding in de Exploitatieovereenkomst is opgenomen. De achtergrond van deze punten is dat voor de gemeente de transformatie waardevol is (startdocument juni 2016, deel B, onder kopje ‘Wonen’) “
omdat het een toevoeging van betaalbare huurwoningen voor een doelgroep betekent die we graag willen faciliteren in Utrecht, namelijk starters, young professionals en kenniswerkers.” Over die doelgroep en de bedoeling om voor die doelgroep bereikbare woningen te creëren zijn partijen het ook eens. MidNed kon dus niet enerzijds planologische medewerking van de gemeente verwachten voor een project met (sociaal) bereikbare huurwoningen, en anderzijds zich de vrijheid voorbehouden om, afhankelijk van de uitkomst van het puntensysteem, vrije sector huren te gaan vragen. Dat is dan ook niet gebeurd; de gemeente heeft het commentaar van MidNed over de huurprijzen niet overgenomen en MidNed hééft afspraken gemaakt over maximum huurprijzen – in de Exploitatieovereenkomst.
Zoals ik eerder heb aangegeven zijn wij nog steeds bereid om afspraken met u te maken over een deel van de woningen, welke in onze optiek formeel ook volgens het puntensysteem boven de € 710 uitkomen”). Er zijn door MidNed ook geen concrete feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan blijken dat de gemeente alsnog heeft willen afzien van maximum huurprijzen. Gezien de gewenste bereikbaarheid van de woningen voor de doelgroep kon een dergelijke koerswijziging van de gemeente redelijkerwijs ook niet in de lijn der verwachting liggen.
Mocht straks na de discussie blijken dat de huurniveau’s van deze woningen ook onder de € 710 uitkomen dan zullen daarvoor dezelfde afspraken gelden als bij de woningen van het type H”). Het huurprijzenbeding dat is opgenomen in de getekende Exploitatieovereenkomst komt overeen met het voorstel in de e-mail van 18 november 2016. Het klopt dat MidNed in diezelfde e-mail ook heeft aangegeven dat de ondertekening van de Exploitatieovereenkomst niet betekent dat zij zich kan vinden in de afspraken die er in staan, en dat zij daarom zich het recht wil voorbehouden “
om zowel de overeenkomst als het proces in een later stadium te laten toetsen”. Met de onderhavige rechtszaak heeft MidNed dit voornemen uitgevoerd. Dat doet aan al het voorgaande echter niet af.
geen weg meer terug” was, zag zij nog een mogelijke uitweg in de verkoop van de woningen op de particuliere markt. Bovendien is MidNed in november 2016 met de voorstellen voor het huurprijzenbeding gekomen, waarbij een koppeling is gemaakt tussen woonoppervlakte en maximum huurprijs, waarna overeenstemming werd bereikt tussen de partijen. Dat MidNed dit deed om ‘uit de impasse’ te komen maakt geen verschil, ook al omdat het eindresultaat beter is voor haar (dan de aanvankelijke grens van € 710 voor alle woningen beneden de 30m²). Van misbruik van bevoegdheid/détournement de pouvoir is naar het oordeel van het hof ook in het precontractuele kader dus niet gebleken.