Uitspraak
1.Collect Bouwgroep B.V.,
[geïntimeerde2] ,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 29 april 2020 met de grieven en een incidentele vordering tot schorsing van de executie,
- incidentele conclusie van antwoord in het incident van 1 september 2020,
- het arrest van 17 november 2020 waarin de incidentele vordering is afgewezen en de beslissing over de proceskosten van het incident is aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak,
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde2] van 2 februari 2021,
- de memorie van antwoord van Collect Bouwgroep van 2 maart 2021,
- de akte van [appellant] met de producties 48 t/m 53 en een wijziging van eis, toegezonden bij brief van 7 februari 2022,
- de akte van [appellant] , toegezonden bij H12-formulier van 27 juni 2022, met de producties 54-56 en opnieuw een wijziging van eis;
- brief van mr. Janssen namens [appellant] van 5 juli 2022 met verbeterde bijlage 56,
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 8 juli 2022 is gehouden.
2.De kern van de zaak
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing van de rechtbank
5.De beoordeling van het hoger beroep
subsidiairevordering dat op straffe van een dwangsom de werkzaamheden voor de bouw van de woning overeenkomstig de aannemingsovereenkomst worden uitgevoerd geherformuleerd en beperkt tot alleen Collect Bouwgroep (sub C). Nieuw is dat [appellant] ten aanzien van [geïntimeerde2]
subsidiairvordert de overeenkomst van opdracht tussen hen wegens bedrog dan wel dwaling te vernietigen en met veroordeling tot terugbetaling van € 18.755,- vermeerderd met de wettelijke rente (sub D).
- primair: Collect Bouwgroep en [geïntimeerde2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 278.316,33 aan schadevergoeding;
- subsidiair: Collect Bouwgroep en [geïntimeerde2] hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van schade nader op te maken bij staat onder toekenning van een voorschot van € 43.087,50;
- subsidiair: Collect Bouwgroep op straffe van een dwangsom te veroordelen de werkzaamheden voor de bouw van de woning op basis van de aannemingsovereenkomst en de door de gemeente goedgekeurde tekening van de nieuwe architect van december 2018 te hervatten en de woning binnen vier maanden na betekening van het arrest op te leveren;
- primair en subsidiair: Collect Bouwgroep en [geïntimeerde2] te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen.
- Collect Bouwgroep en/of [geïntimeerde2] gehouden zijn tot betaling van (primair) een schadevergoeding van € 278.316,33, althans (subsidiair) een schadevergoeding nader op te maken bij staat onder toekenning van een voorschot van € 43.087,50;
- subsidiair: Collect Bouwgroep op straffe van een dwangsom dient te worden veroordeeld om de werkzaamheden voor de bouw van de woning op basis van de aannemingsovereenkomst en de door de gemeente goedgekeurde tekening van de nieuwe architect van december 2018 te hervatten en de woning binnen vier maanden na betekening van het arrest op te leveren;
- primair en subsidiair: Collect Bouwgroep en [geïntimeerde2] dienen te worden veroordeeld tot betaling van de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen.
grief VIkomt [appellant] op tegen de randnummers 4.27 en 4.28 van het vonnis waarin de rechtbank overweegt dat [appellant] ter zitting bij de rechtbank de vorderingen tegen [naam3] Beheer heeft ingetrokken. In het dictum is [appellant] veroordeeld in de proceskosten van [naam3] Beheer, maar die proceskosten zijn op nihil gesteld. [naam3] Beheer is in hoger beroep geen partij en ook overigens is niet van enig belang van [appellant] bij deze grief gebleken, zodat grief VI faalt.
Grief Ifaalt derhalve.
Grief 2slaagt daardoor niet.
Grief IIIslaagt niet.
Grief IVslaagt daardoor niet.
grief Vfaalt.