In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil betreffende de pachtverhouding van percelen die vallen onder een onverdeelde nalatenschap. De appellanten, die erfgenamen zijn, hebben hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de pachtkamer van de rechtbank Rotterdam. De pachtkamer had in eerste aanleg de vordering van de geïntimeerde toegewezen, die een pachtovereenkomst had gevorderd met betrekking tot de percelen. De appellanten hebben echter niet alle erfgenamen in het geding betrokken, wat volgens het hof noodzakelijk is voor een goede procesvoering. Het hof heeft geoordeeld dat de appellanten de andere erfgenamen moeten oproepen om deel te nemen aan de procedure, omdat het gaat om een processueel ondeelbare rechtsverhouding. Het hof heeft de appellanten in de gelegenheid gesteld om de overige erfgenamen op te roepen, zodat zij hun standpunt kunnen inbrengen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling op een roldatum van 22 november 2022.