In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1995 en verblijvende in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum te Zwolle. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank Overijssel van 24 februari 2022 vernietigd, waarin de terbeschikkingstelling met een jaar werd verlengd. Het hof oordeelt dat, gezien de omstandigheden en de noodzaak voor verdere behandeling, een verlenging van de maatregel met twee jaar noodzakelijk is. De terbeschikkinggestelde had eerder een gevangenisstraf van 198 dagen opgelegd gekregen en was onderworpen aan een terbeschikkingstelling met voorwaarden, waaronder opname in een zorginstelling. Tijdens de behandeling zijn er verschillende incidenten geweest, wat heeft geleid tot de conclusie dat de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege noodzakelijk is. Het hof heeft ook de argumenten van de terbeschikkinggestelde en het openbaar ministerie in overweging genomen, waarbij het openbaar ministerie concludeerde dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden niet succesvol was en dat de veiligheid van anderen in het geding is. Het hof heeft de verzoeken tot aanhouding van de behandeling afgewezen en benadrukt dat de veiligheid van de maatschappij en de terbeschikkinggestelde zelf voorop staat. De beslissing is openbaar uitgesproken en de betrokken rechters hebben de uitspraak ondertekend, met uitzondering van de raden die buiten staat waren om te ondertekenen.