Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[naam1],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
Niet verzekerd is de aansprakelijkheid voor schade verband houdend met (…) diefstal van zaken’,waarbij Kroezen c.s. het afwijzende standpunt heeft doorgeleid zonder te adviseren dat dit onjuist was.
’Voor deze kwestie is geen dekking onder de AVB. In artikel 4.17 van de Algemene Voorwaarden AVB-A2014 is een dekkingsuitsluiting opgenomen (…).’ Anders dan Kroezen c.s. aanvoert, behoorde het ook in deze fase tot haar taak als verzekeringstussenpersoon om [geïntimeerde] bij te staan en dus hem over het ingenomen dekkingsstandpunt te adviseren. Waarom Kroezen c.s. -kennelijk- inmiddels een andere uitleg aan de uitsluiting geeft dan zij toen deed, heeft Kroezen c.s. in deze procedure niet uitgelegd.
besproken, prima in orde’. Kroezen c.s. heeft een afschrift van het betreffende bezoekrapport als productie 6 bij conclusie van antwoord overgelegd en heeft op dit punt getuigenbewijs aangeboden.
ik weet niet of dit concreet besproken is.’
Een beroepsaansprakelijkheidsverzekering wordt over het algemeen ook afgesloten door advocaten of assurantietussenpersonen. Elektriciens en/of bedrijven die alarminstallaties aanleggen plegen een beroepsaansprakelijkheidsverzekering niet af te sluiten, om de simpele reden dat de risico’s waartegen een dergelijke verzekering dekking beoogt te bieden zich bij die beroepsgroepen niet voordoet.’Kroezen c.s. heeft dit standpunt in deze procedure in hoger beroep niet verlaten, waar zij in 4.5.2 aanvoert: ‘
Met dit alles beogen appellanten duidelijk te maken dat dekking tegen vermogensschade geen reëel risico is voor de onderneming van [geïntimeerde] .’Kroezen noemt dit risico zelfs non-existent.
financiële schade […] die uw opdrachtgever leidt als gevolg van een fout van uw kant.’ Kroezen c.s. heeft onvoldoende aangevoerd om het oordeel te rechtvaardigen dat [geïntimeerde] op grond van zo’n VEB-verzekering in dit geval evenmin een uitkering zou hebben gekregen, omdat het causaal verband tussen zijn fout en de vermogensschade zou ontbreken. Het hier bedoelde causaal verband is in de verhouding tussen [geïntimeerde] en [naam2] in rechte vastgesteld, gezien het arrest van dit hof van 25 februari 2020. Kroezen c.s. heeft onvoldoende uitgelegd waarom over het causaal verband anders geoordeeld zou moeten worden in de hypothetische situatie waarin [geïntimeerde] niet de AVB-polis maar genoemde VEB-verzekering zou hebben gehad.
‘De verzekering geeft geen dekking als u niet voldoet aan een van de verplichtingen, tenzij u kunt aantonen dat de schade niet daardoor is veroorzaakt of op geen enkele manier verband houdt met deze verplichtingen.’ De bedoelde verplichtingen hielden onder andere in dat [naam2] zijn alarminstallatie in een werkvaardige toestand moest houden.