Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
5. Het college van B&W heeft besloten de WOZ-waardes van 1300 dijkwoningen te herzien. In verband met het gelijkheidsbeginsel worden niet alleen de aanslagen van de bewoners van de [adres1] die een bezwaarschrift indienden herzien. Alle aanslagen 2017 in het grondgebied van de gemeente Waadhoeke waarop deze uitzonderingsregeling van toepassing is, worden herzien. Wanneer het verschil tussen de oude en herziene WOZ-waarde meer dan 20% bedraagt en minimaal € 5.000, -. worden de eigenaren ook gecompenseerd over de jaren 2013 tot en met 2016. Dit overeenkomstig artikel 2 van het uitvoeringsbesluit Wet WOZ. De gemeente Waadhoeke houdt zich hiermee aan wet- en regelgeving en respecteert de jurisprudentie van de Hoge Raad.”.
€ 525,61
In uw brief van 24 juni 2018 verzoekt u de gemeente Waadhoeke om de schade van uw client [belanghebbende] , [adres1] , [woonplaats] te vergoeden welke zou zijn ontstaan door het niet toepassen van de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken art. 2 lid 1 onder f. U stelt dat art. 2 lid 1 onder f (Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken) van toepassing is op de vastgestelde WOZ-waarde van 1995 t/m 2017 en dat er ambtshalve gecorrigeerd moet worden. Daarnaast verzoekt u tevens een schade vergoeding voor de ontstane doorwerking van de vastgestelde waarde die van toepassing is bij de Waterschapsbelasting en Inkomstenbelasting. De gemeente Waadhoeke erkent geen aansprakelijkheid.
Aanpassing WOZ-waarde
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
in werking getreden. Deze bepalingen zijn opgenomen in titel 8.4 – de artikelen 8:88 tot en met 8:95 – van de Awb[Hof: Algemene wet bestuursrecht]
. Op grond van het bepaalde in titel 8.4 van de Awb is de bestuursrechter bevoegd om, indien daarvoor gronden zijn, op verzoek van een partij het bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die deze partij lijdt. De bepalingen van titel 8.4 van de Awb maken een zelfstandige verzoekschriftprocedure bij de bestuursrechter voor schadevergoedingsverzoeken wegens onrechtmatige besluiten mogelijk. Vóór 1 juli 2013 gaf artikel 8:73(oud) van de Awb de bestuursrechter de bevoegdheid om in het geval van een gegrond beroep, desgevraagd het bestuursorgaan tot schadevergoeding te veroordelen. Ingevolge het overgangsrecht[Hof: Artikel IV van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten]
blijft het vóór 1 juli 2013 geldende recht van toepassing als de schade wordt veroorzaakt door een besluit dat werd bekendgemaakt vóór 1 juli 2013. In casu betekent dit dat artikel 8:73(oud) van de Awb geldt voor de WOZ-beschikkingen die zijn bekendgemaakt vóór 1 juli 2013 en titel 8.4 van de Awb van toepassing is op de WOZ-beschikkingen die zijn bekendgemaakt na 1 juli 2013. (…)
De rechtbank is van oordeel dat de verweerder de onrechtmatigheid van de WOZ-beschikkingen voor de jaren 2014 tot en met 2016 heeft erkend. De rechtbank overweegt daartoe dat, zoals volgt uit het (…) arrest van de Hoge Raad van 18 juni 1993, voor de vraag of sprake is van erkenning van onrechtmatigheid van belang is of verzoeker uit verklaringen en gedragingen van verweerder in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs heeft mogen begrijpen dat verweerder de onrechtmatigheid van de WOZ-beschikkingen voor de jaren 2014 tot en met 2016 erkent. Verweerder heeft, na bezwaar van verzoeker,
de WOZ-beschikking voor het jaar 2017 verminderd met inachtneming van de waarderingsuitzondering voor waterverdedigingswerken. In zijn brieven van 24 juni[Hof: bedoeld zal zijn 5 juni]
, 6 augustus en 6 december[Hof: bedoeld zal zijn 8 december]
2018 heeft verweerder geschreven dat ook voor de jaren 2014 – 2016 de waarderingsuitzondering voor waterverdedigingswerken had moeten worden toegepast bij het bepalen van de WOZ-waarde van de onroerende zaak. In zijn brief van 6 augustus 2018 heeft verweerder voorts geschreven dat het toepassen van de waarderingsuitzondering voor waterverdedigingswerken zou moeten leiden tot een negatieve correctie van € 9.016 op de door verweerder voor de jaren 2013 tot en met 2016 vastgestelde WOZ-waarden voor de onroerende zaak. Naar het oordeel van rechtbank heeft verzoeker uit deze brieven van verweerder mogen afleiden dat verweerder heeft erkend dat hij de WOZ-waarden voor de jaren 2013 tot en met 2016 te hoog heeft vastgesteld. Nu deze te hoge vaststelling berust op een naderhand gebleken onjuiste wetstoepassing door verweerder, is de erkenning van de onrechtmatigheid van deze WOZ-beschikkingen daarmee gegeven.”.
5.Proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).