Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
Transporti Pervan D.O.O.
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.Samenvatting van dit arrest
3.Vaststaande feiten
4.Het oordeel van het hof
if it is impossible for him to make restitution of the goods, ziet op de situatie waarin teruggave al ten tijde van de ontdekking van de wanprestatie, althans bij het inroepen van de ontbinding onmogelijk was. Een dergelijke situatie is hier niet aan de orde. In dit geval kon Transporti Pervan ten tijde van de ontbinding (13 november 2019) de truck nog terugleveren, zoals zij overigens bij die gelegenheid ook heeft aangeboden. Pas later (17 januari 2020) is nakoming van die verplichting door eigen toedoen onmogelijk geworden. Artikel 82 lid 1 Weens Koopverdrag belet Transporti Pervan niet om in deze procedure aanspraak te maken op teruggave van het gedeelte van de koopprijs waarvoor zij nog niet is gecompenseerd.
Algemeen distributievervoerper 1 juli 2018. Daarin is voor afschrijving op een vrachtwagen van meer dan 16 ton gerekend met een kostenpost van € 0,1696 per km. Het hof zal bij gebreke van voldoende gemotiveerd verweer uitgaan van de juistheid van dit door Panteia vastgestelde bedrag.
bisVerordening). Overeenkomstig rechtsoverweging 4.1 van het tussenvonnis heeft het hof de bepalingen van het Weens Koopverdrag toegepast, alleen al omdat geen van partijen daartegen in hoger beroep bezwaar heeft gemaakt.
5.De beslissing
4 oktober 2022om geïntimeerde, Transporti Pervan, in staat te stellen een akte te nemen, zoals in dit arrest onder 4.20 is bedoeld, en verstaat dat [appellant] bij antwoordakte op de inhoud daarvan zal mogen reageren.