ECLI:NL:GHARL:2022:7487

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 juli 2022
Publicatiedatum
31 augustus 2022
Zaaknummer
TBS P22/0110
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing van de rechtbank Amsterdam en verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 10 maart 2022. De rechtbank had de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar verlengd en het verzoek tot aanhouding afgewezen. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd. De terbeschikkinggestelde, die in een forensische kliniek verblijft, had verzocht om een repatriëringsplan op te stellen en om de zaak aan te houden voor drie maanden. Het hof heeft deze verzoeken afgewezen, omdat er onvoldoende duidelijkheid was over de mogelijkheid van een veilige terugkeer naar Marokko. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling moest worden verlengd vanwege het recidivegevaar en de nog niet afgeronde behandeling. Het hof heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De terbeschikkinggestelde heeft een antisociale persoonlijkheidsstoornis en er is een hoog recidiverisico. Het hof heeft de verzoeken van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw afgewezen en de terbeschikkingstelling verlengd met twee jaren, omdat de behandeling en resocialisatie meer tijd in beslag zullen nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de maatregel met een jaar.

Uitspraak

TBS P22/0110
Beslissing d.d. 28 juli 2022
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
verblijvende in het [naam instelling 1] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 10 maart 2022. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar en afwijzing van het verzoek tot aanhouding teneinde de mogelijkheid van een terugkeer naar Marokko in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te onderzoeken.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en verder op (onder meer):
̶ het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
̶ de beslissing waarvan beroep;
̶ de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 22 maart 2022;
̶ de aanvullende informatie van FPC [naam instelling 1] van 29 juni 2022;
̶ de pleitnota van de raadsvrouw van 14 juli 2022.
Het hof heeft ter zitting van 14 juli 2022 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. D.N.A. Brouns, advocaat te Amsterdam, en de advocaat-generaal
mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde heeft primair verzocht de zaak aan te houden voor de duur van drie maanden en de kliniek opdracht te geven een repatriëringsplan op te stellen dan wel af te ronden. Zo’n repatriëringsplan kan op korte termijn worden opgesteld. Alle praktische zaken, zoals het contact met een kliniek in Marokko, een woning en een netwerk, zijn gecheckt en geregeld. Gelet op de adviezen van de externe deskundigen en de stukken van de vorige kliniek, het FPC [naam instelling 2] , is resocialisatie en terugkeer naar Marokko aangewezen. Het is onbegrijpelijk dat het FPC [naam instelling 1] deze adviezen niet opvolgt. In geval van aanhouding van de zaak kan het hof over drie maanden een beslissing nemen ten aanzien van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging, met als voorwaarde dat de terbeschikkinggestelde het land verlaat en vertrekt naar Marokko.
Subsidiair heeft de terbeschikkinggestelde verzocht de maatregel te verlengen met een jaar, met daarbij de opdracht aan de kliniek om een repatriëringsplan op te stellen dan wel af te ronden voor de volgende verlengingszitting. De raadsvrouw heeft hierbij in het bijzonder gewezen op de adviezen van de externe deskundigen. Het is vanwege de complexiteit van de zaak en de ontstane situatie van belang de koers en voortvarendheid van het traject te kunnen toetsen en monitoren.
Meer subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht de maatregel te verlengen met een jaar en opdracht te geven tot plaatsing en observatie van de terbeschikkinggestelde in het Pieter Baan Centrum. Indien onvoldoende helder is of en in hoeverre de terbeschikkinggestelde klaar is voor repatriëring naar Marokko, is het aangewezen om hem te laten observeren en onderzoeken in het Pieter Baan Centrum. Bij de eerstvolgende verlengingszitting kan de zaak dan worden afgedaan. Ook hierbij heeft de raadsvrouw gewezen op de adviezen van de externe deskundigen.
Voorts heeft de terbeschikkinggestelde verzocht te bepalen dan wel in de beslissing te overwegen dat dient te worden onderzocht of hij kan worden opgenomen in een setting met een lager beveiligingsniveau, zoals een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) of een Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA). Verder heeft hij verzocht te bepalen dan wel in de overwegingen op te nemen dat de kliniek voor de volgende verlengingsbeslissing de mogelijkheden ten aanzien van verlof onderzoekt en/of bij Divisie Individuele Zaken informeert naar de mogelijkheden om toch resocialisatieverlof te verlenen. Hoewel op dit moment nog geen sprake is van een uitzichtloze situatie, staat wel vast dat de terbeschikkinggestelde ongewenst is verklaard en dat er al geruime tijd sprake is van een behandelimpasse, terwijl hij bij afwezigheid van een ongewenstverklaring in aanmerking zou zijn gekomen voor vrijheden.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beslissing waarvan beroep en verlenging van de maatregel met twee jaren. Aan de voorwaarden voor verlenging van de maatregel is voldaan. Bij de terbeschikkinggestelde is nog altijd sprake van een stoornis en daarnaast bestaat er gevaar voor recidive. Gelet op de nieuwe ontwikkelingen sinds de beslissing van de rechtbank en de aanvullende informatie van de kliniek van 29 juni 2022 is een verlenging van de maatregel met twee jaren aangewezen. De terbeschikkinggestelde heeft op dit moment nog onvoldoende profijt gehad van de behandeling, waardoor het nog onverantwoord is over tot gaan tot repatriëring naar Marokko. Daar komt bij dat de kliniek in Marokko niet de zorg kan leveren die wel geleverd kan worden door de kliniek waar de terbeschikkinggestelde op dit moment verblijft. Om tot een repatriëring te komen is het van belang dat de terbeschikkinggestelde toestemming geeft om alle beschikbare informatie te delen met de kliniek in Marokko en meewerkt aan het door de kliniek voorgenomen traject.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de verzoeken van de verdediging dienen te worden afgewezen. Voor een terugkeer naar Marokko is het op dit moment te vroeg.
Het oordeel van het hof
Afwijzing verzoeken
Het hof acht zich op basis van de aanwezige informatie voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen op het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep. Nog daargelaten de vraag of het hof daartoe bevoegd zou zijn, ziet het hof geen aanleiding om de zaak aan te houden en de kliniek de opdracht te geven binnen drie maanden het repatriëringsplan op te stellen dan wel af te ronden of om het repatriëringsplan gereed te hebben voor de eerstvolgende verlengingszitting. Ook voor een overweging over de gewenstheid daarvan bestaat thans geen aanleiding. Het hof wijst in dat verband in het bijzonder naar de aanvullende informatie van de kliniek, inhoudende dat er gewerkt wordt aan het repatriëringsplan, maar er op dit moment nog veel onduidelijkheid is over de vraag of de terugkeer op dit moment op een veilige wijze kan worden vormgegeven.
Voorts ziet het hof geen aanleiding de terbeschikkinggestelde te laten onderzoeken in het Pieter Baan Centrum, nu de noodzakelijkheid daarvan niet is gebleken. Verder ziet het hof evenmin aanleiding om te overwegen (bepalen valt buiten het beslissingskader van het hof) dat onderzocht dient te worden of de terbeschikkinggestelde in een kliniek met een lager beveiligingsniveau opgenomen kan worden en/of dat [naam instelling 1] voor de volgende verlengingszitting de mogelijkheden van verlof onderzoekt en/of bij DIZ informeert naar de mogelijkheid om resocialisatieverlof te verlenen.
Vernietiging
Het hof zal de beslissing waarvan beroep vernietigen, omdat het hof tot een andere beslissing komt wat betreft de duur van de verlenging van de maatregel.
Indexdelict
Het hof stelt vast dat de terbeschikkinggestelde bij arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 6 februari 2018 is veroordeeld ter zake van:
̶ poging tot zware mishandeling;
̶ poging tot verkrachting;
̶ twee verkrachtingen.
Dit zijn misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Stoornis en recidivegevaar
Uit de rapportages blijkt dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken, alsmede een stoornis in het gebruik van alcohol en cocaïne, in langdurige remissie in gereguleerde omgeving. Blijkens het rapport van de onafhankelijke psychiater is voorts sprake van een stoornis in het gebruik van cannabis, in langdurige remissie.
Het recidiverisico wordt blijkens de rapportages in geval van een beëindiging van de maatregel of een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege ingeschat als hoog.
Verlenging van de maatregel
Gelet op het advies van de kliniek en de aanvullende informatie van de kliniek, de rapportages van de onafhankelijke deskundigen en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Duur van de verlenging
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de maatregel met een termijn van een jaar. Het hof ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
De onafhankelijke deskundigen hebben op 1 december 2021 respectievelijk 3 december 2021 advies uitgebracht. Zij hebben – samengevat – geadviseerd de maatregel te verlengen met een jaar en hebben overwogen dat het vanwege de complexiteit van de zaak en de ontstane situatie van belang is de koers en voortvarendheid van het traject te kunnen toetsen en monitoren.
FPC [naam instelling 2] heeft op 28 december 2021 geadviseerd de maatregel met twee jaren te verlengen. De kliniek heeft aangegeven dat het opstellen van een repatriëringsplan doorgaans een jaar duurt, maar het gehele repatriëringstraject gelet op de huidige stand van zaken naar verwachting langer dan een jaar zal duren. Zij heeft in dat verband in het bijzonder gewezen op de ontstane behandelimpasse, het voornemen om de terbeschikkinggestelde over te plaatsen naar het [naam instelling 1] en de omstandigheid dat de terbeschikkinggestelde toestemming weigert te verlenen voor het delen van informatie met de kliniek in Marokko.
Op 29 december 2021 is de terbeschikkinggestelde overgeplaatst naar het [naam instelling 1] . Op 7 maart 2022 heeft het [naam instelling 1] een aanvullend verlengingsadvies uitgebracht. De kliniek heeft – kort weergegeven – geadviseerd de maatregel te verlengen met een jaar, zodat gedurende dat jaar een eenduidige conclusie kan worden gevormd over de stand van zaken in de behandeling en het vorm te geven traject, zonder de maatregel onnodig langer te laten duren.
De rechtbank heeft bij beslissing van 10 maart 2022 de maatregel verlengd met een jaar en het verzoek om de zaak aan te houden teneinde de mogelijkheid van een terugkeer naar Marokko in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege afgewezen. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat de verlenging met een jaar niet zozeer is bedoeld om een vinger aan de pols te houden wat betreft de voortgang van het repatriëringstraject, maar met name is bedoeld om de terbeschikkinggestelde het vertrouwen te geven en te enthousiasmeren om in overleg met zijn behandelaars datgene te doen wat nodig is om de repatriëring naar Marokko zo spoedig mogelijk te realiseren. De rechtbank heeft daarbij aangetekend dat dit niet inhoudt dat een repatriëring ook daadwerkelijk binnen een jaar gerealiseerd zal zijn.
In de aanvullende informatie van 29 juni 2022 adviseert het [naam instelling 1] – in tegenstelling tot het advies van 7 maart 2022 – de maatregel te verlengen met twee jaren, omdat hoewel nog steeds op dezelfde route wordt gekoerst, het traject naar verwachting langer gaat duren dan een jaar. Ten aanzien van de repatriëring is de stand van zaken onveranderd. Hoewel repatriëring op korte termijn uitvoerbaar is, is er behandelinhoudelijk sprake van stagnatie. Er is te veel onduidelijkheid over de vraag of de terbeschikkinggestelde voldoende heeft geprofiteerd van zijn behandeling om de terugkeer op een veilige wijze vorm te kunnen geven.
Gelet op de aanvullende informatie van het [naam instelling 1] , het advies van FPC [naam instelling 2] , de beperkte tijd die resteert tot een volgende verlengingsprocedure bij verlenging van de maatregel met een jaar, en de nog te zetten stappen, acht het hof een verlenging van de maatregel met een termijn van twee jaren aangewezen.

Beslissing

Het hof:
̶
Wijst afhet verzoek tot aanhouding van de behandeling voor de duur van drie maanden en de kliniek opdracht te geven het repatriëringsplan op te stellen dan wel af te ronden;
̶
Wijst afhet verzoek om aan de kliniek opdracht te geven het repatriëringsplan gereed te hebben voor de volgende verlengingszitting;
̶
Wijst afhet verzoek om de terbeschikkinggestelde in het Pieter Baan Centrum te laten onderzoeken;
̶
Wijst afhet verzoek om te bepalen dan wel in de overwegingen op te nemen dat moet worden onderzocht of de terbeschikkinggestelde in een kliniek met een lager beveiligingsniveau kan worden opgenomen;
̶
Wijst afhet verzoek om te bepalen dan wel in de overwegingen op te nemen dat de kliniek voor de volgende verlengingszitting de mogelijkheden ten aanzien van verlof onderzoekt en/of bij DIZ informeert naar de mogelijkheden om resocialisatieverlof te verlenen;
̶
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Amsterdam van 10 maart 2022 met betrekking tot de
terbeschikkinggestelde [terbeschikkinggestelde];
̶
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
twee jaren.
Aldus gedaan door
mr. M. Keppels als voorzitter,
mr. W.A. Holland en mr. E.A.K.G. Ruys als raadsheren,
en dr. E.L.M. Klein Haneveld en drs. C.J.J.C.M. van Gestel als raden,
in tegenwoordigheid van mr. F.A.A.M. van der Veen als griffier,
en op 28 juli 2022 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.