Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
Waar gaat de zaak over?
3.De vaststaande feiten
g. Het erfpachtgoed te verhuren, te verpachten, in ondererfpacht te geven of onder welke andere titel ook aan derden in gebruik te geven, dan wel gebruik door derden toe te laten.
4.Het geschil bij en de beslissing van de rechtbank
5.De vorderingen in hoger beroep
6.De beoordeling van de grieven en de vorderingen
7.De slotsom
€ 4.062,-(2 punt x tarief IV)
8.De beslissing
- veroordeelt [appellant] tot betaling aan [geïntimeerde] van € 128.632,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dagvaarding in eerste aanleg tot de dag van algehele voldoening;
- bekrachtigt het bestreden vonnis voor het overige;