In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van het ouderlijk gezag en de kinderalimentatie in een echtscheidingszaak. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft onvoldoende argumenten aangedragen om het gezag van de vrouw te beëindigen en zijn eigen gezag te herstellen. Het hof oordeelt dat de vrouw het ouderlijk gezag op juiste wijze heeft uitgevoerd en dat de huidige situatie in het belang van de kinderen is. De kinderen wonen sinds maart 2019 niet meer bij de vrouw, wat een wijziging van omstandigheden met zich meebrengt. De man heeft verzocht om de kinderalimentatie te verlagen, omdat de kinderen niet meer thuis wonen. Het hof heeft geoordeeld dat de kinderalimentatie met terugwerkende kracht kan worden verlaagd, en heeft de bijdrage van de man aan de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen vastgesteld op € 78,- per maand voor de meerderjarige dochter, met ingang van 17 april 2020, en op nihil per 9 mei 2022. Voor de andere minderjarige kinderen is de kinderalimentatie op nihil gesteld. De vrouw is veroordeeld tot terugbetaling van de te veel ontvangen kinderalimentatie aan de man. De beslissing van de rechtbank is in zoverre vernietigd en de beschikking is opnieuw vastgesteld.