Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de alimentatieverplichting van een vader jegens zijn jongmeerderjarige dochter, [verzoekster]. De rechtbank Noord-Nederland had eerder op 23 juni 2021 bepaald dat de alimentatie met terugwerkende kracht op nihil werd gesteld, en dat [verzoekster] een terugbetalingsverplichting had van eerder ontvangen alimentatie. Het hof heeft vastgesteld dat de financiële omstandigheden van [verzoekster] zijn gewijzigd sinds de eerdere beschikking van 24 oktober 2012, maar dat zij in de periode van 13 september 2018 tot november 2020 in haar eigen levensonderhoud kon voorzien. Het hof heeft de grieven van [verzoekster] afgewezen, waarbij zij had aangevoerd dat zij onvoldoende inkomen had en dat de terugbetalingsverplichting onterecht was opgelegd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bekrachtigd en de terugbetalingsverplichting vastgesteld op een totaalbedrag van € 9.438,52, bestaande uit de eerder gevorderde alimentatie en bijkomende kosten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijsvoering bij het betwisten van alimentatieverplichtingen en terugbetalingsverplichtingen.