Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake het verzoek van de moeder om het eenhoofdig gezag over haar kinderen te verkrijgen. De moeder, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Overijssel, stelde dat de vader onbereikbaar was en dat dit in het belang van de kinderen was. De vader had geen verweer gevoerd en was niet verschenen op de zitting. Het hof oordeelde dat er geen contact meer was tussen de ouders en dat de vader zijn verantwoordelijkheden als ouder niet vervulde. Dit leidde tot praktische problemen voor de moeder, die toestemming van de vader nodig had voor belangrijke beslissingen, zoals reizen naar Marokko met de kinderen. Het hof concludeerde dat het gezamenlijk gezag niet langer in het belang van de kinderen was en dat het noodzakelijk was om het gezag aan de moeder toe te kennen. De beschikking van de rechtbank werd vernietigd en het hof bepaalde dat het gezag over de kinderen voortaan alleen aan de moeder toekomt, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.