Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
[vestigingsplaats] (Frankrijk)(hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
4.Beoordeling van het geschil
bij de aangifteingediende correctieberichten als bedoeld in artikel 28a, vierde lid, van de Wet LB. Daarom kunnen de financiële gevolgen daarvan niet worden afgewikkeld door betaling als bedoeld in artikel 28a, vierde lid, eerste zin, van de Wet LB. Dat brengt mee dat – nu uit de correctieberichten een te betalen bedrag voortvloeit – een naheffingsaanslag moet worden opgelegd. Op de in geding zijnde naheffingsaanslag is weliswaar vermeld dat het tijdvak december 2019 is, maar hij heeft betrekking op de tijdvakken juli tot en met oktober 2019 en belanghebbende moet dat ook hebben begrepen, aldus nog steeds de Inspecteur.
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).