Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.Waar gaat deze zaak over?
“Woning is verwaarloosd. Veel spullen maken dat de woning behoorlijk vol staat. Er zijn paadjes door de woning die redelijk begaanbaar zijn. Op sommige plekken zijn de spullen hoog opgestapeld. Keuken is na het eerste bezoek van de GGD flink opgeruimd. Ook in de woonkamer is meer ruimte ontstaan. De slaapkamer wil mijnheer niet laten zien. Hr. zegt wel op een bed te slapen. (…) Hr. wil geen hulp met het opruimen van de woning. Zegt dat prima zelf te kunnen. (…) Hr. zegt het akkoord te vinden dat er regelmatig iemand bij hem komt om te kijken wat de vorderingen in zijn woning zijn.”De GGD heeft volgens het plan van aanpak met [appellant] afgesproken dat hij het gehuurde zelf zal opruimen en dat hij Kwintes één keer in de drie à vier weken zal ontvangen. In het tussentijdse evaluatieverslag van de GGD van 14 augustus 2019 heeft de GGD de voortgang van het traject als onvoldoende beoordeeld. Volgens het verslag heeft Kwintes bij elk bezoek wel vooruitgang gezien. De GGD heeft het traject op 6 november 2019 afgesloten, omdat [appellant] heeft aangegeven niet verder te willen gaan met het traject.
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“6. De kantonrechter heeft verklaard dat zij het volgende beeft gezien: “Ik zie een woning van een man alleen. Drie vertrekken, de bergkamer, de slaapkamer en de werkkamer, zijn volledig vol. Te vol. De keuken, het balkon en de wc zijn netjes.” (…) 12. Na de comparitie ter plaatse heeft de kantonrechter in het bijzijn van de griffier de volgende constatering geformuleerd: De algemene indruk is dat de woning veel te vol is. Het is een woning die verwaarloosd is en door de grote hoeveelheid spullen onveilig is. Dit maakt de woning brandgevaarlijk. De woning wordt niet bewoond zoals van een goed huurder mag worden verwacht. De bergkamer, werkkamer en slaapkamer waren te vol. In deze vertrekken lag een hoge berg met spullen zonder duidelijke indeling. Deze kamers konden de kantonrechter en de griffier ook niet ingaan, omdat het zo vol stond. In de woonkamer lag ook een hoop met spullen, maar het was wel minder vol dan de andere vertrekken. Ook hier was geen duidelijke indeling te zien waardoor het niet duidelijk is waar de heer [appellant] eet, zit, of bezoek ontvangt. In de woonkamer was een looppad vrij naar het balkon. Het balkon was leeg, er zijn geen fietswrakken waargenomen op het balkon. De keuken en de wc waren leeg en opgeruimd. In de gehele woning is geen ongedierte waargenomen en is geen stank geroken.”