Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[geïntimeerde zaak1/appellant zaak2],
[geïntimeerde zaak1/appellant zaak2],
1.[geïntimeerde1 zaak2] Juwelier, Horlogier, Antiquair, v.o.f. in liquidatie,
[geïntimeerde2 zaak2] ,
[geïntimeerde3 zaak2] Antiek B.V. in liquidatie,
[appellant zaak1/geïntimeerde4 zaak2] ,
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure bij het hof
3.De beoordeling in beide zaken
“h. tegoed”. Blijkens de toelichting bij dit financieel overzicht (zie productie 33 punt 4) betreft dit bedrag de betaling van ƒ 5.000,00 (€ 2.485,79) op 14 november 2001 met als betalingskenmerk d.d. 29 september 2001. De verklaring die [geïntimeerden] c.s. volgens de vereffenaar hierover heeft gegeven is dat het gaat om een restantbedrag voor een geleverde bestekcassette. Volgens de vereffenaar is dat nergens in de correspondentie terug te vinden. Ook is er geen ander aanknopingspunt voor een betaling te vinden. Van een schenking van een antieke zilveren bestekcassette kunnen de erven van [geïntimeerde zaak1/appellant zaak2] zich niets herinneren. Ook overigens is niet duidelijk waar dit een restantbetaling van zou moeten zijn. Omdat [geïntimeerden] c.s. aldus niet heeft aangetoond waar dit bedrag voor heeft gediend, is dit bedrag als onverschuldigd betaald geduid in het overzicht dat als productie 33 bij conclusie van antwoord in reconventie, tevens wijziging van eis in conventie in eerste aanleg is ingediend.
“in de toekomst is een veel hogere opbrengst te verwachten”.
2.
3.
1.Copy after Peter Paul Rubens (Siegen 1577 -1 640 Antwerp) and studio
Old Master Paintings Online, juli 2020 Londen
2.Louis Hersent (1777-1860)
Impressionist and Modern Art Online, July 2020, Londen
Prints & Multiples Online, september 2020, Londen
€ 154.560,00.
€ 6.308,80.
€ 19.444,00.
€ 170.000,00.
“afspraken tussen de beslagleggers”ten aanzien van welk deel van de gemaakte kosten voor rekening van [geïntimeerde zaak1/appellant zaak2] is gebracht. Nu er zes partijen beslag hebben gelegd, is het redelijk er van uit te gaan dat slechts 1/6 deel van de beslagkosten voor rekening van [geïntimeerde zaak1/appellant zaak2] is gebracht, aldus [geïntimeerden] c.s. Voorts bestaat een bedrag van
“Inzake: Mather c.s./ [geïntimeerden] c.s.”, zodat zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet kan worden vastgesteld of deze kosten in rekening zijn gebracht voor de onderhavige zaak. Eveneens als productie 7 is een brief van Syncasso overgelegd inzake:
“ [geïntimeerde zaak1/appellant zaak2] / [appellant zaak1/geïntimeerde4 zaak2] ”van 30 maart 2016. In die brief die gericht is aan de voormalig advocaat van [geïntimeerde zaak1/appellant zaak2] staat een bedrag aan totale beslagkosten van € 4.138,83, inclusief btw. Deze kosten zijn voldoende onderbouwd, zijn niet gemotiveerd betwist, en zullen derhalve worden toegewezen. Tenslotte zijn als productie 7 diverse facturen van Kusters in het geding gebracht voor opslagkosten van
“algemene en de verkoopkosten”vallen zoals omschreven in de consignatieovereenkomst (zie consignatieovereenkomst:
“na verkoop van de kunst, onder a.b.d.e vermeld, ontvangt H.W. [geïntimeerden] 50% van de netto winst, waarin dan de algemene en de verkoopkosten van [geïntimeerden] verdisconteerd zijn”). De rechtbank heeft uit de gang van zaken bij het schilderij Janson van Keulen waarbij [geïntimeerde zaak1/appellant zaak2] een afrekening voor akkoord heeft ondertekend en de helft van de kosten van de lijst, assurantiën en taxatie in rekening zijn gebracht bij [geïntimeerde zaak1/appellant zaak2] aanleiding gezien de helft van de door [geïntimeerden] c.s. van de kosten van de schilderijen waar de consignatieovereenkomst op ziet toe te wijzen. Het hof is van oordeel dat deze beslissing niet in stand kan blijven. In de consignatieovereenkomst staat duidelijk vermeld dat [appellant zaak1/geïntimeerde4 zaak2] na verkoop van de kunst 50% van de netto winst ontvangt waarin de algemene en verkoopkosten van [appellant zaak1/geïntimeerde4 zaak2] verdisconteerd zijn. Dat [geïntimeerde zaak1/appellant zaak2] en [appellant zaak1/geïntimeerde4 zaak2] in het geval van het schilderij Janson van Keulen bepaalde kosten hebben verdeeld, betekent niet dat voor de onderhavige consignatieovereenkomst heeft te gelden dat de door [appellant zaak1/geïntimeerde4 zaak2] gestelde kosten dan ook voor 50% in rekening konden worden gebracht bij [geïntimeerde zaak1/appellant zaak2] , dus bovenop het deel van 50% netto winst van [appellant zaak1/geïntimeerde4 zaak2] . Maar bovenal heeft te gelden dat zoals hiervoor is overwogen, het eindigen van de consignatieovereenkomst geheel is toe te rekenen aan de wanprestatie van [appellant zaak1/geïntimeerde4 zaak2] /de BV, zodat er in het geheel geen recht is op redelijk loon. Het incidenteel hoger beroep van de vereffenaar slaagt in zoverre, het hof zal deze vordering van [appellant zaak1/geïntimeerde4 zaak2] alsnog afwijzen.
€ 1.260,00
€ 1.780,00