Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met daarin ook de grieven en een eis in het incident;
- de memorie van antwoord met daarin ook het antwoord in het incident.
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
deze zaak al lange tijd voortduurt en er spoedig een einde aan moet komen” en dat het daarom volgens hem van belang is “
dat het instellen van een rechtsmiddel de uitvoering van dit vonnis niet doorkruist”. Doordat de beslissing over de uitvoerbaarheid bij voorraad in de ten uitvoer te leggen uitspraak is gemotiveerd, is het dus aan [appellant] om te stellen dat sprake is van een juridische misslag of om aan zijn vordering feiten en omstandigheden ten grondslag leggen die de voorzieningenrechter bij het nemen van zijn beslissing nog niet in aanmerking kon nemen, doordat deze zich pas na de uitspraakdatum hebben voorgedaan en die kunnen rechtvaardigen dat van die eerdere beslissing wordt afgeweken. Het enkel afwegen van de wederzijdse belangen van partijen, zoals [appellant] stelt, is dus onvoldoende om te beoordelen of het schorsingsverzoek kan worden toegewezen.
de wijze vanverdeling gelast. Zij heeft in haar beschikking als het ware de spelregels gegeven voor de verdeling van de woning en partijen moesten
zelf uitvoering gevenaan die spelregels. Om die reden is de beschikking van 15 mei 2020 een condemnatoire beslissing. Indien de rechtbank de verdeling volledig zelf zou hebben vastgesteld (zoals artikel 3:185 BW beschrijft), zou sprake zijn geweest van een constitutieve beslissing. In het dictum van de beschikking van 15 mei 2020 staat onder meer:
4.De beslissing
15 september 2022 om 14.00 uur.