Uitspraak
Stichting Het Diakonessenhuis,
1.De procedure bij de kantonrechter
2.De procedure in hoger beroep
3.De beoordeling van het hoger beroep
dubbele airbaigs”. Kort daarop (om 12.36 uur) stuurt [naam1] uur een e-mail aan [verzoeker] . Daarin schrijft zij:
[verzoeker] ,
Dan nog hoor je niet aan de borsten van een vrouw te zitten. Grap maken kan, maar handen thuis”. Hierna schrijft zij in een apart bericht dat ze weer verder moet en nog een hoop moet regelen. [verzoeker] reageert: “
Oké, goed begrepen” en vermeldt daarna dat hij in een heel moeilijk pakket zit bij “
de diak” en dat hij er niets meer bij kan hebben. [naam1] vraagt hem haar nummer te wissen en [verzoeker] vraagt [naam1] om de mail te verwijderen. Hij besluit met: “
Bij deze maar we blijven vrienden” en blokkeert het contact van [naam1] .
Oké goed begrepen” (waarin de kantonrechter een erkenning heeft gelezen) niet slaat op de waarschuwing van [naam1] : een grap maken kan, maar handen thuis, maar op de daarop volgende app van [naam1] dat zij weer verder moet, een hoop te regelen heeft. Ook als dat klopt, dan valt nog niet goed te begrijpen waarom [verzoeker] op de herhaalde mededeling van [naam1] dat hij aan haar borst heeft gezeten niet reageert met een bericht dat hij dat niet heeft gedaan. Het hof heeft [verzoeker] daarnaar op de zitting gevraagd en zijn antwoord was dat hij niet iets ontkent wat hij niet heeft gedaan, omdat [naam1] hem daarop anders zou aanvallen. Die uitleg overtuigt niet. Het zou juist een logische en te verwachten reactie zijn om een herhaalde beschuldiging te ontkrachten als die in de visie van degene tot wie de beschuldiging gericht is onjuist is.